Thema 14 Bas 1 een constant inwendig milieu

Thema 14
Gaswisseling en uitscheiding
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 14
Gaswisseling en uitscheiding

Slide 1 - Diapositive

Waar gaat dit hoofdstuk over denk je? Noem wat begrippen die in je opkomen.

Slide 2 - Carte mentale

Basisstof 1 Een constant inwendig milieu

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel bij 7.1 Een constant inwendig milieu
  • Je kunt beschrijven hoe bij de mens een vrij constant inwendig milieu wordt gehandhaafd

Slide 4 - Diapositive

Wat is een kenmerk van een constant inwendig milieu bij de mens?
A
Stabiele lichaamstemperatuur
B
Variabele lichaamstemperatuur

Slide 5 - Quiz

Wat is het belangrijkste mechanisme voor het handhaven van een constant inwendig milieu?
A
Homeostase
B
Veranderingen in het interne milieu

Slide 6 - Quiz

Alle organen samen zorgen voor een constant inwendig milieu

Slide 7 - Diapositive



- Het constant houden van het inwendig milieu vindt plaats door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.
- Hormonen, zintuigen en zenuwcellen spelen hierbij een belangrijke rol. 

Inwendig milieu
- De weefselvloeistof
- Het bloedplasma
Uitwendig milieu
- De omgeving om je heen
- Lucht in je longen
- Inhoud in je darmkanaal

Een constant inwendig milieu

Slide 8 - Diapositive

Constant inwendig milieu
Je lichaam probeert het inwendig milieu hetzelfde te houden (constant).
Alles waar je teveel van krijgt wordt uitgescheiden of opgeslagen.
Mag niet in het bloed blijven!

Als je tekort hebt gaat je lichaam de opgeslagen stoffen gebruiken.

Hormonen, zintuigen en zenuwcellen zijn belangrijk voor een constant inwendig milieu. Denk bv. aan insuline.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Constant inwendig milieu
  • Zintuigen 
gevoelszenuwen registreren of het inwendig milieu te veel of te weinig van iets bevat
  • Zenuwstelsel
Geeft signalen door
  • Hormonen
Geven instructies aan organen om stoffen op te slaan of uit te scheiden

Slide 11 - Diapositive

Constant inwendig milieu
  • De hoeveelheid verschillende stoffen in je bloed is steeds ongeveer gelijk.
  • Als er te veel van een stof in je bloed zit, kan je lichaam de stof opslaan
  • Vet wordt bijvoorbeeld opgeslagen onder de huid en in het gele beenmerg

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Welke onderdelen vallen onder het inwendige milieu? En welke onder het uitwendige milieu? Sleep naar het juiste vak!
Inwendig milieu
Uitwendig milieu
In de mond
Bloedplasma
In de blaas
In de darmen
Weefselvloeistof
lucht in long

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is GEEN inwendig milieu?
A
Bloedplasma
B
Lymfe
C
Weefselvloeistof
D
Urine

Slide 15 - Quiz

De afbeelding gaat over de mens. Je ziet hoe stoffen worden uitgewisseld tussen uitwendig milieu, inwendig milieu en de opslag in organen.

4 processen in het menselijk lichaam zijn.





Sleep de processen naar het juiste nummer in de afbeelding
reserves aanvullen
reserves opnemen
uitscheiden
voedsel opnemen

Slide 16 - Question de remorquage

Je gaat sporten. Welke stoffen worden uit het uitwendig milieu opgenomen om tekorten te voorkomen?

Slide 17 - Question ouverte

Welke stof wordt opgeslagen vanuit het inwendige milieu in het uitwendige milieu?

Slide 18 - Question ouverte

Aan de slag!
Maak de opdrachten van basisstof 1 of maak test jezelf van basisstof 1

Slide 19 - Diapositive