Herhaling + lezen

Herhaling + woord volgorde
3 basis
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herhaling + woord volgorde
3 basis

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen van Vandaag
Herhaling Present Simple / Present continuous (het nu)

Woordvolgorde: Wie doet wat waar wanneer?

Aan het eind van de les kun jij een zin in de goede volgorde zetten. 



Slide 2 - Diapositive

Wat is ons eerste engels Examen in de toetsweek?
A
Speaking
B
Reading
C
Listening
D
Writing

Slide 3 - Quiz

Difference?                                                                                      
Continuous (to be + ww-ing)
I am working
You are working
He is working
She  is working        
It  is working

You are working
They are working
We are working

Om te vertellen over dingen die NU bezig zijn of om irritatie uit te drukken

I am working on my homework at the moment.
Look, he is running really fast!
My brother is always teasing me!
Zo "SIMPLE" mogelijk!
I work
You work
He works
She works        SHIT + S!!
It works

You work
They work
We work

Om te vertellen over feiten, gewoontes en regelmatige gebeurtenissen.

I work at the supermarket every weekend
I brush my teeth twice a day.
Water boils at 100 degrees
Present Simple                          Present Continuous

Slide 4 - Diapositive

Present simple / Wat regelmatig gebeurd
A
Shit rule (+S)
B
Am/Is/Are + Ing

Slide 5 - Quiz

Geef 3 signaalwoorden van de Present simple.

Slide 6 - Question ouverte

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 7 - Quiz

He ___________ (eat) rice every day.

A
is eating
B
eats

Slide 8 - Quiz

Present simple
He ..... (to try)
A
try
B
tries
C
trys

Slide 9 - Quiz

(to teach) present simple
She ..... English.

Slide 10 - Question ouverte

She usually ________ (arrive) late.

A
is arriving
B
arrives

Slide 11 - Quiz

They ___________ (play) tennis now.

A
are playing
B
play

Slide 12 - Quiz

I _____________ (work) at the moment.

Slide 13 - Question ouverte

She __always________ (sing) in the shower.

Slide 14 - Question ouverte

Woord volgorde
Welk woord komt eerst

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wie
doet
wat
waar
wanneer
Tommy
watches
in the park
on Sundays
soccer

Slide 17 - Question de remorquage

Wie
doet
wat
waar
wanneer
My friends
have played
every month
Poker

Slide 18 - Question de remorquage

Zet in de goede volgorde:
we / a book / in the evening / are reading

Slide 19 - Question ouverte

Zet in de goede volgorde:
was / last week / he / in hospital

Slide 20 - Question ouverte

Bijwoorden
Bijwoorden, voegen meer informatie toe.

Bijvoorbeeld:
I am excited
I am Really excited

Slide 21 - Diapositive

Zelf aan de slag
BOEK:
Opdracht 6 / 7 / 8 
pagina 30/31
Als je klaar bent, opdracht 11

Laptop:
1.4 Reading, opdracht 6, 7 en 8. 

Slide 22 - Diapositive

Wat wist je nog niet voor deze les?

Slide 23 - Question ouverte

Huiswerk
Als het nog niet af is: Opdracht 6,7 8 (pagina 30-31)

+Leren woordjes pagina 52 
Based on tot wizard

Slide 24 - Diapositive