15 januari 2024

Nakijken 
15 januari 2024
boek farmaceutisch rekenen 4.5.2 vraag 35 t/m 38
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FarMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nakijken 
15 januari 2024
boek farmaceutisch rekenen 4.5.2 vraag 35 t/m 38

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

35.
In 1 ml oplosvloeistof is 15 mg geneesmiddel opgelost. Beantwoord met dit gegeven de volgende vragen met juist/onjuist:
a. In 2 ml zit meer dan 15 mg opgelost.


A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

35.
In 1 ml oplosvloeistof is 15 mg geneesmiddel opgelost. Beantwoord met dit gegeven de volgende vragen met juist/onjuist:
b. Het aantal ml dat wordt gegeven is bepalend voor de hoeveelheid geneesmiddel die wordt gegeven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz



c.In 0,5 ml zit meer dan 15 mg opgelost.
d.Je moet 1,5 ml geven om 22,5 mg geneesmiddel toe te dienen.
35.
In 1 ml oplosvloeistof is 15 mg geneesmiddel opgelost. Beantwoord met dit gegeven de volgende vragen met juist/onjuist:
c.In 0,5 ml zit meer dan 15 mg opgelost.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz



c.In 0,5 ml zit meer dan 15 mg opgelost.
d.Je moet 1,5 ml geven om 22,5 mg geneesmiddel toe te dienen.
35.
In 1 ml oplosvloeistof is 15 mg geneesmiddel opgelost. Beantwoord met dit gegeven de volgende vragen met juist/onjuist:
d.Je moet 1,5 ml geven om 22,5 mg geneesmiddel toe te dienen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

36.
Paracetamoldrank bevat 24 mg/ml. Merve gebruikt 3 × daags 180 mg paracetamol. Een fles paracetamoldrank bevat 0,5 l. Hoeveel ml drank neemt Merve per dag in
A
3x180mg=540mg 1m=24mg, 540/24=22,5ml per dag
B
180/24= 7,5 ml per dag

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

36. Een fles paracetamoldrank bevat 0,5 l. hoeveel hele dagen kan zij met 1 fles doen?
A
22,5ml per dag 500ml/22,5= 22 dagen
B
7,5ml per dag 0,5 x 7,5 = 3 hele dagen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

37. Melissa heeft ernstige pijn en krijgt 6 × daags 30 mg morfine. De morfine wordt door de sonde toegediend. De apotheek levert morfinedrank in een flacon van 100 ml met een concentratie van 20 mg/ml. Hoeveel ml krijgt Melissa per dag?
A
6x30mg = 180mg per dag 1ml = 20mg > 180mg/20= 9ml per dag
B
6x30mg = 180mg per dag 180/100 = 1,8 ml per dag

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

37. De apotheek levert morfinedrank in een flacon van 100 ml met een concentratie van 20 mg/ml. Hoeveel hele dagen kan zij met 1 flacon doen?
A
9ml per dag flacon 100ml > 100/9= 11 dagen
B
9 ml per dag 9/100 = 0,09 dagen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

38. In de apotheek liggen atropineampullen op voorraad met een sterkte van 1 ml = 2 mg. Een patiënt moet 3 mg atropine krijgen. Hoeveel milliliter wordt er toegediend?
A
1ml = 2mg ?ml = 3mg > 3/2= 1,5ml
B
1ml = 2mg ?ml = 3mg > 3x2= 6ml

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 
Farmaceutisch rekenen 4.5.3 vraag 39 tm 44 

Volgend week oefentoets
29 januari eindtoets telt 2x 



Slide 11 - Diapositive

In 1 ml oplosvloeistof is 15 mg geneesmiddel opgelost. Beantwoord met dit gegeven de volgende vragen met juist/onjuist:
a.
In 2 ml zit meer dan 15 mg opgelost.
b.
Het aantal ml dat wordt gegeven is bepalend voor de hoeveelheid geneesmiddel die wordt gegeven.
c.
In 0,5 ml zit meer dan 15 mg opgelost.
d.
Je moet 1,5 ml geven om 22,5 mg geneesmiddel toe te dienen.
36.
Paracetamoldrank bevat 24 mg/ml. Merve gebruikt 3 × daags 180 mg paracetamol. Een fles paracetamoldrank bevat 0,5 l. Hoeveel ml drank neemt Merve per dag in en hoeveel hele dagen kan zij met 1 fles doen?
37.
Melissa heeft ernstige pijn en krijgt 6 × daags 30 mg morfine. De morfine wordt door de sonde toegediend. De apotheek levert morfinedrank in een flacon van 100 ml met een concentratie van 20 mg/ml. Hoeveel ml krijgt Melissa per dag en hoeveel hele dagen kan zij met 1 flacon doen?
38.
In de apotheek liggen atropineampullen op voorraad (in volgende opgaven afgekort tot: ‘in voorraad’) met een sterkte van 1 ml = 2 mg. Een patiënt moet 3 mg atropine krijgen. Hoeveel milliliter wordt er toegediend?
39.In voorraad ampullen met een sterkte van 5 mg/ml. De patiënte moet 1,25 mg krijgen. Hoeveel milliliter wordt er toegediend?
40.In voorraad ampullen met een sterkte van 1 g/4 ml. De patiënt met 375 mg krijgen. Hoeveel milliliter wordt er toegediend?
41.Je moet 250 mg amoxicilline oplossen tot een concentratie van 20 mg/ml. Hoeveel milliliter oplosmiddel heb je nodig?
42.Je moet 500 mg amoxicilline oplossen tot een concentratie van 40 mg/ml. Hoeveel milliliter oplosmiddel heb je nodig?
43.Je moet 1 g amoxicilline oplossen tot een concentratie van 50 mg/ml. Hoeveel milliliter oplosmiddel heb je nodig?
44.Je moet 1 g amoxicilline oplossen tot een concentratie van 125 mg/ml. Hoeveel milliliter oplosmiddel heb je nodig?




Extra oefeningen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

15 januari 2024

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions