Personal pronouns

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 2 - Carte mentale

PERSONAL PRONOUNS

Persoonlijke voornaamwoorden zeggen iets over de persoon die iets doet.

She is very sweet.
They are always late.
Why do you like him?

Slide 3 - Diapositive

LET OP! HET ENGELSE WOORD 'I' SCHRIJF JE ALTIJD MET EEN HOOFDLETTER, OOK AL STAAT HET MIDDEN IN DE ZIN!
Dit zijn persoonlijke voornaam-
woorden die gaan over het ONDERWERP. Ze staan aan het begin van de zin.

Slide 4 - Diapositive

Vul aan:
___ (ik) am 12 years old.
A
You
B
He
C
They
D
I

Slide 5 - Quiz

Vul aan:
___ (zij) is late for school.
A
They
B
She
C
He
D
It

Slide 6 - Quiz

Vul aan:
___ (hij) is taller than me.
A
he
B
we
C
she
D
you

Slide 7 - Quiz

Are ___ (wij) going to play soccer with her?
A
you
B
we
C
I
D
they

Slide 8 - Quiz

Personal Pronouns
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij/je
Wij/we
Zij/ze
Ik
Jullie
Hij
Zij
Het

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Diapositive