Thema 4 Bs 5: Onderzoek naar evolutie

Basisstof 5: Onderzoek naar evolutie
Thema 4
Evolutie
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 5: Onderzoek naar evolutie
Thema 4
Evolutie

Slide 1 - Diapositive

Vandaag 
  • Een herhalingsvraag + filmpje (7 min)
  • Leerdoelen (2 min)
  • Uitleg bs 5 (25 min)
  • Maken bs 5 opdrachten 48 t/m 56 (30 min)
  • herhalen leerdoelen (10 min)

Slide 2 - Diapositive

De volgende tekst is evolutionair niet juist opgesteld:

De ijsbeer paste zich aan aan zijn nieuwe, sneeuwrijke omgeving door zijn vacht wit te laten worden

Maak van de bovenstaande omschrijving een juist met inachtneming van de voorwaarde voor evolutie.

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

Leerdoelen
  • Je kent enkele onderzoeksmethode naar verwantschap 
  1. Vergelijken van de anatomie 
  2. Vergelijken van de biochemie (DNA-sequencing, overeenkomst in bouw van cellen)
  • Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten 
  1. Homologe organen 
  2. Analoge organen 
  3. Rudimentaire organen
  • Je kunt een stamboom aflezen en construeren 

Slide 5 - Diapositive

Welke van deze organen zijn analoog aan elkaar?
A
Vogel en insect
B
Vleermuis en vogel
C
Vleermuis en insect

Slide 6 - Quiz

homologie <                                 vs                          > analogie
homologie
  • zelfde ontstaansgeschiedenis
  • zelfde bouwplan
  • verschillende functies

verwantschap
analogie
  • verschillende ontstaansgeschiedenis
  • verschillend bouwplan
  • zelfde functies

geen verwantschap

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

kleine egeltenrek 
Egel 

Slide 9 - Diapositive

De arm van een mens en de voorpoot van een hond zijn
A
Homoloog
B
Analoog

Slide 10 - Quiz


A
Homoloog
B
Analoog

Slide 11 - Quiz


A
Homoloog
B
Analoog
C
Rudimentair

Slide 12 - Quiz

Rudimentaire organen

Slide 13 - Diapositive

Wat zijn rudimentaire organen
A
Organen die dezelfde bouw hebben maar een andere functie
B
Organen die dezelfde functie hebben, maar apart van elkaar zijn ontstaan
C
Organen die dezelfde functie hebben, maar niet dezelfde bouw
D
Organen die we door aanpassingen aan het milieu niet meer nodig hebben

Slide 14 - Quiz

Wij mensen hebben rudimentaire organen. Welk van de volgende organen is rudimentair?
A
Galblaas
B
Blinde darm
C
Endeldarm
D
Lever

Slide 15 - Quiz

Je hebt gezien dat organen in verschillende organismen op elkaar kunnen lijken. Is deze gelijknis vanwege een gemeenschappelijke voorouder, dan noemen we dit homoloog. Is dezelfde vorm ontstaan zonder gemeenschappelijke voorouder, dan heet dit analoog. Welke eigenschappen die hieronder staan zijn volgens jou analoog? en welke homoloog?
homoloog
analoog
Het polsgewricht in een mens en de vingewrichten in een walvis
De vleugels van een meeuw en de vleugels van een vlieg
de duim van een gorilla en de duim van een wasbeer
de slurf van een mammoet en de slurf van een olifant

Slide 16 - Question de remorquage

Wat is geen rudimentair orgaan?
A
Het heupbeen bij een walvis
B
De blinde darm bij de mens
C
Het staartbotje bij een kat
D
Het staartbeen bij de mens

Slide 17 - Quiz

Waarom hebben
we kippenvel?

Slide 18 - Question ouverte

Rudimentaire organen van de mens 

Slide 19 - Diapositive

Afstammingsboom

Clade (= tak)
  • een groep organismen met overeenkomstige voorouder

Splitsingspunten in cladogram
  • Van een tak naar twee takken (dichotoom )
  • Een gemeenschappelijke voorouder
  • Boven splitsing verschillen clades slechts in 1 eigenschap



Slide 20 - Diapositive

Welke dieren zijn volgens de informatie het meest aan elkaar verwant?
(zie stamboom hiernaast)

Sleep het goede antwoord naar het duimpje!!
de manenwolf en de wolf 
de manenwolf en de boshond
de jakhals en de wolf
de jakhals en de manenwolf
de boshond en de wolf
de boshond en de jakhals

Slide 21 - Question de remorquage

Rudimentaire organen
  • organen die in de loop van de evolutie hun functie hebben verloren
  • organen kunnen zelfs verdwijnen
  • voorbeelden: blindedarm bij de mens, bekken bij een walvis, dijbeen bij een slang

Slide 22 - Diapositive

Volgens de evolutie ontstaan er in de loop van de tijd verschillen tussen organismen. Bij het ontstaan van grote verschillen worden ze ingedeeld in aparte groepen. In de stamboom van informatie 1 geven de cijfers 1, 2 en 3 het ontstaan van zulke aparte groepen aan.
In welke volgorde in de tijd zijn deze splitsingen in aparte groepen ontstaan volgens de gegevens in de stamboom? 
1 - 2 - 3 
3 - 2 - 1
3 - 1 - 2 
2 - 1 - 3 
2 - 3 - 1 
1 - 3 - 2 

Slide 23 - Question de remorquage

Hoe delen we stambomen in?
Tot ver in de 20e eeuw:
  • op basis van uiterlijke kenmerken

Vrij recentelijk: op basis van moleculaire homologie
  • overeenkomsten in DNA sequenties
  • overeenkomsten in eiwitbouw (homologie in aminozuurvolgorde (primaire structuur))

Hierdoor kunnen stambomen totaal verschillend uitzien!
Een recente ontdekking op basis van indeling in moleculaire homologie laat zien dat walvissen zeer nauw verwant zijn aan hoefdieren.
Een blauwe vinvis is nauwer verwant aan een giraffe dan aan een haai.

Slide 24 - Diapositive

                          Cladogram vs. Fylogram
Cladogram
  • geeft verwantschap tussen clades weer
  • lengte van clades hebben geen betekenis
Een cladogram geeft GEEN informatie over verloop van tijd 
Fylogram
  • geeft verwantschap tussen clades weer
  • lengte van clades geeft aan hoeveel tijd er in de evolutie verlopen is
Een fylogram geeft WEL informatie over verloop van tijd 

Slide 25 - Diapositive

Bestudeer de stamboom hiernaast.

Welk type afbeelding is hier weergegeven?
A
cladogram
B
fylogram

Slide 26 - Quiz

RNA 
rRNA
ribosomal RNA

Slide 27 - Diapositive

Genetisch onderzoek
Op basis van ribosomaal RNA (rRNA):
  • Bij prokaryoten en eukaryoten

Op basis van DNA:
  • DNA-sequencing
  • Mate van overeenkomst in basenvolgorde zegt iets over de verwantschap

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Maken bs 5 opdrachten 48 t/m 56 
maak eerst vraag 52 (die gaan we zo bespreken) 
timer
30:00

Slide 30 - Diapositive

bespreken vraag 52 
a) Formuleer een onderzoeksvraag bij het onderzoek van de afbeelding.
  • Met welke bloedeiwitten van primaten komen de bloedeiwitten van de mens het meest overeen?
b) Formuleer een conclusie bij dit onderzoek.
  • De bloedeiwitten van de chimpansee komen het meest overeen met die van de mens. De hypothese is juist.

Slide 31 - Diapositive

Leerdoelen herhalen 
  • Je kent enkele onderzoeksmethode naar verwantschap 
  • Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten 
  • Je kunt een stamboom aflezen en construeren 

Slide 32 - Diapositive

Is dit een rudimentair, analoog of homoloog orgaan? De duim van de mens en de panda
A
Rudimentair
B
Analoog
C
Homoloog
D
Geen van 3en

Slide 33 - Quiz

In de afbeelding zie je de evolutionaire stamboom van zowel een aantal uitgestorven als nu nog levende katachtigen. 
Zet de soorten in de juiste volgorde van ontstaan. Zet de soort die het langst geleden is ontstaan links.
Leeuw
Proailurus lemanensis
Sabeltand-tijger

Slide 34 - Question de remorquage

Analoge organen duiden op een nauwe verwantschap (ze delen een gemeenschappelijke voorouder = vaak een uitgestorven soort)
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quiz

Welke groep vissen is volgens de stamboom het langst geleden als aparte
groep ontstaan?
Sleep het vinkje naar het goede antwoord





B blauwe regenboogvis
C Plecodus
E prinses van Burundi 
D schubbeneter
A Petrochromis

Slide 36 - Question de remorquage

Bij welke gemeenschappelijke voorouder van de mensapen
ontbrak de staart al?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 37 - Quiz

Hoe lang geleden leefde de gemeenschappelijke voorouder van Mens en Bonobo's?
A
25 miljoen jaar geleden
B
15 miljoen jaar geleden
C
7 miljoen jaar geleden
D
5 miljoen jaar geleden

Slide 38 - Quiz

Stamboom slangen.

Welk soort is uitgestorven?
A
1
B
7
C
4
D
6

Slide 39 - Quiz

Huiswerk
Wat je nog niet af hebt van basisstof 5 maak je thuis af 

Slide 40 - Diapositive