H14: Mathematische statistiek

Mathematische statistiek
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 50 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Mathematische statistiek

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag
Theorie correlatie

Regressiemodellen op de GR

SE's terug

Slide 2 - Diapositive

Correlatie = samenhang






                     is het zwaartepunt van de puntenwolk
(X,Y)

Slide 3 - Diapositive

Regressiemodellen
Residu = 
Kleinste kwadraten methode

Pak je GR



X
50
100
150
200
250
300
350
Y
30
35
35
45
40
40
50
YY^

Slide 4 - Diapositive

Aan de slag
Hoofdstuk 14, paragraaf 1

Opdracht 2, 3 en 4

Slide 5 - Diapositive

(On)afhankelijke variabelen en kleinste kwadraten methode

Slide 6 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag
Afhankelijke en onafhankelijke variabelen van plek laten wisselen

De best passende lijn bepalen met de kleinste kwadraten methode

Slide 7 - Diapositive

Regressie van Y op X en van X op Y

Slide 8 - Diapositive

Best passende lijn zoeken
Bij de tabel hiernaast hoort 

x = 1 geeft                           dus 

a) Wat zijn de residuen voor x = 2 t/m 5?

b) Toon aan dat de som van de residuen gelijk is aan 

c) Bereken zowel het minimum voor a als voor b en toon aan dat a = 0,8 en b = 1,6


Y^=aX+b
Y^=a+b
(residu)2=(a+b2)2
55a2+5b2+30ab136a40b+88

Slide 9 - Diapositive

In het algemeen
a=nX2(X)2nXYXY
b=Y¯aX¯

Slide 10 - Diapositive

Hoe ziet dat er dan uit?
a=nX2(X)2nXYXY
b=Y¯aX¯

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag

Opdracht 5, 6 en 10

Slide 12 - Diapositive

Covariantie en productmoment-correlatiecoëfficiënt

Slide 13 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag
Hoe je de covariantie berekent

Waarom je de covariantie eigenlijk nooit (los) gebruikt

Hoe je de productmoment-correlatiecoëfficiënt berekent

Slide 14 - Diapositive

Correlatie en kwadranten
In de tabel hiernaast staan toetsresultaten voor 
wiskunde (X) en natuurkunde (Y) van 5 leerlingen.

Slide 15 - Diapositive

Covariantie en pmcc
cov(X,Y)=σXY=n(XX¯)(YY¯)
r=σXσYσXY

Slide 16 - Diapositive

Waarom r?
1 = volkomen correlatie

-1 = volkomen negatieve correlatie

0 = geen correlatie

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag

Opdracht 13, 14, 16, 19

Slide 18 - Diapositive

Richtingscoëfficiënt van een regressielijn

Slide 19 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag

Hoe je de richtingscoëfficiënt van een regressielijn bepaalt m.b.v. r en de standaardafwijkingen

Slide 20 - Diapositive

Wat blijkt:
Voor                                     geldt 

Voor                                    geldt 


Waaruit volgt dat 
Y^=aX+b
aY=rσXσY
X^=aY+b
aX=rσYσX
aXaY=r2

Slide 21 - Diapositive

Aan de slag

Opdracht 23, 28, 29, 30

Slide 22 - Diapositive

Betrouwbaarheidsintervallen

Slide 23 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag

Hoe je een 68% en een 95% betrouwbaarheidsinterval kunt opstellen

Slide 24 - Diapositive

Kennen jullie deze nog?

Slide 25 - Diapositive

Standaardschattingsfout


68% betrouwbaarheidsinterval
95% betrouwbaarheidsinterval
σd=σY1r2

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag

Opdracht 35, 36


Slide 27 - Diapositive

Beslissingsvoorschriften en significantieniveau

Slide 28 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag
Wat een beslissingsvoorschrift is en wanneer je het gebruikt

Hoe je een beslissingsvoorschrift opstelt

Wat het significantieniveau is en hoe je die gebruikt

Slide 29 - Diapositive

Nulhypothese en alternatieve hypothese
Een machine in de fabriek van Remia vult flessen frietsaus met gemiddeld 600 ml. De inhoud van de flessen is normaal verdeeld met een standaardafwijking van 4 ml. De fabrikant wil weten of de machine opnieuw afgesteld moet worden en neemt een steekproef van 40 flessen. 



Slide 30 - Diapositive

Verwerpen of niet verwerpen
a) Wat is de kans dat er onterecht wordt bijgesteld bij een beslissingsvoorschrift van                          en                         ?


b) Bij welke ondergrens wordt H0 verworpen bij een significantieniveau van 0,05?


X¯598,5
X¯601,5

Slide 31 - Diapositive

Aan de slag

Opdracht 39, 40, 41


Slide 32 - Diapositive

Overschrijdingskans

Slide 33 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag
Ophalen significantieniveau / beslissingsvoorschriften

Leren wat een overschrijdingskans is

Slide 34 - Diapositive

Beslissingsvoorschrift
Een machine in de fabriek van Remia vult flessen frietsaus met gemiddeld 600 ml. De inhoud van de flessen is normaal verdeeld met een standaardafwijking van 4 ml. De fabrikant wil weten of de machine opnieuw afgesteld moet worden en neemt een steekproef van 40 flessen. 

Bij welke ondergrens wordt H0 verworpen bij een significantieniveau van 0,05?


Slide 35 - Diapositive

Overschrijdingskans
In een bedrijf is de totale tijd in uren die per dag wordt overgewerkt normaal verdeeld met een gemiddelde van 9,3 uur en een standaardafwijking van 2.1 uur. Sinds kort is een systeem van flexibele werktijden ingevoerd. In een periode van 40 werkdagen bleek de gemiddelde overwerktijd 8,6 uur per dag te zijn. Onderzoek of bij een significantieniveau van 1% geconcludeerd kan worden dat het nieuwe systeem invloed heeft op de overwerktijd.

Slide 36 - Diapositive

Aan de slag

Opdracht 43, 44, 45


Slide 37 - Diapositive

Eenzijdig toetsen en enkelvoudige nulhypothese

Slide 38 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag
Leren wat het verschil is tussen eenzijdig en tweezijdig toetsen

Overschrijdingskansen berekenen bij eenzijdige toetsen

Leren wat een enkelvoudige nulhypothese is

Slide 39 - Diapositive

Eenzijdig toetsen
De afhandelingstijd in minuten van de bestellingen bij de Zara is normaal verdeeld met een gemiddelde van 12 en een standaardafwijking van 3. De directie van de Zara beweert dat door een interne reorganisatie de gemiddelde afhandelingstijd is teruggedrongen.


Formuleer een nulhypothese en alternatieve hypothese. 


Bij welk gemiddelde is er, bij een steekproef van 25 bestellingen en een significantieniveau van 5%, aanleiding om aan te nemen dat de afhandelingstijd inderdaad is afgenomen?

Slide 40 - Diapositive

Enkelvoudige nulhypothese
Een kabelfabrikant beweert dat zijn remkabels voor toerfietsen gemiddeld een trekkracht van minstens 800 newton kunnen weerstaan. De redactie van een fietstijdschrift vindt dit erg optimistisch en neemt een steekproef.

Welke nulhypothese gebruiken ze?

Slide 41 - Diapositive

Aan de slag

Opdracht 49, 50, 51, 53


Slide 42 - Diapositive

Eenzijdige binomiale toetsen en beslissingsvoorschriften

Slide 43 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag
Leren hoe je een overschrijdingskans berekent bij eenzijdige binomiale toetsen

Leren hoe je een beslissingsvoorschrift opstelt bij binomiale toetsen

Slide 44 - Diapositive

Bijvoorbeeld
Coca cola beweert in een reclame dat 40% van de mensen Coca cola de lekkerste frisdrank vindt. Pepsi vindt dit sterk overdreven en vecht de uitspraak aan. De reclamecommissie neemt een steekproef van 100 mensen en een significantieniveau van 5%. 

a) Stel dat 28 mensen aangeven dat ze Coca cola inderdaad de lekkerste frisdrank vinden. Moet Coca cola hun advertentie dan herzien?
b) Vanaf hoeveel mensen moet Coca cola de advertentie wijzigen?

Slide 45 - Diapositive

Aan de slag

Opdracht 57, 58, 59, 60

(55 en 56 prima oefening als je het lastig vindt)


Slide 46 - Diapositive

Tweezijdig binomiaal toetsen

Slide 47 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag

Hoe we beslissingen nemen bij tweezijdige binomiale toetsen

Slide 48 - Diapositive

Bijvoorbeeld
Een nutsbedrijf beweert dat 30% van de particuliere gasafnemers de energiebespaarwijzer invult. Bij een aselecte steekproef onder 400 afnemers blijken er 138 de bespaarwijzer ingevuld te hebben. Is er bij een significantieniveau van 5% aanleiding om de bewering van het nutsbedrijf in twijfel te trekken?

Slide 49 - Diapositive

Aan de slag

Opdracht 61, 62, 63, 65


Slide 50 - Diapositive