Blok 3 Grammatica lj1 BBL/KBL/TL

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Blok 3 Grammatica 

leerjaar 1

BBL/KBL/TL

Leerdoelen:

- Ik kan in een zin de persoonsvorm (pv) en het werkwoordelijk gezegde (wwg) herkennen en benoemen;

- ik kan de tijdproef gebruiken;

- ik kan een lidw. en znw. herkennen.

Instructie 

Persoonsvorm: vorm van een werkwoord (ww) die je in de tegenwoordige tijd (t.t.) en verleden tijd (v.t.) kan schrijven.

Hoe doe je dat? Tijdproef!

1. Staat een zin in de (tegenwoordige tijd) t.t., zet hem dan in de (verleden tijd) v.t.

2. Staat een zin in de verleden tijd (v.t.), zet hem dan in de tegenwoordige tijd (t.t.).

3. Het werkwoord (ww) dat zich aanpast, is de persoonsvorm (pv).

Voorbeeld: 

a. Sam zoekt zijn voetbalschoen.

b. Sam zocht zijn voetbalschoen.

Instructie 2

Werkwoordelijk gezegde: dit zijn alle werkwoorden in de zin.

Voorbeeldzin: 

De tamme grasparkiet wil het liefst vrij kunnen vliegen.

Tijdproef: De tamme grasparkiet wilde het liefst kunnen vliegen.

Persoonsvorm (PV) = wil

Werkwoordelijk gezegde (WWG) = wil kunnen vliegen

vms.thiememeulenhoff.nl

Benoem de persoonsvorm in de volgende zin:

De grote witte haai is de grootste roofvis op aarde.

1. de grote witte haai
2. is
3. grootste
4. op aarde

Benoem de persoonsvorm in de volgende zin:

Hij staat bekend als een gevreesde jager.

1. hij
2. staat
3. bekend
4. als

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

Hij jaagt het liefst op zeehonden en dolfijnen.

1. hij
2. jaagt
3. het liefst
4. zeehonden en dolfijnen

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

Af en toe bijt hij ook een mens.

1. af en toe
2. bijt
3. hij
4. ook

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

De witte haai weegt gemiddeld 2000 kilogram.

1. de witte haai
2. weegt
3. gemiddeld
4. 2000 kilogram

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

Zo langzamerhand zijn deze haaien behoorlijk zeldzaam.

1. zo langzamerhand
2. zijn
3. deze haaien
4. behoorlijk zeldzaam

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Jamila wil vanmiddag na school haar huiswerk maken.

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Je zult mij toch echt moeten helpen.

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Wij waren nog nooit eerder in deze winkel geweest.

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Mijn moeder heeft een nieuwe telefoon gekocht.

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Had jij je verjaardagscadeau besteld via internet?

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Ik wil me straks omkleden.

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Onze kat heeft een muis gevangen.

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Mijn vader zal zich eerst nog moeten scheren.

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Heb jij mijn mail ontvangen?

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Jij moet je boek nog kaften.

Zelfstandige verwerking

In je planagenda op donderdag 12-1 2e uur

 Grammatica blok 3 afL

• bbl: 10 t/m 15
• kbl 11 t/m 19
• tl 7 t/m 15 

Noem 1 ding waar jij vandaag goed aan hebt gewerkt!

Vooruitblik 

In de volgende les gaan we:

- huiswerk nakijken;

- verder met Blok 3 Grammatica: BBL/KBL: herhaling. TL: lidw., znw., bijv. nw., vz.