Lezen H4 en H5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom HV1Q - Les 1

Lesdoelen

- je leert tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden

- je leert chronologische, opsommende, tegenstellende en toelichtende verbanden in een tekst herkennen

Lesprogramma

- Welkom (5 min)

- Alaska (10 min)

- Terugblik Lezen: hoofdgedachte, inleiding en slot (15 min)

- Uitleg: H4 Lezen: signaalwoorden en tekstverbanden (10 min)

- Zelfstandig werken (20 min)

- Afsluiting (5 min)

Uit welke drie onderdelen bestaat een tekst?

1. Inleiding, onderwerp en hoofdgedachte
2. Inleiding, slot en hoofdgedachte
3. Inleiding, middenstuk en slot
4. Middenstuk, slot en hoofdgedachte

Waar staat de hoofdgedachte van een tekst vaak?

1. In het middenstuk
2. In de samenvatting
3. In de inleiding of in het slot
4. Dat kun je nooit weten

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

1. Alle hoofdzaken op een rij
2. Alle hoofd- en bijzaken op een rij
3. De samenvatting van een tekst
4. Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat

Wat is de juiste vorm van de hoofdgedachte?

1. Een volledige zin
2. Eén of een paar woorden
3. Een werkwoord
4. Slechts één woord

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

1. Als je stage loopt in het vmbo, moet je aan verschillende zaken denken.
2. Hoe een stage in de praktijk ingevuld wordt, verschilt per opleiding.
3. In het vmbo kun je verschillende soorten stages lopen.

- huiswerk

Lezen H3

Opdracht 1 en 4

Vragen?

H4 Lezen

Signaalwoorden en tekstverbanden

Tekstverband

In een (goede) tekst hangen woorden, zinnen en alinea's met elkaar samen.

Die samenhang heet tekstverband, hierdoor kun je teksten beter begrijpen.

Je kunt verbanden vaak herkennen aan signaalwoorden.

Overzicht tekstverbanden en signaalwoorden

Zelfstandig werken

- Maak opdracht 2 van H4 Lezen blz. 104

Klaar?: Maak opdracht 4 blz. 106

PAUZE!

H4 Lezen

Signaalwoorden en tekstverbanden

Overzicht tekstverbanden en signaalwoorden

Signaalwoord ’bijvoorbeeld’ verwijst naar het tekstverband:

1. Samenvattend tekstverband
2. Toelichtend tekstverband
3. Tegenstellend tekstverband
4. Opsommend tekstverband

Signaalwoord ’echter’ verwijst naar het tekstverband:

1. opsommend tekstverband
2. tegenstellend tekstverband
3. chronologisch tekstverband
4. redengevend tekstverband

Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'bovendien'?

1. Concluderend tekstverband
2. Chronologisch tekstverband
3. Tegenstellend tekstverband
4. Opsommend tekstverband

Signaalwoorden met tijd:
welk tekstverband?

1. chronologisch tekstverband
2. toelichtend tekstverband
3. opsommend tekstverband
4. tegenstellend tekstverband

Signaalwoord ’ook’ verwijst naar het tekstverband:

1. Concluderend tekstverband
2. Tijdsvolgorde tekstverband
3. Redengevend tekstverband
4. Opsommend tekstverband

Signaalwoord ’verder’ verwijst naar het tekstverband:

1. opsommend tekstverband
2. tegenstellend tekstverband
3. chronologisch tekstverband
4. redengevend tekstverband

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord ZOALS?

1. chronologisch tekstverband
2. opsommend tekstverband
3. tegenstellend tekstverband
4. toelichtend tekstverband

Overzicht tekstverbanden en signaalwoorden

Opdracht 2 blz. 104

Zelfstandig werken

- Maak opdracht 4 H4 Lezen blz. 106/107

- Bedenk 3 Kahoot-vragen over Alaska en mail deze via Magistermail naar mij