2e toets en §5 woordsoorten

Welkom bij Nederlands!
Telefoon thuis of in de kluis
Op tafel: pen

Je gaat zitten waar een blaadje ligt

Kauwgum in de prullenbak
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!
Telefoon thuis of in de kluis
Op tafel: pen

Je gaat zitten waar een blaadje ligt

Kauwgum in de prullenbak

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Toets grammatica §1 tm 4
korte pauze
woordsoorten
einde les

Slide 2 - Diapositive

Toets grammatica 
Klaar ? lever je toets in . 
Kies uit : drillsters of lezen

Slide 3 - Diapositive

Korte pauze.......
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Woordsoorten

Slide 5 - Diapositive

Lesdoel 

Lesdoel:

  • Je oefent met  zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden



Slide 6 - Diapositive

Het zelfstandig naamwoord

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 7 - Diapositive

Zelfstandige naamwoorden
Mensen, dieren dingen.

Voor een zelfstandig naamwoord kan je een lidwoord zetten. 

Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden. Suzanne en Zwolle zijn dus zelfstandige naamwoorden.

Slide 8 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Wat is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden


Een houten stoel.
Het houten stoeltje.
De houten stoelen. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Woordsoorten
Opdracht  1,3,4,5,6
Hoe?
Oefenboek Kern blz 124-127
Hulp?
Docent
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Drillster spelling en grammatica §5 

Slide 14 - Diapositive

werkwoord tijden

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

werkwoord tijden
1. staat er een vorm van hebben of zijn in ?
ja: V             nee:O
2.Tegenwoordige of Verleden tijd?
3. Staat er een vorm van zullen in ?
ja: T             nee: X
4. T van tijd: altijd!!

Slide 17 - Diapositive

Wij zijn in de vakantie naar Londen geweest.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 18 - Quiz

Ik zal zeker een voldoende halen voor de toets.
A
vttt
B
ottt
C
ovtt
D
vvtt

Slide 19 - Quiz

Ik heb de fiets van mijn zus gerepareerd.
A
vtt
B
ovt
C
vvt
D
ott

Slide 20 - Quiz

Zou jij dat ook zo hebben gedaan?
A
vttt
B
vvtt
C
ovtt
D
vvt

Slide 21 - Quiz

Onze buren hebben een prachtige tuin.
A
vtt
B
vttt
C
ott
D
ovtt

Slide 22 - Quiz

Ik zou jou wel eens hebben durven zien blijven staan kijken.
A
ottt
B
ovtt
C
vvtt
D
vttt

Slide 23 - Quiz

Zou jij dat ook zo hebben gedaan?
A
vttt
B
vvtt
C
ovtt
D
vvt

Slide 24 - Quiz

Onze buren hebben een prachtige tuin.
A
vtt
B
vttt
C
ott
D
ovtt

Slide 25 - Quiz

Mijn moeder zou ook wel eens kunnen afdrogen.
A
ottt
B
ovtt
C
vttt
D
vvtt

Slide 26 - Quiz

Hij zal op dat moment gefloten hebben.
A
ovt
B
vvtt
C
vttt
D
ottt

Slide 27 - Quiz

Hij rekende niet op een onvoldoende.
A
ott
B
vvt
C
vtt
D
ovt

Slide 28 - Quiz

Huiswerk

Slide 29 - Diapositive