1KGM Hoofdstuk 4 paragraag 4.3

1KGM Hoofdstuk 4 paragraag 4.3
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1KGM Hoofdstuk 4 paragraag 4.3

Slide 1 - Diapositive

Wat is het leenstelsel?
A
Het in leen geven van gebieden in ruil voor hulp
B
Gebieden uitlenen om eten te krijgen
C
Leenman leent gebied aan de leenheer om te helpen
D
Belasting betalen en dan een stuk grond ontvangen

Slide 2 - Quiz

Het leenstelsel werd ingevoerd, omdat..
A
De adel grond kocht
B
Karel dat handiger leek voor de boeren
C
Karel kon het rijk niet meer alleen besturen
D
Karel grond verkocht voor geld

Slide 3 - Quiz

Wat was de baas in het leenstelsel?
A
De leenheer
B
De leenman
C
De achterleenman
D
De kleinste leenman

Slide 4 - Quiz

In het leenstelsel is de koning de leenheer
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Wat is de volgorde van het leenstelsel?
A
Achterleenman, leenman, leenheer
B
Leenman, leenheer, achterleenman
C
Leenheer, leenman, achterleenman
D
Leenheer, achterleenman, leenman

Slide 6 - Quiz

Wat is een nadeel van het leenstelsel?
A
Het geleende land werd door de leenman als eigendom gezien
B
De koning had te weinig land om uit te lenen
C
Er waren te weinig leenmannen
D
Na Karel de grote verdween het leenstelsel

Slide 7 - Quiz

Zet de namen op de juiste plek
Leenheer
Leenstelsel
Leenman
Achterleenman

Slide 8 - Question de remorquage

Karel de Grote
Leenstelsel
Verspreiding Christendom
Missionarissen
Leenmannen
Trouw zweren
Willibrord en Bonifatius
Keizer
Baas van Frankische Rijk

Slide 9 - Question de remorquage

 HOFSTELSEL 
Wat is het hofstelsel? 

Slide 10 - Diapositive

Onrustige tijden in Europa

  • Na de val van het West-Romeinse Rijk waren er veel oorlogen
  • Reizen was gevaarlijk en de meeste mensen leefden in dorpjes.

Slide 11 - Diapositive

Hofstelsel (1)
  • Een dorp met landbouwgrond heette een domein

  • De heer, bijvoorbeeld een ridder, was de baas van een domein: alle grond was van hem. OOK de mensen die er op woonden!!!

  • Hij woonde in het grootste huis van het domein. Dat was soms een kasteel of een hele grote hoeve

Slide 12 - Diapositive

Hofstelsel (2)
  • Op het domein leefde de heer en de horige boeren

  • Een deel van de grond was verhuurd aan horige boeren. Zij moesten een deel van opbrengst als huur (belasting) betalen)

Slide 13 - Diapositive

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Plichten
Een Horige boer moest: 
- Oogst afstaan als huur
- Herendiensten (klusjes) doen
- Vechten als de heer ruzie had
- Op het land van de heer werken
- Toestemming vragen om te trouwen of van het domein af te gaan. 

Slide 16 - Diapositive

In ruil daarvoor kregen ze bescherming

Slide 17 - Diapositive

Leenstelsel
Hofstelsel
Pacht
Domein
Leenheer
horige
Leenman
bescherming
bestuur rijk

Slide 18 - Question de remorquage

Maak de goede combinaties
Het rijk van de Franken, een Germaans volk.
Systeem waarbij een heer de horigen in zijn gebied beschermde in ruil voor pacht en herendiensten.
Werkzaamheden die de horigen moesten doen voor de heer.
Gebied waar 1 heer de baas was. Het bestond uit de hoeve van de heer, de boerderijen en het land dat de horigen bewerkten.
De leenheer leende zijn land uit aan leenmannen in ruil voor belastinggeld
het hofstelsel
Herendiensten
Domein
Frankische rijk
Leenstelsel

Slide 19 - Question de remorquage

Zet de woorden op de juiste plek in de tekst.
Hoe bestuurde Karel de Grote zijn Rijk?
Na het einde van het ...... komen in Europa de ...... aan de macht. Hun koning ...... kon niet alles alleen besturen. Daarom leent hij stukken land uit aan ...... Zij besturen dat stuk land voor hem. In ruil daarvoor ...... ze belasting, hielpen hem in een ...... en zworen ...... aan hem. Deze manier van besturen noemen we het ...... Ridders waren ...... te ...... en moesten ...... voor de leenheer als er een oorlog was. 
Romeinse Rijk
Friezen
Franken
Karel
Clovis
leenmannen
leenheren
betalen
kregen
oorlog
vrede
trouw
voet
leenstelsel
soldaten
paard
vechten

Slide 20 - Question de remorquage

Huiswerk
Maken paragraaf 4.3: 
Opdracht 1-5-6-7

Slide 21 - Diapositive