3.4 de opkomst van het fascisme

De opkomst van het fascisme
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De opkomst van het fascisme

Slide 1 - Diapositive

Waarom is de poster een voorbeeld van propaganda? en waarom van massacommunicatie?

Slide 2 - Question ouverte

Op de poster staat 'Onze laatste hoop is Hitler.' Waar hoopten deze mensen op?

Slide 3 - Question ouverte

leerdoelen 
  • Je kunt uitleggen dat de crisis in de VS ook gevolgen had voor mensen in Europa.
  • Je kunt vier kenmerken van het fascisme benoemen.
  • Je kunt uitleggen waarom na 1929 de populariteit van het fascisme in Europa groeide. 

Slide 4 - Diapositive

Werklozen in Amsterdam in de rij voor het stempellokaal. Om te voorkomen dat werklozen gingen zwartwerken, moesten ze twee keer per dag stempelen. (Foto uit 1933.)

Slide 5 - Diapositive

Werelcrisis
  • Crisis VS wereldwijd merkbaar. 
  • Nederland als handelsland
  • in 1936 1/4 Nederlanders werkloos
  • Gevolgen in Duitsland
  • Geleende geld - Duitse economie storten helemaal in 
  • Grote armoede
  • Duitsers verloren de hoop 

Slide 6 - Diapositive

Om welke reden was de Amerikaanse crisis merkbaar in Europa?
A
Amerikaanse bedrijven verkochten geen spullen meer aan Europa
B
De VS en Europa dreven handel met elkaar.
C
Er was in Europa net een oorlog geweest.
D
Europa had veel geld uitgeleend aan de VS

Slide 7 - Quiz

Een gezin van een werkloze had 17 gulden minder te besteden. Het gezin van een werkloze moest daarom flink bezuinigen op ..............
A
huur
B
kleding

Slide 8 - Quiz

Noem 3 dingen waar werklozen in de jaren 30 echt geen geld voor hadden en waaraan jij wel wekelijks geld uitgeeft.

Slide 9 - Question ouverte

Om welke reden kwam de economische crisis van 1929 in Duitsland extra hard aan?

Slide 10 - Question ouverte

De Italiaanse leider Mussolini (midden) en zijn aanhangers in Rome, 1922.

Slide 11 - Diapositive

Het fascisme 
  • Na WO 1 grote economische en politieke problemen in Europa.
  • Opkomst Fascisme in Italië.
  • democratie oorzaak van het probleem.
  • sterke leider, eenheid maken, extreem nationalisme, geweld om het doel te bereiken
  • uniformen en marcheren 
  • Benito Mussolini (1922)

Slide 12 - Diapositive

Noem een economisch probleem na WO l

Slide 13 - Question ouverte

Noem een politiek probleem na WO l

Slide 14 - Question ouverte

Wat hoort bij communisme, wat bij fascisme en wat bij beide?
C
F
Geen ruimte voor mensen met andere ideeën 
Alle burgers moeten evenveel macht en bezit hebben.
Macht ligt bij één sterke leider
Fabrieken zijn in bezit van ondernemers
Extreem nationalistisch propaganda
x
x
x
x
x
x

Slide 15 - Question de remorquage

Een straat in Berlijn in 1932. Uit de ramen hangen vlaggen van fascisten en communisten. Op de muur staat geschreven: ‘Eerst eten, dan huur betalen.

Slide 16 - Diapositive

Fascisme in Duitsland en Nederland
  • Ook in andere landen fascistische partijen. 
  •  Adolf Hitler leider Nationaalsocialistische Duitse partij (NSDAP)
  • Hitler gaf schuld en maakte beloftes
  • Na de economische crisis 1929 meer aanhang. 
  • In NL richtte Anton Mussert in 1931 de Nationaalsocialistische beweging (NSB) op. 
  • einde aan de democratie 
  • nationalisme 

Slide 17 - Diapositive

Waarom kreeg de NSDAP juist vanaf 1930 veel stemmen?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe heette de fascistische partij in Nederland?

Slide 19 - Question ouverte

De Nederlandse fascist wilde een groot Nederland, dat moest bestaan uit Nederland, België en delen van Frankrijk. Bij welk kenmerk van het fascisme past het idee?
A
Een sterke leider.
B
Extreem nationalisme.
C
Geweld en soldaten zijn belangrijk.
D
Met propaganda de band onder het volk versterken.

Slide 20 - Quiz

Maken 
Opdracht 11

Slide 21 - Diapositive