Meervoudsvormen

Welkom bij Nederlands
Rustig zitten
Leesboek klaarleggen
Eten en drinken weg
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands
Rustig zitten
Leesboek klaarleggen
Eten en drinken weg

Slide 1 - Diapositive

Lesindeling
Zelfstandig lezen - 10 min.
Bespreken huiswerk - 10 min.
Uitleg nieuwe stof - 15 min.
Werken aan opdrachten - 10 min.

Slide 2 - Diapositive

Zelfstandig Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Waar hebben we het vorige les over gehad?

-  Lidwoorden  


-  Zelfstandig naamwoorden

Slide 4 - Diapositive

Waar hebben we het vorige les over gehad?

-  Lidwoorden  
  • de, het en een

-  Zelfstandig naamwoorden
  • de namen voor mensen, dieren of dingen
  • Ook echte namen, zoals Jan, Parijs of Nachtwacht

Slide 5 - Diapositive

Hoeveel lidwoorden staan in de volgende zin:
De lange jongen liep door de regen met een paraplu in zijn hand
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

En hoeveel zelfstandig naamwoorden in dezelfde zin?
De lange jongen liep door de regen met een paraplu in zijn hand
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
mooie
B
lopen
C
rivier
D
omdat

Slide 8 - Quiz

Welk woord is geen zelfstandig naamwoord?
A
Pieter
B
hersenen
C
lieve
D
Groningen

Slide 9 - Quiz

Nakijken huiswerk
Boek blz. 56
Schrift

Slide 10 - Diapositive

Nakijken huiswerk blz. 56

Slide 11 - Diapositive

Meervouden
De meeste zelfstandig naamwoorden kunnen zowel in het enkelvoud als in het meervoud gezet worden. 
  • Bij het enkelvoud is er maar 1 van, bij het meervoud zijn er meerdere.
Meervouden
  • kunnen eindigen met -en
  • kunnen eindigen met een -s

Slide 12 - Diapositive

Eindigen op -en
Vaak kan je gewoon -en er achter zetten
  • deur-deuren, boek-boeken
Soms moet je ook de laatste letter verdubbelen
  • trap-trappen, mok-mokken
Soms moet je ook een a, e, o, u weghalen
  • aap-apen, klasgenoot-klasgenoten
Soms moet je ook een in een v , of een s in een z veranderen
  • neef-neven, kloof-kloven, laars-laarzen, huis-huizen

Slide 13 - Diapositive

Welke regel gebruik je als je het meervoud van glas wilt hebben?
A
Gewoon -en erachter zetten
B
Je moet ook de laatste letter verdubbelen
C
Je moet er een a, e, o of u uithalen
D
Je moet s in een z veranderen

Slide 14 - Quiz

Welke regel gebruik je als je het meervoud van hal wilt hebben?
A
Gewoon -en erachter zetten
B
Je moet ook de laatste letter verdubbelen
C
Je moet er ook een a, e, o of u uithalen
D
Je moet ook s in een z veranderen

Slide 15 - Quiz

Welke regel gebruik je als je het meervoud van medeleerling wilt hebben?
A
Gewoon -en erachter zetten
B
Je moet ook de laatste letter verdubbelen
C
Je moet er een a, e, o of u uithalen
D
Je moet s in een z veranderen

Slide 16 - Quiz

Meervoud met een -s
Sommige zelfstandig naamwoorden krijgen in plaats van een 
-en een -s op het einde voor het meervoud.

Soms kan je er gewoon een -s achter plaatsen
  • jongen-jongens, reclame-reclames


Slide 17 - Diapositive

Meervoud met een -s
Eindigen ze op een a, i, o, u, of y dan moet er een apostrof tussen het woord en de -s
  • een apostrof is een soort hoge komma - '
  • oma-oma's, taxi-taxi's, baby-baby's

Ook bij afkortingen gebruiken we de apostrof
  • dvd-dvd's, tv-tv's



Slide 18 - Diapositive

Wat is het juiste meervoud van goochelaar?
A
goochelaars
B
goochelaar's

Slide 19 - Quiz

Wat is het juiste meervoud van accu?
A
accus
B
accu's

Slide 20 - Quiz

Zelf bezig
Maken opdrachten 2+3+4 op blz. 83

Slide 21 - Diapositive

Wat hebben we vandaag geleerd?
 
- herhaalt wat lidwoorden waren
- herhaalt wat zelfstandig naamwoorden waren
- geleerd over het meervoud van zelfstandig naamwoorden
  • dit kan met -en
  • of met een -s of -'s

Slide 22 - Diapositive