Economie Hoofdstuk 4

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Economie 

Hoofdstuk 4

Ga rustig op je plaats zitten

pak je laptop erbij

Inloggen met schoolaccount aerobe

Hoofdstuk 4

Geef een voorbeeld van
1) de productie van goederen
2) de productie van diensten.

Een agrarisch bedrijf kan goederen produceren.

1. Juist
2. Onjuist

Leg uit hoe de toegevoegde waarde ontstaat

Dienstverlenende bedrijven halen hun grondstoffen
uit de natuur.

1. Juist
2. Onjuist

Willem heeft vandaag 35 taarten
gebakken. De productiekosten waren € 131,25.
Bereken de kostprijs per taart.

Wat is ondernemen?

Bij welke productiefactoor hoort de volgende
voorbeeld?
Bestelbus

1. Arbeid
2. Natuur
3. Kapitaal

Bij welke productiefactoor hoort de volgende
voorbeeld?
Broodbakken

1. Arbeid
2. Natuur
3. Kapitaal

Bij welke productiefactoor hoort de volgende
voorbeeld?
Een straat leggen

1. Arbeid
2. Natuur
3. Kapitaal

Bij welke productiefactoor hoort de volgende
voorbeeld?
Graan

1. Arbeid
2. Natuur
3. Kapitaal

Bij welke productiefactoor hoort de volgende
voorbeeld?
Machines

1. Areid
2. Natuur
3. Kapitaal

Bij welke productiefactoren hoort de volgende
voorbeeld?
Zonlicht

1. Arbeid
2. Natuur
3. Kapitaal

Willems Busreizen organiseert een dagtocht naar Maastricht. De 31 deelnemers betalen € 37,50 per persoon. De kosten van Willems waren € 1.160.
- Bereken de verkoopopbrengst van dit tochtje.

Willems Busreizen organiseert een dagtocht naar Maastricht. De 31 deelnemers betalen € 37,50 per persoon. De kosten van Willems waren € 1.160.
- Bereken de winst die Willems heeft behaald

Wat is investeren?

1. Geld maken
2. Het kopen van producten om te verkopen
3. Doorverkopen
4. Het kopen van kapitaalgoederen

Bij mechanisatie nemen computers
het werk van mensen over.

1. Juist
2. Onjuist

Dankzij automatisering kan één
werknemer meer produceren.

1. Juist
2. Onjuist

Als een computer het werk van de
administratie overneemt, is dat
automatisering.

1. Juist
2. Onjuist