3.2 Dezelfde formules

H3 Rekenen met formules
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H3 Rekenen met formules

Slide 1 - Diapositive

3.2 Dezelfde formules
Wat gaan we deze les leren:
  • formules met haakjes anders schrijven
  • controleren of formules gelijk zijn
  • formules zonder haakjes schrijven

Slide 2 - Diapositive

Dezelfde formules
1. Formules met haakjes anders schrijven
maak bij de formule 
y = ( x+3 ) x 2 een pijlenketting:

haakje wegwerken gaat voor vermenigvuldigen. Daarom moet je hier eerst optellen!

Slide 3 - Diapositive

Dezelfde formules
1. Formules met haakjes anders schrijven
maak bij de formule 
y = 2( x+3 )  een pijlenketting:

Ook hier gaan haakjes wegwerken voor vermenigvuldigen.
Dus ook hier eerst optellen.

Slide 4 - Diapositive

Dezelfde formules
1. Formules met haakjes anders schrijven
maak bij de formule 
y = 2x + 6  een pijlenketting:

Er staan nu geen haakjes dus nu moet je eerst vermenigvuldigen en daarna optellen

Slide 5 - Diapositive

Dezelfde formules
1 . y = (x + 3) x 2       
2. y = 2(x + 3)            als je ( x + 3) moet vermenigvuldigen met 2
3. y = 2x + 6               maakt het niet uit of x 2 voor de haakjes 
                                       staan ( 2 ) of achter de haakjes ( 1 ). in beide 
                                       gevallen moet je eerst (x+3) uitrekenen en 
                                       daarna pas vermenigvuldigen met 2.

Slide 6 - Diapositive

Dezelfde formules
1 . y = (x + 3) x 2       
2. y = 2(x + 3)            als we nu (x + 3) gaan vermenigvuldigen 
3. y = 2x + 6               met 2, krijg je  y = 2x + 6 en dat is  precies
                                       hetzelfde als formule 3.

Slide 7 - Diapositive

Welke formule is gelijk aan
y = 3 ( x - 4 )
A
y = 3x - 4
B
y = x - 12
C
y = 3x +12
D
y = 3x - 12

Slide 8 - Quiz

Welke formule is gelijk aan
y = 2 ( -x - 6 )
A
y = 2x - 6
B
y = 2x +6
C
y = -2x -12
D
y = -2x + 12

Slide 9 - Quiz

Welke formule is gelijk aan
y = -4 ( -x - 4 )
A
y = 4x - 16
B
y = 4x +16
C
y = -4x -16
D
y = -4x + 16

Slide 10 - Quiz

Welke formule is gelijk aan
y = ( x - 4 ) x 10
A
y = x - 40
B
y = x + 40
C
y = -10x -40
D
y = 10x - 40

Slide 11 - Quiz

Schrijf de volgende formule zonder haakjes
y = 6 ( x + 5 )

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf de volgende formule zonder haakjes
15 ( x + 3 ) = y

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf de volgende formule zonder haakjes
0,5 ( x - 5 ) = y

Slide 14 - Question ouverte

Maak een pijlenketting bij de formule:
y = 3 ( k - 5 )

Slide 15 - Question ouverte

Maak nu
paragraaf 3.2  helemaal netjes af in je schrift.

Slide 16 - Diapositive