WO - Vier seizoenen: een geschenk van de zon

4 seizoenen:
Een geschenk van de zon
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieLager onderwijs

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

4 seizoenen:
Een geschenk van de zon

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je al over onze 4 seizoenen?

Slide 2 - Carte mentale

Dag en nacht
Elke dag opnieuw: de baan van de zon aan de hemel
's Morgens komt de zon op in het oosten en 's avonds gaat ze onder in het westen. De richting waar je de zon in haar hoogste stand ziet, is het zuiden. Maar dat wist je ook al. 
Het moment van de hoogste stand noemen we het middaguur en juist geteld 24 uren later zal de zon weer in haar hoogste stand staan.
24 uur = 1 dag !

Slide 3 - Diapositive

Dag en nacht
Zo zien we onze aarde vanuit de ruimte
Herken je Europa?
Omdat de aarde elke dag één maal ronddraait, komen alle landen in het licht van de zon en daarna weer in het donker!

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Slide 6 - Diapositive

De zon elke dag anders: zonshoogte en uren licht
Elke middag staat de zon hoog in het zuiden. Maar wat een groot verschil in de loop van het jaar!
Op 21 december staat de zon 's middags heel laag boven de horizon, kijk wat een lange schaduw!
Daarna klimt de zon elke dag een beetje hoger tot op 21 juni de zon heel hoog in de lucht te zien is: onze schaduw is op die dag heel klein!
Na 21 juni klimt de zon elke dag een beetje minder hoog en wordt onze schaduw telkens weer wat langer.

Slide 7 - Diapositive

De zon elke dag anders: zonshoogte en uren licht

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Wanneer is het de langste dag van het jaar?
A
21 maart
B
21 juni
C
21 september
D
21 december

Slide 10 - Quiz

Wanneer is het de langste nacht van het jaar?
A
21 maart
B
21 juni
C
21 september
D
21 december

Slide 11 - Quiz

Wanneer duren dag en nacht even lang?
A
21 maart
B
21 juni
C
21 september
D
21 december

Slide 12 - Quiz

Hoe meer uren licht hoe meer/minder warmte we van de zon ontvangen.
(Wat is juist?)
A
meer
B
minder

Slide 13 - Quiz

Verbind!
winter
lente
zomer
herfst
21 juni
21 december
21 september
21 maart

Slide 14 - Question de remorquage

De vier seizoenen verklaard

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

De aarde draait rond

Slide 18 - Diapositive

Verbind!
winter: weinig licht en warmte
lente
zomer: veel licht en warmte
herfst
De zon staat hoog aan de hemel.
Er is weinig verschil tussen de lengte van de dag en nacht.
De zon staat laag boven de horizon.
Ze geeft weinig licht en de dagen zijn heel kort.
De zon staat heel hoog aan de hemel en schijnt fel. Het is lekker lang licht.

Slide 19 - Question de remorquage

WB p. 107 opdracht 4

Slide 20 - Diapositive

De aarde draait rond de zon
Elk jaar draait onze aarde rond de zon. Vanaf 21 maart tot 21 september helt het noordelijk halfrond meer naar de zon en daarom is het langer licht en krijgt dit deel van de aarde meer licht en warmte. Tussen 21 september en 21 maart helt het noordelijk halfrond weg van de zon en ontvangt zo minder licht en warmte, de nachten duren langer dan de dagen.
Wanneer het bij ons lente en zomer is, dan is het op het zuidelijk halfrond herfst en winter.

Slide 21 - Diapositive

De aarde draait rond de zon

Slide 22 - Diapositive

Het schrikkeljaar

Slide 23 - Diapositive

Het schrikkeljaar
De aarde draait rond de zon in 365 dagen en 5 uur en 46 minuten en 48 seconden, dus iets meer dan 1 jaar.
Om dit verschil van bijna 6 uur op te lossen voerde Julius Caesar het schrikkeljaar in: elke 4 jaar telt het jaar 366 dagen. Die extra dag is 29 februari.
Maar het is niet juist 6 uur! Om dit weg te werken bracht Paus Gregorius in de 15e eeuw nog een verbetering aan. Deze regel geldt nu nog steeds:
Alle jaren die deelbaar zijn door het getal 4 zijn schrikkeljaren, behalve de eeuwjaren die niet deelbaar zijn door vierhonderd.
Op nieuwjaarsnacht 2008-2009 werd een extra seconde aan 2008 toegevoegd als correctie op de tijd.
--> OPDRACHT 5 WB!

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Slide 26 - Vidéo