Les 3 & 4 Begeleider deel 1: Observeren en zelfbeeld
De sportleider als begeleider 1
B&L periode 4
Les 1/2
Observatie & zelfbeeld
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
B&LMBOStudiejaar 1
Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
De sportleider als begeleider 1
B&L periode 4
Les 1/2
Observatie & zelfbeeld
Slide 1 - Diapositive
Inhoud
Observatie
Waarnemingsfouten
Observatiemethoden
Methodische observatie
Zelfbeeld & bouwstenen
Verschillende zelfbeelden
Vragen?
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
00:24
Het aantal passes is:
A
10
B
13
C
14
D
15
Slide 4 - Quiz
Wat is observeren?
Observeren: bewust en doelgericht waarnemen met als doel informatie verzamelen
Waarnemen: het ontvangen van signalen uit je omgeving
Interpreteren: het betekenis geven aan waargenomen verbalen en non-verbale signalen
Slide 5 - Diapositive
Wat zie je?
Slide 6 - Diapositive
Wat zie je?
Slide 7 - Diapositive
Welke uitspraak is juist
A
Voor een sportleider is het gericht kijken naar bewegende mensen een belangrijk onderdeel van zijn werk.
B
Observeren is een tamelijk eenvoudige vaardigheid.
C
Je gaat eerst observaties interpreteren en daarna beschrijven
D
Als je betrouwbaar en objectief geobserveerd hebt hoef je niet ook nog eens nauwkeurig te zijn.
Slide 8 - Quiz
Als we betekenis geven aan verbale en non verbale signalen dan zijn we aan het:
A
Waarnemen
B
Interpreteren
C
Oordelen
D
Projecteren
Slide 9 - Quiz
Eisen voor een goede observatie
Betrouwbaar: bij herhaalde meting hetzelfde resultaat;
Valide: geeft een instrument je de juiste informatie;
Objectief: feiten, geen meningen;
Nauwkeurig: alles registreren wat je ziet of hoort;
Onafhankelijk: geen sprake van gezamenlijk belang
Slide 10 - Diapositive
Waarnemen en waarnemingsfouten
Belangrijkste waarnemingsfouten:
Selectief waarnemen
Subjectief waarnemen
Begin en eind
Contrast
Projectie
Slide 11 - Diapositive
Observatiemethoden
Participerende observatie (zelf meedoen)
Niet-participerende observatie (zit je aan de kant en observeert)
Kwalitatieve observatiemethode Je kijkt naar wat er gebeurt, naar het gedrag dat iemand vertoont.
Event sampling: beschrijven van een bijzondere gebeurtenis aan de hand van de
ABC-methode
A: Aanleiding
B: Behaviour (gedrag)
C: Consequentie of vervolg
Kwantitatieve observatiemethode
Bij een kwantitatieve observatie gaat het om de hoeveelheid. Hoe vaak, hoe lang, hoe snel... enzovoorts.
Slide 12 - Diapositive
De ABC methode bij event sampling staat voor:
A
A-Bra-Cadabra
B
Aanleiding-Behaviour-Consequentie
C
Algemeen-Basis-Contact
D
Alledaags-Beginner-Contact
Slide 13 - Quiz
Het stappenplan
Bepaal het doel
Bepaal het te observeren gedrag
Kies een passende observatiemethode
Kies eventuele hulpmiddelen
Bepaal de observatiesituatie
Kies een manier van rapporteren
Slide 14 - Diapositive
Als ik aan de kant ga zitten om goed de deelnemers te kunnen observeren dan noemen we dit een ... observatie.
A
Participerende
B
Niet participerende
C
Kwantitatieve
D
Slechte
Slide 15 - Quiz
Noem een voordeel en een nadeel van een participerende observatie:
Slide 16 - Question ouverte
Zelfbeeld
Slide 17 - Diapositive
Zelfbeeld
Het subjectieve oordeel dat iemand zich vormt van zichzelf onder invloed van anderen en onder invloed van ervaringen - Hoe kijk je naar jezelf? - Hoe beoordeel jij je gedrag?