• weefselvloeistof en bloedplasma
• De samenstelling van het inwendige milieu blijft min of meer constant door de opname van stoffen uit het uitwendige milieu, door opslag en door uitscheiding.
• Als er te veel van een stof in het inwendige milieu aanwezig is, kan deze stof worden opgeslagen.
• Afvalstoffen worden uitgescheiden.