Les 21: v of w

v - w
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ANT2+Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

v - w

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

v

Slide 3 - Diapositive

Luister en zeg na (twee keer).

Slide 4 - Diapositive

vier

Slide 5 - Diapositive

vingers

Slide 6 - Diapositive

vlieg

Slide 7 - Diapositive

haven

Slide 8 - Diapositive

vijver

Slide 9 - Diapositive

vaag vaak 
vaal vaan vaar 
vaas 
vaat 
vak

val 
van 
vat 
voor 
vod 
vol 
vos 
vee

veeg veel veen veer 
vel 
ven 
ver 
vet


vier 
vies 
vil 
vim 
vin 
vip 
vis 
vit


vuur 
vul 
vut 
voeg voel 
voer voet 
vuil


vouw 
vijf 
vijg 
vijl

Slide 10 - Diapositive

gave gaven haven haver kavel 
navel raven 
oven

boven dove doven loven pover roven rover 
even

bevel beven gevel geven hevel leven 
lever neven


teven weven zeven dieven lieve 
rivier boeven hoeven


zoeven heuvel keuvel duivel duiven wuiven zuivel 
ijver


lijven nijver vijver wijven

Slide 11 - Diapositive

Schrijf woorden met de klank "v".
Wie weet de meeste woorden?
timer
2:00

Slide 12 - Question ouverte

w

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Luister en zeg na (twee keer).

Slide 17 - Diapositive

week

Slide 18 - Diapositive

wijn

Slide 19 - Diapositive

wielen

Slide 20 - Diapositive

pauwen

Slide 21 - Diapositive

wieg

Slide 22 - Diapositive

waad waag waai waak Waal waan waar waas wad
wak 
wal 
war 
was 
wat woon wok 
wol 
wee
weef weeg week ween weer wees weet 
we 
web
wed 
weg 
wek 
wel 
wen wieg wiek wiel 
wier
wiet 
wig 
wik 
wil 
win 
wip 
wis 
wit 
woel
wuif wauw wei 
wijd 
wijf 
wijk 
wijn 
wijs

Slide 23 - Diapositive

duwen huwen luwen ruwe kauwen lauwe

nauwe pauwen rauwe bouwen touwen vouwen

Slide 24 - Diapositive

Schrijf woorden met de klank "w".
Wie weet de meeste woorden?
timer
2:00

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Vidéo

ik hoor w

Slide 27 - Question de remorquage

- Ik zeg een woord.
- Hoor je v of w?
- Omcirkel het goede antwoord.

Voorbeeld 1: vis
Voorbeeld 2: vol

(Daarna het digibord uitzetten/bevriezen!)

(Blad op J-schijf in bestand
auditieve discriminatie.)



Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Speel het klankenspel.
(deel de volgende dia)
Klik de volgende letters aan:
b-d-f-g-k-l-m-n-p-r-s-t-v-w-z

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Lien

- Speel memory  met de v en/of w in groepjes.
- Bladen op de J-schijf (auditieve discriminatie).

Slide 32 - Diapositive