‹Revenir à la recherche

Les 3 met toets 3 bladzijde 30

Goedemorgen !
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen !

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit weet je nog: onderwerp
Het onderwerp is te vinden door de volgende vraag te stellen:
Wie (soms: Wat)?

Het antwoord op deze vraag is het onderwerp.

  • Karim leest een boek.
  • Wie leest een boek?      Karim!   Karim is het onderwerp!

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zij - hij - wij - jullie

  • Het meisje is op school.
  • De kinderen zijn ziek.
  • De buurman is aardig.
  • De buurvrouw is blij.
  • De leerlingen zijn in het lokaal.
  • Jij en ik zijn vrienden.


  • De leerling is in Amsterdam.
  • Opa en oma zijn ziek.
  • Jij en ik gaan naar de stad.
  • De jongen speelt met een bal.
  • De mannen maken huiswerk.
  • De meisjes zijn blij.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit weet je nog: werkwoorden

1.  Een werkwoord is een DOE-WOORD
2. Een werkwoord eindigt vaak op -EN
3. Een werkwoord verandert

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoorden en stam:
De stam van een werkwoord is de Ik -  vorm --> Ik luister


Werkwoord
Stam
Luisteren
Luister
Denken
Denk
Zeggen
Zeg
Werken
Werk

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soms is er een 2e werkwoord.
Dit werkwoord komt achteraan.
Je moet bewegen.
Je moet drinken.

Je moet op de bus wachten.
Hij moet drie rondjes rennen.

Wij moeten hard om de film lachen.
De auto moet bij het stoplicht stoppen.

Slide 6 - Diapositive

Geef een voorbeeldzin waarin moeten wordt gebruikt om een noodzaak aan te geven en vraag de studenten om het onderwerp, werkwoord en lijdend voorwerp te identificeren.
Werkwoorden en stam:
De stam van een werkwoord is de Ik -  vorm --> Ik luister


Werkwoord
Stam
Luisteren
Luister
Denken
Denk
Zeggen
Zeg
Werken
Werk

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drinken is het hele werkwoord.

Drink is de ik-vorm
  • ik     ik- vorm           drink
  • jij     ik-vorm + t      drinkt  ..
  • drink  jij/je
  • u     ik-vorm+t         drinkt
  • hij   ik-vorm+ t        drinkt
  • zij   ik-vorm+ t         drinkt
  • wij     hele werkwoord       drinken
  • jullie hele werkwoord       drinken
  • zij      hele werkwoord       drinken

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lidwoorden
Bij meervoud altijd "de":
de boeken

Woorden voor personen, bergen of rivieren altijd "de":
de moeder, de kok, de opa, de Rijn

Bij verkleinwoord altijd "het":
het meisje



Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud
bij lange en korte klinker

  • paal
  • straat
  • tas
  • hek
  • poot
Meervoud
f wordt een v
s wordt een z

  • golf 
  • brief
  • roos
  • huis

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voorzetsels?
Voorzetsels zijn kleine woorden die gebruikt kunnen worden om een plaats aan te geven. Ze vertellen ons waar iets is.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzetsels
kastwoorden

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzetsels
Achter
Voor
Naast
Op
Boven
In
Door
Onder
     ... de kast

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzetsels
feestwoorden

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzetsels
... het feest
Naar
Na
Tijdens
Bij
Op
Met
Sinds
Tot

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet er een voorzetsel voor

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het werkwoord zijn


  • ik ben
  • jij bent / ben jij?
  • u bent
  • hij is / zij is
  • wij zijn
  • jullie zijn
  • zij zijn

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoegelijk naamwoord
Ze vertellen HOE iets is:
mooi, blij, hoog, lief, vies, wit....

De jurk is wit.   De witte jurk.

f wordt een v / s wordt een z
doof / dove                        boos /  boze

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu gaan we zelf oefenen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

Les 2 met toets 2 bladzijde 20

- Leçon avec 16 diapositives
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 1

Werkwoorden vervoegen

- Leçon avec 38 diapositives
NederlandsSecundair onderwijs

Via Vooraf thema 4 hoofdstuk 2 spelling en grammatica

- Leçon avec 14 diapositives
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

4 Taal deel 1

- Leçon avec 15 diapositives
NederlandsLager onderwijs

24 EBG - Moeten

- Leçon avec 10 diapositives
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 1

Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen

- Leçon avec 42 diapositives
NederlandsPrimary EducationAge 7

H2 Spelling: -d/-t en stam van een werkwoord

- Leçon avec 26 diapositives
SpellingSecondary Education

Tegenwoordige tijd - regelmatig A0-A1 en GBK

- Leçon avec 30 diapositives
NT2MBOStudiejaar 1