Periode 1 week 5 2Htsb

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Semaine 5

2Htsb

Contenu

• But du lesson
• Questions?
• Exercice supplémentare (16H)
• 1.7 écrire 
• Tâche de la semaine

But du lesson

Je kunt vertellen waar je op vakantie bent geweest en wat je hebt gedaan.

Wat is het voltooid deelwoord van partir?

1. parti
2. parté
3. partu
4. partir

Wat is het voltooid deelwoord van teruggaan?

1. retourner
2. retournu
3. retourni
4. retourné

Het voltooid deelwoord krijgt een -e als het onderwerp vrouwelijk is.

1. Oui
2. Non

Vertaal: U bent gevallen (u is vrouwelijk)

1. Vous êtes tombé
2. Vous êtes tombée
3. Vous êtes tombés
4. Vous êtes tombées

Vertaal: Ik ben vertrokken

1. Je suis parti
2. J'ai parti

Vertaal: Wij zijn uitgestapt

1. Nous sommes descendus
2. Vous êtes descendus
3. Nous sommes descendu
4. Ils sont descendus

Thomas

1. il
2. elle
3. nous
4. ils

Ellen et Claire

1. Je
2. Elle
3. Vous
4. Elles

Vertaal: de reiziger

1. la voyageur
2. simple
3. la carte Navigo
4. le voyageur

Vertaal: le pont

1. de brug
2. arm
3. het kruispunt
4. te laat zijn

Vertaal: geen dank

1. être pressé
2. ne rien
3. de rien
4. le carrefour

Vertaal: ik ben het zat

1. j'en suis marre
2. bonne idée
3. le rond-point
4. j'en ai marre

Exercice supplémentaire (16H)

1.7 écrire

Tâche de la semaine

Faire:  1.7 écrire + 1.8 D-toets

Apprendre: apprendre 8, 9 et 10

Jeudi le 19 septembre 

Faire: verwijderde opdrachten grammaire II 

Répéter la grammaire + D-toets unité 1