gram pv, ow, zd, wg

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Grammatica zinsontleding

• Je weet (weer) hoe je de persoonsvorm van een zin vindt.
• Je weet (weer) hoe je het onderwerp van een zin vindt.
• Je weet (weer) hoe je zinsdeelstrepen moet zetten.

Wat weet je nog van de persoonsvorm?

Persoonsvorm (pv)

• Geeft aan wat het onderwerp DOET of IS
• Is dus een werkwoord

Persoonsvorm (pv)

Persoonsvorm (pv)

• Zet de zin in een andere tijd. De pv verandert van vorm.

Ik LOOP naar school --> Ik LIEP naar school

• Verander het getal van de zin. De pv verandert van vorm.

Ik LOOP naar school --> Wij LOPEN naar school

• Maak de zin vragend. De pv komt vooraan te staan.

Ik LOOP naar school --> LOOP ik naar school?

Persoonsvorm (pv)

Wat is de pv?

De docent wil ons huiswerk opgeven.

1. de docent
2. wil
3. huiswerk
4. opgeven

Wat is de pv?

Tot een week geleden hadden we nog vakantie.

1. geleden
2. hadden
3. we
4. vakantie

Wat is de pv?

Nog nooit heb ik zo hard geschreeuw als toen.

1. nog
2. nooit
3. geschreeuwd
4. heb

Onderwerp (ow)

• Wie/wat iets doet of is.
• Wie/wat + pv = ow

Onderwerp (ow)

Wat is het ow?

De docent wil ons huiswerk opgeven.

1. de docent
2. wil
3. ons
4. huiswerk

Wat is het ow?

Ik leer het onderwerp te vinden.

1. Ik
2. leer
3. het onderwerp
4. vinden

Wat is het ow?

Als onderwerp kozen ze pooldieren.

1. Onderwerp
2. Pooldieren
3. Kozen
4. Ze

Zinsdeelstrepen

Zin: Tim en ik gaan vanavond heel veel koekjes bakken. 

STAPPENPLAN

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet strepen om de persoonsvorm heen

3. Zet strepen om de andere werkwoorden

4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 

Zinsdeelstrepen

Zinsdeelstrepen

Zin: Tim en ik gaan vanavond heel veel koekjes bakken. 

1. Tim en ik gaan vanavond heel veel koekjes bakken.

STAPPENPLAN

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet strepen om de persoonsvorm heen

3. Zet strepen om de andere werkwoorden

4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 

Zinsdeelstrepen

Zinsdeelstrepen

Zin: Tim en ik gaan vanavond heel veel koekjes bakken. 

2. Tim en ik | gaan | vanavond heel veel koekjes bakken.

STAPPENPLAN

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet strepen om de persoonsvorm heen

3. Zet strepen om de andere werkwoorden

4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 

Zinsdeelstrepen

Zinsdeelstrepen

Zin: Tim en ik gaan vanavond heel veel koekjes bakken. 

3. Tim en ik | gaan | vanavond heel veel koekjes | bakken.

STAPPENPLAN

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet strepen om de persoonsvorm heen

3. Zet strepen om de andere werkwoorden

4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 

Zinsdeelstrepen

Zinsdeelstrepen

Zin: Tim en ik gaan vanavond heel veel koekjes bakken. 

4. Tim en ik | gaan | vanavond heel veel koekjes | bakken.

Vanavond | gaan | Tim en ik | heel veel koekjes | bakken.

STAPPENPLAN

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet strepen om de persoonsvorm heen

3. Zet strepen om de andere werkwoorden

4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 

Zinsdeelstrepen

Dat kan, dus vanavond is een eigen zinsdeel

Zinsdeelstrepen

Zin: Tim en ik gaan vanavond heel veel koekjes bakken. 

4. Tim en ik | gaan | vanavond | heel veel koekjes | bakken.

Heel | gaan | Tim en ik | vanavond | veel koekjes | bakken.

STAPPENPLAN

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet strepen om de persoonsvorm heen

3. Zet strepen om de andere werkwoorden

4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 

Zinsdeelstrepen

Dat kan niet, dus er moeten meer woorden bij

Zinsdeelstrepen

Zin: Tim en ik gaan vanavond heel veel koekjes bakken. 

4. Tim en ik | gaan | vanavond | heel veel koekjes | bakken.

Heel veel | gaan | Tim en ik | vanavond | koekjes | bakken.

STAPPENPLAN

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet strepen om de persoonsvorm heen

3. Zet strepen om de andere werkwoorden

4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 

Zinsdeelstrepen

Dat kan niet, dus er moeten meer woorden bij

Zinsdeelstrepen

Zin: Tim en ik gaan vanavond heel veel koekjes bakken. 

4. Tim en ik | gaan | vanavond | heel veel koekjes | bakken.

Heel veel koekjes | gaan | Tim en ik | vanavond | bakken.

STAPPENPLAN

1. Onderstreep de persoonsvorm

2. Zet strepen om de persoonsvorm heen

3. Zet strepen om de andere werkwoorden

4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 

Zinsdeelstrepen

Dat kan wel, dus heel veel koekjes is 1 zinsdeel

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Zet strepen om de persoonsvorm heen

Onderstreep de persoonsvorm

Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 

Zet strepen om de andere werkwoorden

Persoonsvorm (pv)

• Alle werkwoorden in de zin + 'aan het' + 'te' + 'zich'

Jij moet je ook overal mee bemoeien.

wg = moet je bemoeien

Werkwoordelijk gezegde (wg)

Wat is het wg?

Nog nooit heb ik zo hard geschreeuw als toen.

1. heb
2. heb ik
3. heb ik geschreeuwd
4. heb geschreeuwd

Wat is het wg?
"De spelshow over wetenschap zal een derde seizoen krijgen."

Wat is het wg?
"De meest begeerde bachelor van Engeland zou zich hebben verloofd met de Amerikaanse actrice."

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Onderwerp (ow)

• Maak opdr. 1 t/m 5 van les 6

Aan het werk