Hoofdstuk 1 onderdeel 3, 4 &5

Wat betekend Staten Generaal?
A
De leden van de regering
B
De Eerste Kamer
C
De leden van de Eerste en Tweede Kamer
D
De leden van de Tweede Kamer
1 / 33
suivant
Slide 1: Quiz
BOAMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat betekend Staten Generaal?
A
De leden van de regering
B
De Eerste Kamer
C
De leden van de Eerste en Tweede Kamer
D
De leden van de Tweede Kamer

Slide 1 - Quiz

Omschrijf het begrip "wet"

Slide 2 - Question ouverte

Wetten onderverdeeld in 2 delen welke zijn dit?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

Omschrijf een wet in Formele zin

Slide 5 - Question ouverte

Wat is een wet in materiële zin?

Slide 6 - Question ouverte

Zet de bovenstaande blokjes in de juiste volgorde. Hoe komt een wet tot stand?
een minister wil een wet invoeren
Hij laat dit voorbereiden door zijn ambtenaren
Dit voorstel wordt besproken in de ministerraad
Raad van State geeft advies
De Tweede Kamer vergaderd hierover 
De Eerste Kamer vergaderd hierover
De koning en de minister tekenen de wet
publicatie in het staatsblad

Slide 7 - Question de remorquage

Wat is de Raad Van State?

Slide 8 - Question ouverte

Kunnen er tijdens de behandeling van een nieuwe wet in de Eerste en Tweede Kamer nog wijzigingen aangebracht worden?

Slide 9 - Question ouverte

Omschrijf het begrip AMvB

Slide 10 - Question ouverte

Waar staat AMvB voor?
A
Algememe Maatregelen van Burgemeester
B
Aan Mijn vader Beloofd
C
Anders Maakte voor Bestuur
D
Algemene Maatregel van Bestuur

Slide 11 - Quiz

Noem eens een AMvB en leg dit uit.

Slide 12 - Question ouverte

Hoe noem je dat Provinciale Staten en de Gemeenteraad lokale verorderingen kunnen maken?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is een provinciale verorbering?

Slide 14 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van een Provinciale verorderingen.

Slide 15 - Question ouverte

Kan een Provinciale verordening ook strafbare feiten opnemen?
A
Nee dat kan alleen landelijk
B
Ja dat kan alleen als de Tweede Kamer toestemming geeft
C
Ja dat kan
D
Nee tenzij de Minister akkoord geeft

Slide 16 - Quiz

Hoe komt een Provinciale verordening tot stand?

Slide 17 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van een Gemeentelijke verorderingen.

Slide 18 - Question ouverte

Omschrijf het begrip Gemeentelijke Verordering.

Slide 19 - Question ouverte

Kan een Gemeentelijke verordering ook strafbare feiten opnemen?
A
Nee dat kan alleen landelijk
B
Ja dat kan alleen als de Tweede Kamer toestemming geeft
C
Ja dat kan
D
Nee tenzij de Minister akkoord geeft

Slide 20 - Quiz

Hoe komt een Gemeentelijke verordening tot stand?

Slide 21 - Question ouverte

Omschrijf het begrip "Positief recht"

Slide 22 - Question ouverte

Waar kan je Positief recht in onderverdelen ?
A
1. Positief Recht 2. Negatief Recht
B
1, Privaatrecht 2. Publiekrecht
C
1. Strafrecht 2.Formeel recht
D
1.Materieel Recht 2.informeel Recht

Slide 23 - Quiz

Wat is het verschil tussen Publiekrecht en Privaatrecht?

Slide 24 - Question ouverte

Omschrijf het begrip "Materieel strafrecht"

Slide 25 - Question ouverte

Omschrijf het begrip "Formeel Strafrecht"

Slide 26 - Question ouverte

Waar geeft het wetboek van strafrecht antwoord op? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Wat strafbaar is
B
Hoe je vervolgd kan worden
C
Wie daarvoor strafbaar is
D
Welke straf daarop gesteld is

Slide 27 - Quiz

Wat is het verschil tussen een Misdrijf en een overtreding?

Slide 28 - Question ouverte

Welke straffen kan er
opgelegd worden?

Slide 29 - Carte mentale

Waarin is het Wetboek van strafrecht opgedeeld en wat zeggen deze boeken?

Slide 30 - Question ouverte

Noem een aantal bepalingen die in boek 1 worden besproken.

Slide 31 - Question ouverte

Hoe vonden jullie deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Sondage

Wat hebben jullie in deze les gemist of waar willen jullie extra uitleg over?

Slide 33 - Question ouverte