Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 3 (20 sept 22-23)
Bienvenidos
les 3
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spaans
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Bienvenidos
les 3
Slide 1 - Diapositive
¡Hola, buenos días!
¿Qué hacemos hoy?
Primero un repasito de la semana pasada y luego el programa de esta tercera semana.
Het werkwoord zijn en woorden die je kunt gebruiken om vragen te stellen.
Slide 2 - Diapositive
A.U.B. inloggen met telefoon
Gebruik laptop voor Teams, telefoon voor LessonUp.
Consequentie
NIET
inloggen
->
afwezig gezet.
Consequentie
NIET
meedoen met de vragen
->
afwezig gezet.
Ga naar:
https://lessonup.app
Vul deze code in.
Slide 3 - Diapositive
Zelfstandige naamwoorden met hun juiste lidwoorden
Bijna altijd vrouwelijk zijn de woorden eindigend op
-a
-ción, -sión
-dad, -red, -tud, -tad
-ez
Slide 4 - Diapositive
Schrijf nu enkele vrouwelijke woorden op met hun juiste lidwoord
Slide 5 - Question ouverte
En nu de manlijke:
Uitgangen op -o
-ama, -ema
-elke andere medeklinker, bijvoorbeeld r of l
_aje
-ismo, -m(i)ento
Slide 6 - Diapositive
Schrijf 4 manlijke zelfstandige nmw. in met het juiste lidwoord
Slide 7 - Question ouverte
Ana y yo =
A
Ellos
B
Nosotros
C
Vosotros
D
Ustedes
Slide 8 - Quiz
Carlos y tú =
A
Vosotros
B
Nosotros
C
Ellos
D
Ustedes
Slide 9 - Quiz
En dan nu het thema van deze week: ZIJN
Voor het Nederlandse werkwoord zijn kent het Spaans er 2 verschillende:
SER en ESTAR
Slide 10 - Diapositive
ser estar hay
yo soy estoy hay
tú eres estás
él / ella / usted es está
nosotros somos estamos
vosotros sois estáis
ellos / ustedes son están
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Verschil 'ser' en 'estar'
soy est
oy
eres
est
á
s
es est
á
somos estamos
soís estáis
son est
á
n
Slide 13 - Diapositive
Wanneer gebruik je SER?
Geef een paar voorbeelden.
Slide 14 - Question ouverte
Wanneer gebruik je ESTAR?
Geef weer een paar voorbeelden.
Slide 15 - Question ouverte
Hoe zeg je?
Juan is sympathiek.
A
Juan es simpático
B
Juan está simpático
C
Juan soy simpática
D
Juan es simpática
Slide 16 - Quiz
Hoe zeg je:
Mijn moeder is thuis
A
Mi madre es en casa
B
Mi madre está en casa
C
Mi madre no es en casa
D
Mi madre está en el jardin
Slide 17 - Quiz
Wij zijn studenten en we zijn (we bevinden ons) op school ( en el instituto)
Slide 18 - Question ouverte
Schrijf eens op:
Ik ben ........... en ik ben in Rotterdam
Slide 19 - Question ouverte
Leer de vraagwoorden goed!
Ze zijn essentieel om vragen en antwoorden te begrijpen en te kunnen geven
Slide 20 - Diapositive
Noem 4 vraagwoorden
Slide 21 - Carte mentale
¡Practicamos!
Barcelona es la capital de Cataluña
Vicente vive en Valencia
Juan es el hermano de Javier
El aeropuerto está cerca del centro
El perro de Ricardo se llama Bruno
¿Cuántos años tienes?
Carlota está de vacaciones en México
Slide 22 - Diapositive
Nog vragen? ¿Hay preguntas?
Neem je reader mee morgen en vergeet ook niet een pen mee te nemen.
Slide 23 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
SER-ESTAR-HAY
Septembre 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
SER-ESTAR-HAY
Avril 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
SER-ESTAR-HAY
Octobre 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Spaans
MBO
Studiejaar 1
Verschil tussen SER - ESTAR - HAY
Juin 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Ser, Hay, Estar nov.2024
Novembre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Herhalen kloktijden, pretérito perfecto en verschil ser/estar/hay
Novembre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Spaans
MBO
Studiejaar 3
Les 13 - V3 - describir tu barrio con ser, estar y hay
Octobre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Repaso
Novembre 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Spaans
MBO
Studiejaar 1