1.4 Grammatica - Persoonsvorm + zinsdelen

Grammatica
Klas:
Datum:
Nederlands
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Grammatica
Klas:
Datum:
Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Deze les
- Huiswerk bespreken
- Herhaling persoonsvorm
- Herhaling zinsdeelstrepen

Lesdoelen:
  • Je kan de persoonsvorm vinden in zinnen. 
  • Je kan zinsdeelstrepen plaatsen in zinnen. 
Deze les

Slide 2 - Diapositive

Volgende les:
Huiswerk bespreken

Slide 3 - Diapositive

Persoonsvorm
Een persoonsvorm is een werkwoord in een zin. Dit werkwoord geeft aan in welke tijd of welk getal een zin staat.

De persoonsvorm kun je vinden door de zin te veranderen van getal of van tijd. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm. 
Persoonsvorm (pv)

Slide 4 - Diapositive

Persoonsvorm
Zin: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.

Andere tijd: 
Persoonsvorm (pv)

Slide 5 - Diapositive

Persoonsvorm
Zin: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.

Andere tijd: Zijn broertje had die lastige breuken gemaakt. 
Persoonsvorm (pv)

Slide 6 - Diapositive

Persoonsvorm
Zin: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.

Ander getal: 

Persoonsvorm (pv)

Slide 7 - Diapositive

Persoonsvorm
Zin: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.

Ander getal: Zijn broertjes hebben die lastige breuken gemaakt.

Persoonsvorm (pv)

Slide 8 - Diapositive

Persoonsvorm
Zin: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.

Persoonsvorm is dus: heeft
Persoonsvorm (pv)

Slide 9 - Diapositive

Hoe vind je de persoonsvorm?
A
tijdproef
B
getalproef
C
zinsdeelproef
D
coronaproef

Slide 10 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
'Door de najaarsstorm waaiden de pannen van het dak.

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm?
Hij sloeg de spijker op de kop.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm?
De kustijsbaan in Tilburg gaat om tien uur open.

Slide 13 - Question ouverte

Zinsdeelstrepen
STAPPENPLAN
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet strepen om de persoonsvorm heen
3. Zet strepen om de andere werkwoorden
4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 
Zinsdeelstrepen

Slide 14 - Diapositive

Zinsdeelstrepen
Zin: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.

1: 
STAPPENPLAN
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet strepen om de persoonsvorm heen
3. Zet strepen om de andere werkwoorden
4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 
Zinsdeelstrepen

Slide 15 - Diapositive

Zinsdeelstrepen
Zin: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.

1: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.
STAPPENPLAN
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet strepen om de persoonsvorm heen
3. Zet strepen om de andere werkwoorden
4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 
Zinsdeelstrepen

Slide 16 - Diapositive

Zinsdeelstrepen
Zin: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.

1: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.
STAPPENPLAN
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet strepen om de persoonsvorm heen
3. Zet strepen om de andere werkwoorden
4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 
Zinsdeelstrepen

Slide 17 - Diapositive

Zinsdeelstrepen
Zin: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.

2: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.
STAPPENPLAN
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet strepen om de persoonsvorm heen
3. Zet strepen om de andere werkwoorden
4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 
Zinsdeelstrepen

Slide 18 - Diapositive

Zinsdeelstrepen
Zin: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.

2: Zijn broertje | heeft | die lastige breuken gemaakt.
STAPPENPLAN
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet strepen om de persoonsvorm heen
3. Zet strepen om de andere werkwoorden
4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 
Zinsdeelstrepen

Slide 19 - Diapositive

Zinsdeelstrepen
Zin: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.

3: Zijn broertje | heeft | die lastige breuken gemaakt.
STAPPENPLAN
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet strepen om de persoonsvorm heen
3. Zet strepen om de andere werkwoorden
4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 
Zinsdeelstrepen

Slide 20 - Diapositive

Zinsdeelstrepen
Zin: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.

3: Zijn broertje | heeft | die lastige breuken | gemaakt|
STAPPENPLAN
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet strepen om de persoonsvorm heen
3. Zet strepen om de andere werkwoorden
4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 
Zinsdeelstrepen

Slide 21 - Diapositive

Zinsdeelstrepen
Zin: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.

4: Zijn broertje | heeft | die lastige breuken | gemaakt|
STAPPENPLAN
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet strepen om de persoonsvorm heen
3. Zet strepen om de andere werkwoorden
4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 
Zinsdeelstrepen

Slide 22 - Diapositive

Zinsdeelstrepen
Zin: Zijn broertje heeft die lastige breuken gemaakt.

4: Zijn broertje | heeft | die lastige breuken | gemaakt|
STAPPENPLAN
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet strepen om de persoonsvorm heen
3. Zet strepen om de andere werkwoorden
4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 
Zinsdeelstrepen

Slide 23 - Diapositive

Zinsdeelstrepen
Zin: Zijn broertje | heeft | die lastige breuken | gemaakt.

STAPPENPLAN
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet strepen om de persoonsvorm heen
3. Zet strepen om de andere werkwoorden
4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 
Zinsdeelstrepen

Slide 24 - Diapositive

Zet zinsdeelstrepen in de zin:
De kunstijsbaan in Tilburg gaat om tien uur open

Slide 25 - Question ouverte

Zet zinsdeelstrepen in de zin:
Hij sloeg de spijker op de kop.

Slide 26 - Question ouverte

Zet zinsdeelstrepen in de zin:
De blije kat mocht zijn baasje een kopje geven

Slide 27 - Question ouverte

Huiswerk
Maken: 
Datum: 
Lesuur: 
Huiswerk

Slide 28 - Diapositive

Lesafsluiting
Lesdoelen:
  • Je kan de persoonsvorm vinden in zinnen.
  • Je kan zinsdeelstrepen plaatsen in zinnen. 
Lesafsluiting

Slide 29 - Diapositive

Volgende les:
Volgende les

Slide 30 - Diapositive