Cette leçon contient 34 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H4 en H5
Toetsstof H4/H5 in PWW3
Slide 1 - Diapositive
Inhoudsopgave
1. Het leenstelsel
2. Het hofstelsel
3. De Hedsjra
4. Monotheïstische godsdiensten
5. De slag bij Hastings
6. De Honderjarige Oorlog
7. De standensamenleving
8. Kerstening / Missionarissen
9. De eerste kruistocht
Slide 2 - Diapositive
1. Het leenstelsel
1. Waardoor ontstond er een leenstelsel?
2. Hoe werkte het leenstelsel?
3. Wat is de negatieve kant van het leenstelsel?
Slide 3 - Diapositive
Het leenstelsel
Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten
Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen.
Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme
Slide 4 - Diapositive
Het leenstelsel: leenheer vazallen zendgraven
Het Frankische Rijk van Karel de Grote
Slide 5 - Diapositive
Leenstelsel
Leenstelsel
Slide 6 - Diapositive
2. Het hofstelsel
1. Waarvoor moest de heer zorgen voor zijn horige boeren (2)?
2. Wat moesten de horige boeren daarvoor in ruil doen voor hun heer (2)?
Slide 7 - Diapositive
Op het domein
De boeren waren horigen van de heer: ze moesten gehoorzaam zijn
Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen.
De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjes, te doen.
Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen.
Slide 8 - Diapositive
Het hofstelsel domein, herendiensten, pacht
Hofstelsel in een bron
heer, horigen
Slide 9 - Diapositive
Het mottekasteel was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Een versterkt hek dat bescherming moest bieden tijdens een oorlog. Als deze kapot was en moest worden opgeknapt, dan werd dit gedaan door horigen. Dit noem je een herendienst.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was.
Horigen woonden in vredestijd buiten het hof van de heer.
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief pacht en de herendiensten.
Hofstelsel
Slide 10 - Diapositive
3. De Hedsjra
1. In welk jaar vond de Hedsjra plaats?
2. Wat is er begonnen met het plaatsvinden van de Hedsjra?
Slide 11 - Diapositive
Van Mekka naar Medina
622
Mohammed vlucht naar Medina
Dit is het begin van de islamitsche jaartelling, de hedsjra
In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme).
Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers.
Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.
Slide 12 - Diapositive
4. Monotheïstische godsdiensten
1. Welke overeenkomsten zijn er tussen de islam, het christendom en het jodendom?
2. Welke verschillen zijn er tussen de islam, het christendom en het jodendom?
Slide 13 - Diapositive
Vergelijking van de drie
Islam
Christendom
Jodendom
Profeet
Mohammad (vzmh)
Jezus Christus
Abraham
Boek
Koran
Bijbel
Tenach
Gebedshuis
Moskee
Kerk
Synagoge
Slide 14 - Diapositive
5. De slag bij Hastings
1. Wat was de oorzaak voor het uitbreken van de oorlog tussen Graaf Harold en Hertog Willem?
2. Welke gevolgen had de Slag bij Hastings voor Engeland?
Slide 15 - Diapositive
De slag bij Hastings 1066
Oorzaak:
1066 sterft Engelse koning Edwardzonder erfgenaam.
De Engelse koningwas eenleenmanvande Franse koning.
Hoogste graaf Haroldeist als Engelse edelman de troon.
Franse hertog Willem van Normandië is neef van Edward en was diensleenheer, ook hij eist de troon
Willem van Normandië valt Engeland binnen en verslaat graaf Harold bij de Slag bij Hastingsin één dag
Slide 16 - Diapositive
De slag bij Hastings 1066
Gevolgen voor Engeland:
Engeland krijgt metWillem de Veroveraar een Franse koning
Normandische adel en geestelijken werden beloond met stukken grond van Engeland,werden zo leenmannenvan Willem de Veroveraar.
Slide 17 - Diapositive
6. De Honderdjarige Oorlog
1. Wat was de oorzaak van het uitbreken van de Honderdjarige Oorlog?
2. Hoe verliep de Honderdjarige Oorlog?
3. Welk voordeel had Engeland lange tijd op Frankrijk?
4. Wie was Jeanne d'Arc en wat heeft zij met deze oorlog te maken?
5. Welke gevolgen had de Honderdjarige Oorlog voor Engeland en Frankrijk?
Slide 18 - Diapositive
1337-1453: Een conflict tussen Engeland en Frankrijk.
Inzet: Wie is de baas over Guyenne (Zuid-West Frankrijk) leenman of leenheer?
Waarom: Engeland (leenman) heeft het gebied ooit in leen gekregen, Frankrijk (leenheer) wil het terug.
Verloop oorlog: Engeland eerste instantie sterker > boogschutters.
Jeanne 'd Arc(jong boerenmeisje) helpt Frankrijk alsnog aan een overwinning.
Winnaar: Koning Frankrijk (leenheer verslaat leenman!)
De Honderdjarige Oorlog
Slide 19 - Diapositive
Jeanne d'Arc
1412-1431
Toen ze 13 was, hoorde ze stemmen die haar vertelden dat ze de Fransen moest helpen bij de stad Orléans.
Karel VII gaf haar een leger, waarmee zij de Engelsen versloeg.
Een paar jaar later werd ze gevangen genomen en aan de Engelsen verkocht.
Die zeiden dat zij een heks was en verbrandde haar op de brandstapel.
Slide 20 - Diapositive
Engelsen zijn hun gebied kwijt aan Frankrijk.
Parlement wordt de baas in Engeland
Meer besturen vanuit één plaats: centraliseren / einde leenstelsel
De Franse koning legt nieuwe belastingen op > meer inkomsten > eigen getraind en staand leger
Leenmannen raken leengebied(en) kwijt
Meer besturen vanuit één plaats: centraliseren / einde leenstelsel
Gevolgen in Engeland Gevolgen in Frankrijk
Slide 21 - Diapositive
7. De standensamenleving
1. Uit welke drie standen bestaat de middeleeuwse samenleving?
Slide 22 - Diapositive
Standensamenleving
Slide 23 - Diapositive
8. Kerstening / Missionarissen
Mensen op een missie / met een taak / opdracht:
Verspreiden van het christendom
1. Welke twee personen zijn op missie geweest in Nederland?
Slide 24 - Diapositive
Willibrord
Bonifatius
Slide 25 - Diapositive
Bonifatius
-Engels monnik
-Probeerde Friezen te bekeren tot het christendom (omhakken heilige boom)
-Dat wilden de Friezen niet.
--> Bonifatius vermoord
Slide 26 - Diapositive
Bonifatius bij de Friezen
Slide 27 - Diapositive
9. De eerste kruistocht
1. Met welke oorzaak begon de eerste kruistocht?
2. Welke paus begon de eerste kruistocht?
3. Waarom wilden veel mensen meedoen met kruistochten?
4. Welke (positieve / negatieve) gevolgen waren er van de kruistochten?
Slide 28 - Diapositive
Contact tussen christenen en moslims in Jeruzalem
Het contact tussen joden, moslims en christenen in Jeruzalem is eeuwenlang vreedzaam: onderlinge handel en vreedzaam contact.
Dit verandert als de Seltjoeken, een Turks en islamitsch volk, christelijke reizigers begint te overvallen, beroven en vermoorden.
De Seltsjoeken veroveren vervolgens Jeruzalem en verwoesten de Heilige Grafkerk >1095: paus Urbanus IIroept op tot een kruistocht naar Jeruzalem.
Slide 29 - Diapositive
De Eerste Kruistocht
In 1095 roept paus Urbanus II op tot een heilige oorlog, een kruistocht.
Christelijke koningen en christenen in heel Europa zijn enthousiast: - Paus Urbanus II zegt toe aan deelnemers: je zonden worden vergeven. - Kruistochten zijn manieren om geld te verdienen (handel / plunderingen). - Machtiger worden (invloed bij paus vergroten / gebieden veroveren).
Slide 30 - Diapositive
1095: Paus Urbanus II
Slide 31 - Diapositive
Jeruzalem heroverd
1099
Jeruzalem wordt door kruisridders heroverd op de Seltsjoeken. Kruisvaarders slachtten de moslims af > definitief einde aan de vrede in Jeruzalem.
Slechts 20% deelnemers kwam aan in Jeruzalem, de rest overleed onderweg.
Kruisridders worden door de paus beloond met gebieden rond Jeruzalem.
Slide 32 - Diapositive
Nieuwe kruistochten
De Seltsjoeken blijven echter terugvechten > 1187: Saladin veroverd Jeruzalem.
In totaal worden nog acht nieuwe kruistochten georganiseerd > onsuccesvol, Jeruzalem blijft in handen van moslims. Alleen de eerste Kruistocht was enigszins succesvol.
Slide 33 - Diapositive
Leren van de vijand
Gevolgen van tweehonderd jaar kruistochten naar Jeruzalem:
Toename handel en contacten tussen Europa en Midden-Oosten.
Kennisover Arabische cultuur en wetenschap in Europa neemt toe: aardrijkskunde en wiskunde.
Nieuwe producten (zijde, katoen, bananen, meloenen en abrikozen).