Examentraining- instructie werkwoorden & examenvocabulaire

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Au secours, qu'est-ce que je dois faire?

Help, wat moet ik doen?

Bespreek met elkaar

Wat moet je doen volgens de vraag?

Wat betekent LA PLUPART DES ?

1. verscheidene
2. meer
3. de meeste
4. vooral

Het tegenovergestelde van DIMINUER:

1. suffire
2. augmenter
3. apprécier
4. ignorer

Zoek de woorden die bij elkaar horen.

élevé

bref

moyen

fort

Wat betekent EPOUVANTABLE?

1. vreselijk
2. enorm
3. indrukwekkend
4. buitengewoon

d'INNOMBRABLES spectateurs =

1. evenveel
2. enorm
3. talrijk
4. met name

Zoek de woorden die bij elkaar horen.

le progrès

un morceau

un avantage

la moitié

Welk woord zegt niks over HOEVEELHEID?

1. plusieurs
2. pire
3. aucun
4. autant

Welk woord is NIET positief?

1. déconseiller
2. indispensable
3. irrésistible
4. mériter

Au travail

• Onderstreep met je groepje de werkwoorden die in de vragen staan.
• Noteer die werkwoorden in een wordbestand en vertaal de werkwoorden

Frans

(correspond) correspondre

Nederlands

overeenkomen