1E - Nederlands - Woordenschat hs 3

Welkom klas 1E
Vandaag...

  • quiz met de 'woorden van de dag'
  • leesboek kiezen
  • uitleg toets dinsdag
  • huiswerk nakijken
  • Quizlet / 30 seconds



1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom klas 1E
Vandaag...

  • quiz met de 'woorden van de dag'
  • leesboek kiezen
  • uitleg toets dinsdag
  • huiswerk nakijken
  • Quizlet / 30 seconds



Slide 1 - Diapositive

Als je 'in de aap gelogeerd bent', zit je in een benarde positie. Je bent in de maling genomen, je hebt pech, je zit in eventjes in de penarie.



Het is interessant om uit te zoeken
waar bepaalde uitdrukkingen
vandaan komen. 


De wetenschap die bestudeert waar onze woorden en uitdrukkingen vandaan komen, noemen we ...

Slide 2 - Diapositive

De wetenschap die bestudeert waar onze woorden en uitdrukkingen vandaan komen, noemen we ...
A
dimensie
B
interactie
C
etymologie
D
concurrentie

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Kroost betekent:
A
krullen
B
kinderen
C
nakomelingen
D
eend

Slide 5 - Quiz

Het epos...

Slide 6 - Diapositive

Epos betekent
A
heelal
B
Griekse alfabet
C
dichter
D
heldendicht

Slide 7 - Quiz

De wolf is permanent aanwezig in Nederland

Slide 8 - Diapositive

Permanent betekent
A
blijvend
B
verschillend
C
onafgebroken
D
gelukkig

Slide 9 - Quiz

De ondergepoepte vogels staan duidelijk onderaan in de hiërarchie.

Slide 10 - Diapositive

Hiërarchie betekent
A
vogelpoep
B
communicatie
C
willekeur
D
rangorde

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Decennium betekent
A
deciliter
B
spelcomputer
C
periode van 10 jaar
D
periode van 100 jaar

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Twisten betekent
A
van mening verschillen
B
ijsjes eten
C
kiezen
D
gooien

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Lien

Huiswerk
Dinsdag 22 september repetitie Woordenschat hs 1, 2 en 3:
- theorie Woordenschat hs 1 t/m 3 (op blz. 24, 54 en 84 van je boek)
- woordenlijsten hs 1 t/m 3 (zie bestanden in Teams)
- neem de lessen in Lessonup ook nog eens door

Meenemen naar de les van 22 september
- opgeladen laptop + oplader
- leesboek

Donderdag 24 september
Leesboek meenemen (en natuurlijk ook je lesboek Nederlands+schrift

Slide 17 - Diapositive

Welke vraag heb je nog over de toets?
(als je geen vraag hebt, hoef je niets in te vullen)

Slide 18 - Question ouverte

En nu...
1:     Nakijken:  Woordenschat hs 3 (Teams)

2:    Leren: Woordenlijsten (bijvoorbeeld in Quizlet)

óf

30 seconds spelen (spelregels staan in Teams)

Slide 19 - Diapositive

Leerdoelen Woordenschat 
  • Ik kan de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van:
- een synoniem (hs 1) 
-een omschrijving of definitie (hs 2)
- een voorbeeld (hs 3)

  • Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Synoniemen
Een ander woord voor kabaal:
A
kabel
B
geweldig
C
lawaai
D
paling

Slide 22 - Quiz

Welke twee woorden zijn synoniemen van elkaar?
A
recht - krom
B
schrijver - auteur
C
koud - warm
D
tafel - stoel

Slide 23 - Quiz

Wat is een voorbeeld van synoniemen?
A
moeilijk en vervelend
B
viool en trompet
C
stuk en kapot
D
dag en dauw

Slide 24 - Quiz

omschrijving van aanfluiting
A
jaloezie
B
zin om aan iets deel te nemen
C
afgang; iets wat schandalig slecht is
D
heel boeiend. mooi of spannend

Slide 25 - Quiz

omschrijving van animo
A
aanplakbiljet
B
creatief; kunstzinnig
C
vermakelijk; grappig
D
zin om aan iets deel te nemen

Slide 26 - Quiz

omschrijving van puntjes op de i zetten
A
alles overtreffen
B
iets helemaal af maken
C
openbare aandacht op iets vestigen
D
de beste speler zijn

Slide 27 - Quiz

omschrijving van iets voor het voetlicht brengen
A
de favoriet
B
iemand die plotseling veel plezier heeft
C
openbare aandacht op iets vestigen
D
de beste speler zijn

Slide 28 - Quiz

aardbeien, bessen, frambozen en vanaf augustus ook bramen

appels, rozijnen, kaneel, basterdsuiker en hazelnoten
b, d, f, g, l, m, enz.
elkaar het jawoord geven en de ringen aan elkaars ringvinger schuiven
Voor de vulling van de taart gebruik je verschillende ingrediënten, ...
In sommige talen bestaat het schrift alleen uit consonanten
Rituelen, ..., horen nu eenmaal bij een huwelijks-plechtigheid
In de zomer kun je in Nederland volop inheems fruit krijgen, ...

Slide 29 - Question de remorquage

1. Voor de vulling van de taart gebruik je verschillende ingrediënten, appels, rozijnen, kaneel, basterdsuiker en hazelnoten.

2. In sommige talen bestaat het schrift alleen uit consonanten, b, d, f, g, l, m, enz.

3. Rituelen, elkaar het jawoord geven en de ringen aan elkaars ringvinger doen, horen nu eenmaal bij een huwelijksplechtigheid.

4. In de zomer kun je in Nederland volop inheems fruit krijgen, aardbeien, frambozen en vanaf augustus ook bramen.

Slide 30 - Diapositive