3. Los posesivos

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Controlar los deberes

¡Buenos días!

Sevilla

¿Qué hacemos hoy?

• De verslaggever

• Los verbos: ser, tener y llamarse

• Los posesivos

• Los deberes

Salamanca

De verslaglegger van klas W1A

Bedenk tijdens de les 3 vragen. 

Deze 3 vragen mag je aan het eind van de les stellen aan je klasgenoten.

Zorg dat de vragen te maken hebben met de lesdoelen van vandaag.

Ik ken de vervoegingen van tener, ser en llamarse

Ik ken de bezittelijk voornaamwoorden in het Spaans

1. Neem onderstaande tabel over in je schrift.

2. Vul de ontbrekende onregelmatige werkwoorden in.

3. Controleer of je het goed hebt ingevuld, door de video op de volgende dia te bekijken.

soy

es

somos

sois

tengo

tienes

tenemos

tienen

me llamo

te llamas

Schrijf de antwoorden 

in je schrift!

A. 1. tienes

2. tengo

3. tiene

4. tenemos

5. tienen

6. tenéis

7. tiene

B.1. se llama

2. se llama

3. se llaman

4. te llamas

5. me llamo

6. nos llamamos

C. 1. eres

2. soy 

3. son 

4. sois

5. somos

6. es

Een gevorderde opdracht! 

Lukt het jou om het juiste werkwoord te kiezen 

en ook nog eens goed te vervoegen?

Een gevorderde opdracht! 

Lukt het jou om het juiste werkwoord te kiezen 

en ook nog eens goed te vervoegen?

1. soy  2. Tengo 3. soy 4. Tengo 5. se llama 6. se llama 7. tiene 

8. tiene 9. Tengo 10. se llaman 11. tiene 12. tiene 11. es 12. son 

Los posesivos

Wat zijn bezittelijk voornaamwoorden? 

bezittelijk voornaamwoorden

Los posesivos

Let op!

• Het bezittelijk voornaamwoord is gericht aan het bezit. 
• Het bezit is een zelfstandig naamwoord wat er achter staat.
• Is het bezit meervoud? Dan wordt het bezittelijk voornaamwoord ook meervoud!
• Bij nuestro en vuestro verandert het ook nog in nuestra en vuestra als het bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat.
• tú = jij     tu = jouw

                                                      

                                                       es nuestro libro    -    es nuestra casa            (mannelijk/vrouwelijk)        

                                                       es mi libro               -     son mis libros              (enkelvoud/meervoud)  

anders dan in het Nederlands

voorbeelden

boek

Libro del alumno página cincuenta y dos

boek

Libro del alumno página cincuenta y tres.

boek

Libro del alumno página cincuenta y dos

mi

su

nuestros

tu

vuestra

sus

boek

Libro del alumno página cincuenta y tres.

Proefwerk Spaans

periode 2

• Bespreken 

Maandag 26 april 14:00 - 16:00 uur

Woensdag 28 april 14:00 - 16:00 uur 

Graag via magistermail laten weten als je komt

P4

De verslaglegger van W1A...

Vraag 1: ____________________

Vraag 2: ____________________

Vraag 3: ____________________

Los deberes

Maak opdracht 3.1 t/m 3.5 uit je 

libro de los ejercicios

Lunes, 26 de abril,  segunda hora

Je vindt de oefeningen ook op de volgende pagina's.

¿Qué vamos a hacer hoy?

• Vamos a recibir un regalito del universo.
• Vamos a hablar del género de las palabras.
• Vamos a hacer algunos ejercicios para refrescar la memoria.

opdrachten

geheugen opfrissen