Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Voorstellingen met dieren
Mens tegen prooidieren: jachtsimulatie
Mens tegen roofdieren: bloederige gevechten
Dier tegen dier: panter tegen beer, leeuw tegen buffel etc.
Licht tussendoortje: circusacts met dieren
Hedendaags voorbeeld?
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Hanengevechten
Vermoedelijk oudste dierengevechten ter wereld
Themistocles zag twee hanen vechten in 492 v.Chr.: niet voor goden, voorouders, eer, vrijheid of nageslacht.
'Hanenkoorts' in Athene: verplichte kost voor jongemannen
Vanuit daar naar Rome
Slide 4 - Diapositive
Hanengevechten in Rome
Julius Caesar
Populariteit: goedkoop alternatief
Romeinen verbeteren de sport: fokprogramma's en sporen
Slide 5 - Diapositive
Welkom terug!
Binnen = beginnen
Lees opdracht 33 (hb p. 58) en bespreek met je buurvrouw/-man hoe jij hierover denkt.
Slide 6 - Diapositive
Huiswerk : afspraken
Je maakt/leert je huiswerk, tenzij je huis is afgebrand.
Toch niet gemaakt/geleerd? Meld het vóór de les. We bekijken samen hoe je dit gaat compenseren.
Komen we er tijdens de les achter dat je je huiswerk niet hebt gemaakt? Verwijdering volgt.... :-(
Slide 7 - Diapositive
Huiswerk van vandaag
Leerwerk voor formatieve toets van morgen.
Ken je de woorden van les 9 en 10?
Ken je de rijtjes van esse en posse?
Kun je de imperativus zelf maken en herkennen?
Kun je de vocativus maken en herkennen?
Kun je imperfecta en perfecta herkennen?
Kun je al het bovenstaande correct vertalen?
Slide 8 - Diapositive
Formatieve toets
- Je krijgt een kwartier de tijd, plus 10 minuten voor de herkansing van formatief 1.
-Je kunt in totaal 33 punten halen, maar we delen door 10: er zijn 3 bonuspunten te verdienen. Ook zonder die vragen kun je dus een 10 halen.
- Veel succes!
Slide 9 - Diapositive
Opdracht: teken een tijdlijn met daarop de volgende perioden en gebeurtenissen:
Je geboorte
Je 4e verjaardag
Je basisschooltijd
Je middelbare schooltijd tot nu
Je 12 verjaardag
Je leukste vakantie
Opdracht: teken een tijdlijn met daarop de volgende perioden en gebeurtenissen:
Je geboorte
Je 4e verjaardag
Je basisschooltijd
Je middelbare schooltijd
tot nu
Je 12 verjaardag
Je leukste vakantie
Schrijf erbij:
toen ben ik geboren, toen werd ik vier, in deze periode ging ik naar de basisschool, in deze periode ging ik naar de middelbare school, hier werd ik 12, hier was mijn leukste vakantie.
Bedenk: Waar op je tijdlijn zou perfectum staan en waar imperfectum?
Slide 10 - Diapositive
Huiswerkbespreking
1. Spectacula tot einde
2. Mandatum XIII
Slide 11 - Diapositive
Post agmen gladiatorum animalia arenam intraverunt:
leones, pantherae, cervi.
In welke tijd staat intraverunt? Weet je waarom?
Slide 12 - Diapositive
Leones et pantherae cervos petebant.
Wie valt wie aan? Waarom weet je dat (behalve logica)?
Slide 13 - Diapositive
Cervi fugere temptabant, sed frustra.
In welke tijd staat temptabant? Waarom?
Slide 14 - Diapositive
Strepitus horribilis arenam complebat.
Slide 15 - Diapositive
Terra rubebat sanguine cervorum.
Wat is naamval en getal van
- sanguine?
- cervorum?
Slide 16 - Diapositive
Subito bestiarii arenam intraverunt.
Slide 17 - Diapositive
Ubique in arena bestiarii pantheras et leones
petebant.
Welke naamval is leones? En pantheras?
Slide 18 - Diapositive
Animalia necare temptabant.
Wat is de naamval van animalia? Hoe kun je dat weten?
Slide 19 - Diapositive
Leones et pantherae autem resistebant.
In welke tijd staat resistebant?
Slide 20 - Diapositive
‘Spectate,’ Gaius amicis demonstravit,
Hoe heet de vorm van spectate?
Welke naamval heeft amicis?
Slide 21 - Diapositive
‘Ibi panthera bestiarium pede vulneravit.
Welke naamval heeft:
- bestiarium?
- pede?
Slide 22 - Diapositive
Ecce, sanguis de capite viri per corpus fluit!
In welke tijd staat fluit?
Wat is de naamval van:
- capite?
- corpus?
Slide 23 - Diapositive
Cito, Marce, claude oculos!’
In welke naamval staat Marce?
Wat voor vorm is claude?
Slide 24 - Diapositive
Marcus tacebat: iam diu enim clausos oculos tenebat.
Welke tijden zijn tacebat en tenebat? Waarom?
Welke naamval is clausos oculos?
Slide 25 - Diapositive
Mandatum XIII
Zinnen vertalen én bepalen in welke tijd ze staan (praesens, imperfectum, perfectum).
Slide 26 - Diapositive
Achtergrond: lees pagina's 44-46
Slide 27 - Diapositive
Plusquamperfectum
Hulpboek pagina 116
In het kort: -era- = plusquamperfectum. Vertalen met voltooid verleden tijd (had ge...).
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.