20/1 Frans zke 1a3

Mercredi 20 janvier - 1A3 - ZKE
C
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Mercredi 20 janvier - 1A3 - ZKE
C

Slide 1 - Diapositive

Le planning

- check hw
- grammaire bron H: pronom possessif
- au travail!


Doel van de les: ik weet welk bezittelijk voornaamwoord ik nodig heb
Vorige les: zelfstandig leestekst bron F 

Slide 2 - Diapositive

Ff checken...
- Hoe ging het huiswerk?  ex. 17(+d), 18,,, 20, 22 online

en ook: fais bron F, ex. 23, 24, 25, 26acd

- Vragen?
- kloktijden teams
- Vragenmoment maandag 13:30-14:00



Slide 3 - Diapositive

vertaal: facile

Slide 4 - Question ouverte

vertaal: la note

Slide 5 - Question ouverte

vertaal: Ik houd van Frans, dat is mijn favoriete vak.






Ik hou van Frans. Dat is mijn favoriete vak

Slide 6 - Question ouverte

vertaal: Ik houd van Frans, dat is mijn favoriete vak.






Ik ben dol op Frans. Dat is mijn favoriete vak.

Slide 7 - Question ouverte

Maak aantekeningen in je schrift

Slide 8 - Diapositive

Wat weet je van het bez. vnw. in het Nederlands?

Slide 9 - Carte mentale

Le pronom possessif...
= bezittelijk voornaamwoord
- Nederlands: mijn, jouw, zijn, haar, jullie, onze, uw, hun
- Geeft een bezit aan

- Frans: heeel veel opties. Stress? Neee! :D 

Slide 10 - Diapositive

Le pronom possessif

Het bezittelijk voornaamwoord
voorbeelden

C'est mon lit.                                = Het is mijn bed. 

Mon cours commence.             = Mijn les begint. 

Voilà ma chambre.                     = Hier is mijn slaapkamer.

Je suis dans ma piscine.           = Ik ben in mijn zwembad.

Je mange avec mes parents.  = Ik eet met mijn ouders. 

J'ai fini mes devoirs.                   = Ik heb mijn huiswerk af. 




Slide 11 - Diapositive

Vraag: Zie jij de 'regel'?

Le lit           C'est mon lit.


La chambre          Voilà ma chambre.


Les parents          J'adore mes parents.

Slide 12 - Diapositive

De vorm van het bezittelijk naamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
Het gaat om het bezit zelf, en niet de eigenaar.

Le lit           C'est mon lit.


La chambre          Voilà ma chambre.


Les parents          J'adore mes parents.

Slide 13 - Diapositive

De vorm van het bezittelijk naamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
Het gaat om het bezit zelf, en niet de eigenaar.

Le lit           C'est mon lit.


La chambre          Voilà ma chambre.


Les parents          J'adore mes parents.

Het bezit, le lit, heeft lidwoord 'LE' dus het is mannelijk enkelvoud
Het bezit, la chambre, heeft lidwoord 'LA' dus het is vrouwelijk enkelvoud
Het bezit, les parents, heeft lidwoord 'LES' dus het is meervoud

Slide 14 - Diapositive

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Vraag: wat valt je op?

Slide 15 - Diapositive

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

un, le,
l'
une, la,
l'
des, les
mnl + vrl
mnl + vrl
mnl + vrl

Slide 16 - Diapositive

Voorbeelden
1. Marc est (mijn)                        frère.
2. Ils sont (jouw)                        parents.
3. C'est (zijn)                 maison
4. C'est (onze)                voiture.
5. Ce sont (uw)                livres.
6. Ils font (hun)             devoirs.
un, le,
l'
une, la,
l'
des, les
mnl + vrl
mnl + vrl
mnl + vrl

Slide 17 - Diapositive

Vul het juiste bez. vnw. in:
Je suis dans ... (mijn) chambre.
(vrl)
A
mon
B
ma
C
ta
D
sa

Slide 18 - Quiz

Vul het juiste bez. vnw. in:
Pierre et Marie sont ... (onze) parents. (mv)
A
ses
B
tes
C
nos
D
vos

Slide 19 - Quiz

Vul het juiste bez. vnw. in:
George est ... (haar) cousin.
(=neef dus mnl)
A
son
B
sa
C
ta
D
ton

Slide 20 - Quiz

Let op!
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: gebruik altijd mon, ton of son!
Waarom?? 

voorbeeld:
Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.
C'est son équerre.         = Dat is zijn geodriehoek.

ma/ta/sa --> wordt --> mon/ton/son voor klinker/stomme h


Slide 21 - Diapositive

Let op!
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: gebruik altijd mon, ton of son!
Waarom?? --> klinkerbotsing!

voorbeeld:
Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.
C'est son équerre.         = Dat is zijn geodriehoek.


Slide 22 - Diapositive

Vul het juiste bez. vnw. in:
J'aime ...... (mijn) école (vrl).
A
ta
B
ton
C
sa
D
son

Slide 23 - Quiz

Pour résumer...
- pronom possessif
- het woord (bez. vnw) hangt af van het geslacht van het bezit

- er zijn meerdere woorden voor 1 vertaling:
mijn = mon, ma én mes
deze moet je leren

- bij een klinker gebruik je het mannelijke bez. vnw = mon, ton, son

Slide 24 - Diapositive

Encore des questions?

Slide 25 - Diapositive

Au travail !
Kies: of een opdracht samen maken, of zelfstandig aan het werk met de opdrachten

Zelfstandig tot 10:25 werken = tijdens mijn uitleg in stilte werken met:
- Fais ex. 30, 31, 32, 33ab online
- Slim stampen bron H minstens 60%
- Herhaal voca D + F

Dit is ook huiswerk voor de volgende les (dinsdag 26 januari).

Slide 26 - Diapositive

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 27 - Carte mentale

À mardi !
Les devoirs pour mardi 26/1:

- Fais ex. 30, 31, 32, 33ab online
- Slim stampen bron H minstens 60%
- Herhaal voca D + F

Slide 28 - Diapositive