Les 2 West versus Oost

Lesprogramma
opdrachten H2 bespreken

H3 Uitleg en vragen

opdrachten maken H3
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Lesprogramma
opdrachten H2 bespreken

H3 Uitleg en vragen

opdrachten maken H3

Slide 1 - Diapositive

Opdrachten H2
Opdracht 1

a.    Wat zie je op deze afbeelding?


b.    Om welke gebeurtenis gaat het hier?


c.    Wat probeert de tekenaar te zeggen?

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 1
a.    Wat zie je op deze afbeelding?
Je ziet stalin afgebeeld als basketbalspeler. Dit is te herkennen aan het shirt met hamer en sikkel en duidelijk herkebaar gezicht. Hij probeert het Marschall Plan te blokkeren.

b.    Om welke gebeurtenis gaat het hier?
Het gaat over het Amerikaanse plan om de Europese landen te helpen met geld en goederen zodat ze kunnen herstellen van de oorlog.

c.    Wat probeert de tekenaar te zeggen?
Dat Stalin zijn best doet om het Marschall plan tegen te gaan. Dit lukt ook in Oost-Europa.

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 2
a.    Wat was het doel van het Marshallplan?

Om te voorkomen dat West-Europese landen Communistisch zouden worden. Met economische steun zouden landen weer welvarend worden en niet overgaan tot het communisme.

b.    Waarom denk je dat Stalin de Marshallhulp afsloeg?

Omdat hij dacht dat de landen in de invloedssfeer van de Soviet Unie dan democratisch zouden worden.

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 3
a.    Wat zie je op deze afbeelding?

b.    Om welke gebeurtenis gaat het hier?

c.    Wat probeert de tekenaar te zeggen?


Slide 5 - Diapositive

Opdracht 3
a.    Wat zie je op deze afbeelding?
Je ziet een Russische officier met op zijn rug ''Oost-Duitsland''. De bevolking probeert via Berlijn te vluchten naar het Westen.

b.    Om welke gebeurtenis gaat het hier?
Door de toegenomen welvaart en blijvende armoede in het oosten besloten veel mensen, voornamelijk hoog opgeleide mensen  te vluchten via Berlijn. De grens tussen Oost en West Duitsland was te streng bewaakt.

c.    Wat probeert de tekenaar te zeggen?
De tekenaar beeld de Soviet Unie uit als een boze officier die het er duidelijk niet mee eens is dat de bevolking van Oost-Duitsland vlucht. Hij is het niet eens met de Soviet Unie.

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 4
a.    Wat betekent het begrip ‘brain drain’?

b.    Leg uit waarom juist deze mensen vluchtten naar West-Duitsland.

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 4
a.    Wat betekent het begrip ‘brain drain’?
Het fenomeen waarbij hoog opgeleide personen na hun opleiding uit een land vertrekken om elders een baan te zoeken

b.    Leg uit waarom juist deze mensen vluchtten naar West-Duitsland.
Een beter salaris, meer vrijheid, of om niet vervolgd te worden omdat je tegen het communisme bent.

Slide 8 - Diapositive

Opdracht 5
Bovenaan de afbeelding staat: “Zie eens hoeveel mensen aan onze kant blijven”. Op de muur staat: “Berlijnse muur, gebouwd 13 augustus 1961”.

a.    Wat zie je op deze afbeelding?

b.    Om welke gebeurtenis gaat het hier?

c.    Wat probeert de tekenaar te zeggen?

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 5
a.    Wat zie je op deze afbeelding?
khrushchev, leider van de SU.
Op de muur zie je allemaal mensen liggen die zijn gedood omdat ze probeerden over de muur te komen.

b.    Om welke gebeurtenis gaat het hier?
De bouw van de Berlijnse Muur in 1961. Hierdoor werd het bijna onmogelijk voor Oost-Duitsers om de grens over te steken.

c.    Wat probeert de tekenaar te zeggen?
dat de mensen in Het oosten helemaal niet willen blijven zoals khrushchev het laat zien.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

H3. In dit hoofdstuk leer je:
Welke verschillen er waren tussen het Westen en het Oosten. 

Hoe de spanningen tussen Amerika en Rusland toenamen.

Begrippen:
invloedssferen
ideologie
containmentpolitiek
Truman doctrine
Satallietstaten
Communisime
Navo / Warschaupact
IJzeren Gordijn.

Slide 12 - Diapositive

West versus Oost: Invloedssferen.

Soviet Unie:
wou een bufferzone: reden het land was meerdere malen aangevalen vanuit het Westen. Frankrijk (napoleon) en Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog en Tweede Wereldoorlog.


Amerika:
was hier tegen: Europa was net vrij van het fasciassme en nazisme. En wour voorkoken dat het communisme aan de macht zou komen.

Slide 13 - Diapositive

Waarom wou de Soviet-Unie een ''bufferzone'' in Europa?

Slide 14 - Question ouverte

Waarom was Amerika tegen een bufferzone in Europa?

Slide 15 - Question ouverte

Ideologie
De koude oorlog kun je zien als een Ideologische machtsstrijd tussen het communisme en het kapitalisme.

Onder ideologisch verstaan we het denkbeeld over de politiek of de samenleving.

Slide 16 - Diapositive

Kapitalisme (ideologie)
de VS vertegenwoordigde de democratie: vrijheid voor burgers, maar ook economische vrijheid.

Binnen dit systeem speelde: privebezit, vrijemarkt economie, gebaseeerd op vraag en aanbod een belangrijke rol.

VS ziet de SU als een agressief land dat op gewelddadige manier landen wilde veroveren. en daar een communistische ideologie wilde opleggen. Amerika bang voor een communistische wereldrevolutie

Slide 17 - Diapositive

Containmentpolitiek, Trumandoctrine
om dit tegen te gaan: Containmentpolitiek.
(indammingspolitiek)

onderdeel van de Trumandoctrine.
Landen die zich bedreigd voelen door het communisme worden direct geholpen.
Doel val van de SU en stellietstaten.

Slide 18 - Diapositive

Waarom besloot Amerika landen te helpen die zich bedreigd voelden door het communisme?

Slide 19 - Question ouverte

Communisme (ideologie)
Gelijkheid belangrijker dan vrijheid.
geen democratie maar 1 Partijstaat.

De staat bepaalde, door middel van 5 jarenplannen, wat fabrieken en landbouwberijven moesten produceren.

SU ziet de containmentpolitiek als een typisch voorbeeld van Westers Imperialisme.
Om de communistische invloedssfeer te behouden worden landen in het oostblok verboden om Marschallhulp aan te nemen.

Slide 20 - Diapositive

Zelf lezen: reader: blz 8 t/m 10 
Maken opdrachten:  1 tot en met 3

Hoofdstuk 3: West versus Oost

Slide 21 - Diapositive