Poëzie en fictie - A - Rauw en realistisch

Poëzie en fictie A
Rauw en realistisch
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Poëzie en fictie A
Rauw en realistisch

Slide 1 - Diapositive

Doelen
- Je weet wat een flashback is. 
- Je weet wat een chronologische volgorde is. 
- Je weet welk leesniveau je hebt dit schooljaar. 

Slide 2 - Diapositive

Doe de test!
Klik op deze link om uit te vinden welk leesniveau je hebt dit jaar. Zo kun je makkelijker een boek uitzoeken op jouw niveau in de bibliotheek. 
https://niveautest.12-15.jeugdbibliotheek.nl

Slide 3 - Diapositive

Welk niveau heb je dit jaar?

Slide 4 - Question ouverte

Maken
Opdracht 1, bladzijde 168, in je schrift.
timer
3:00

Slide 5 - Diapositive

Flashback
Flashbacks worden in boeken en films vaak gebruikt, maar wat is het nu eigenlijk? Lees eerst de uitleg van het begrip op bladzijde 168 en bekijk daarna het filmpje op de volgende dia.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Geef zelf één voorbeeld van een flashback in een boek of film.

Slide 8 - Question ouverte

54 Minuten
Bekijk het filmpje op de volgende dia. Het is een interview met Marieke Nijkamp, de schrijfster van het boek 54 minuten, waar je straks ook fragmenten van gaat lezen. Met dit boek heeft Nijkamp internationale bekendheid verkregen, voornamelijk in Amerika. Zo maak je kennis met de schrijfster en kom je achter de reden van het schrijven van dit boek.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Maken
Opdracht 2, bladzijde 168, in je schrift.
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Het boek 54 minuten werd in Amerika erg populair. Waarom denk je?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is je eerste indruk van het verhaal?

Slide 13 - Question ouverte

Lijkt het je een leuk boek om te lezen?
Ja
Nee

Slide 14 - Sondage

Waarom wel/niet?

Slide 15 - Question ouverte

Ben je wel eens bang dat zoiets als in '54 minuten' bij ons op school gaat gebeuren?
Ja
Nee

Slide 16 - Sondage

Waarom wel/niet?

Slide 17 - Question ouverte

Chronologische volgorde
Het woord 'chronologie' komt bij veel vakken op school voor. Het heeft te maken met een bepaalde volgorde waarin bepaalde gebeurtenissen zich voltrekken. Ook in boeken dus. Lees de uitleg van het begrip op bladzijde 171 in je boek en bekijk daarna het filmpje op de volgende dia. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Zoek op waar het woord 'chronologie' vandaan komt. Wat heb je gevonden?

Slide 20 - Question ouverte

Invloed van de media
Je gaat straks wat fragmenten lezen van 'De kick' van Helen Vreeswijk. Het boek baseert zich op de invloed van films en games op kinderen en tieners. 

Slide 21 - Diapositive

Actiefilms kunnen gewelddadigheid in tieners naar boven brengen.
Ja
Nee

Slide 22 - Sondage

Waarom wel/niet volgens jou?

Slide 23 - Question ouverte

Maken
Opdracht 3, bladzijde 171, in je schrift.
timer
10:00

Slide 24 - Diapositive

Maken
Opdracht 4, bladzijde 172, in je schrift.
timer
10:00

Slide 25 - Diapositive

Maken
Opdracht 5, bladzijde 175, in je schrift.
timer
2:00

Slide 26 - Diapositive

Lijkt het je een leuk boek om te lezen?
Ja
Nee

Slide 27 - Sondage

Waarom wel/niet?

Slide 28 - Question ouverte

Maken
Bekijk de boeken onderaan bladzijde 175. Zoek van elk boek een korte samenvatting op en lees deze samenvattingen door. 

Slide 29 - Diapositive

Welk boek lijkt je leuk om te lezen?
A
Afgesloten
B
Oog om oog
C
Has#tag
D
Latino King

Slide 30 - Quiz

Nakijken
Kijk nu je antwoorden na. Op de volgende dia's staan alle juiste antwoorden.

Slide 31 - Diapositive

Opdracht 1
1. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: drugs dealen, spullen stelen of je op internet anders voordoen dan wie je bent.
2. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ja, ik vind het goed dat er boeken en films over dit soort onderwerpen worden gemaakt, want daarvan kun je leren wat je wel of niet moet doen.
3. Eigen antwoord.

Slide 32 - Diapositive

Opdracht 2
1. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Autumn heeft (onbewust) aangevoeld dat het niet goed ging met haar broer.
2. Autumn herinnert zich in tekst 1 dat haar broer de klappen van haar vader opving die voor haar waren bedoeld / Tyler haar in het geheim hielp te dansen.
3. Deze flashback is belangrijk, omdat je hierdoor Tyler beter leert begrijpen / leert dat Tyler ook goede kanten heeft, ook al doet hij iets slechts.
4. Dansen en haar vriendin Sylv geven Autumn na de dood van haar moeder de kracht om door te gaan. Tyler is ‘alles kwijtgeraakt’, waardoor hij het verkeerde pad is ingeslagen.
5. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ja, ik vind de uitspraak ‘Daders zijn vaak ook slachtoffers’ ook voor Tyler gelden, want hij is het slachtoffer geworden van de moeilijke situatie thuis (dode moeder en mishandelende vader).

Slide 33 - Diapositive

Opdracht 3
1. Volgens Frits zijn er fouten door de politie gemaakt. Zij hadden Frits en zijn vrienden de kans moeten geven zich over te geven en niet mogen schieten.
2. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Frits en zijn vrienden hebben een bank overvallen / iemand vermoord.
3. Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- Ja, want sommige actiefilms zijn echt heel gewelddadig en kunnen je op verkeerde ideeën brengen.
- Nee, want iedereen weet toch wel het verschil tussen een film en de werkelijkheid.
4. Je wilt doorlezen om te weten hoe het zover heeft kunnen komen.

Slide 34 - Diapositive

Opdracht 4
1. Frits gaat er toch mee door, omdat hij bang is om door zijn vrienden te worden afgewezen als hij niet iets bedenkt dat ‘stoer’ is en ‘respect afdwingt’.
2. Maurice kan de druk juist wel aan, want hij durft de keuze te maken niet meer mee te willen doen.
3. Beide fragmenten maken samen duidelijk dat Frits veel onzekerder is dan Maurice en daardoor gevoeliger is voor groepsdruk.
4. Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- Ja, want dat zet je toch aan het denken.
- Nee, het maakt me niet uit of een verhaal wel of niet echt gebeurd is, als het maar een goed verhaal is.
5. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ze wil voorkomen dat jongeren zoiets doen als Frits en zijn vrienden.

Slide 35 - Diapositive

Opdracht 5
1. Eigen antwoord.
2. Eigen antwoord.

Slide 36 - Diapositive

In een flashback...
A
...neemt de schrijver de lezer mee naar een gebeurtenis in het verleden.
B
...wordt er in een of twee zinnetjes teruggekeken naar het verleden.
C
...wordt er door de schrijver vooruit gekeken naar de toekomst.
D
...blijft de chronologie van het verhaal gelijk

Slide 37 - Quiz

Wanneer spreek je van chronologische volgorde?
A
Als een verhaal flashbacks bevat
B
Als een verhaal zich in het verleden afspeelt
C
Als een verhaal een normaal tijdsverloop heeft
D
Als een verhaal zich in de toekomst afspeelt

Slide 38 - Quiz

Wat komt niet voor in een verhaal met een chronologische volgorde?
A
flashbacks
B
sfeer
C
ruimte
D
eigenschappen van de hoofdpersoon

Slide 39 - Quiz

Extra opdracht
Schrijf een stukje over iemand van jouw leeftijd die ernstig in de problemen komt. Doe het zo: 
1. Bekijk het schema hieronder. De bovenste rij gaat over opbouw van het verhaal; de middelste rij gaat over Chatroom (een voorbeeld); de onderste rij gebruik je voor je eigen verhaal.
2.  Bedenk een verhaal en noteer stukjes van je verhaal door op een blaadje 1 t/m 5 te nummeren.
3. Kies welk deel van je verhaal je uit wil werken. Noteer het nummer.
4.  Schrijf de tekst. Probeer het spannender te maken door alvast iets te verklappen uit een ander vakje. Ongeveer 250-400 woorden. 

Slide 40 - Diapositive