Voorbereiding examen gesprekken 1/2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Voorbereiding examen Gesprekken

Wat gaan we doen?

Vandaag gaan we het hebben over vacatures en moeilijke woorden die horen bij solliciteren.

Welke informatie vind je belangrijk bij een vacature?

Vacature

Als je op zoek gaat naar werk, moet je op zoek gaan naar vacatures. In vacatures staan ook soms moeilijke woorden.. 

Kijk maar.. 

Functie =

1. De taken die jij uitvoert
2. De stages die je hebt gelopen
3. De certificaten die je hebt gehaald
4. Afspraken die je met je baas maakt

CV =

1. Brief waarin je schrijf wie je bent
2. Overzicht van al je gegevens
3. Alle baantjes die je hebt gehad
4. Werk wat jij echt niet leuk vindt.

Contract =

1. Lijst met bedrijven waar je kunt werken.
2. Afspraken over klusjes die je thuis moet doen.
3. Afspraken over het werken bij een bedrijf
4. Afspraken over hoe je met je collega's omgaat.

Motivatiebrief =

1. overzicht van jouw gegevens
2. de taken die jij uitvoert op het werk
3. Brief die je schrijft over waarom je de baan wilt.
4. Iets wat jij echt leuk vindt

Daarna... 

Het sollicitatiegesprek

Tijdens het sollicitatiegesprek kunnen er ook moeilijke woorden worden gezegd. Het is dus belangrijk dat je de meeste al kent.

We gaan nu oefenen! 

Lichaamstaal

1. Alle gedachtes in jouw hoofd
2. Alles wat jij zegt met je lichaam, zonder woorden
3. Alles wat je tegen iemand zegt in een gesprek.
4. Een heel sterk persoon

Werknemer =

1. Iemand die elk werk wil doen.
2. Iemand die werk afpakt van een ander.
3. Iemand die een eigen bedrijf heeft.
4. Iemand die voor een ander werkt en daarvoor betaald krijgt.

Werkervaring

1. Werken op een boot.
2. Werk dat je heel goed kunt.
3. Alle baantjes en stages die jij hebt gehad. .
4. Werk wat jij echt niet leuk vindt.

Werkgever

1. Iemand die elk werk graag weggeeft
2. Iemand die jou rotklusjes geeft
3. Iemand die een eigen bedrijf heeft.
4. Iemand die werk geeft aan een werknemer

Arbeidscontract
voor
onbepaalde tijd.

1. Arbeidscontract ZONDER einddatum
2. Arbeidscontract voor bepaalde taken
3. Arbeidscontract voor 40 uur per week
4. Arbeidscontract MET einddatum

Vakantiegeld

1. Geld dat jij gevonden hebt op vakantie.
2. Geld dat jij moet betalen voor je vakantie.
3. Geld dat jij krijgt van jouw werkgever.
4. Geld dat jij kunt verdienen in de vakantie.

Salaris

Een salaris wordt alleen uitbetaald in vakantiedagen.

1. waar
2. niet waar

Contract

Een contract krijg je bij een nieuwe baan.

1. waar
2. niet waar

Afspraak

Bij een contract ondertekenen beide partijen de afspraken

1. waar
2. niet waar

Personeel

Alle mensen die werken in een bedrijf zijn het personeel.

1. waar
2. niet waar

Sollicitatie

Bij een sollicitatie gaat het met name om hoeveel pauze je hebt.

1. waar
2. niet waar

Voldoen aan

De nieuwe medewerker moet voldoen aan de eisen die het bedrijf stelt

1. waar
2. niet waar

Kandidaat

Als je solliciteert, ben je kandidaat voor een baan.

1. waar
2. niet waar

Bekijk de vacature

Wat weet je over het bedrijf/ organisatie?

Welke kwaliteiten vragen ze?

Wat zijn de eisen?

Wat zijn de taken?

Hoe is de sollicitatieprocedure?

Voor wanneer moet je reageren?

Naar wie moet je jouw sollicitatie sturen?

Examenopdracht

Zoek een vacature op www.indeed of www.nationalevacaturebank.nl
Kopieer jouw vacature naar een wordbestand en lever de opdracht in op It's Learning.

• Deze vacature met het formulier maken deel uit van het examen 'keuzedeel solliciteren'.
• Deze vacature gebruiken we voor je sollicitatiebrief.