Positieve, negatieve en tegengestelde getallen

Positieve, negatieve en tegengestelde getallen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Positieve, negatieve en tegengestelde getallen

Slide 1 - Diapositive

  • Een positief getal is groter dan 0.
      (=warmer dan 0 graden).

  • Een negatief getal is kleiner dan 0. 
      (= kouder dan 0 graden)

  • Voor een negatief getal staat een min. 

  • o is een neutraal getal.

Slide 2 - Diapositive

     

 getallenlijn
tegengestelde getallen

Slide 3 - Diapositive

Wat betekenen deze tekens?

Slide 4 - Diapositive

EZELSBRUGGETJES

Slide 5 - Diapositive




-4...... 4
-0,50  ...... -0,53



-10 ....... 1 
-11 ..... -12
-4,5    ....... -4,51
-3,5 ..... -3,65

Slide 6 - Diapositive

THEORIE
EZELSBRUGGETJES
Hoe groter het negatieve getal hoe kouder.

Slide 7 - Diapositive

Getallen groter dan 0 noemen we

........................................................... getallen.

Slide 8 - Question ouverte

Getallen kleiner dan 0 noemen we

........................................................... getallen.

Slide 9 - Question ouverte

positieve getallen
negatieve getallen
2
18
20,5
3
-4
-6
-99
-1,5
0

Slide 10 - Question de remorquage

Welke twee getallen zijn tegengesteld? 
2
-23
0
4
-2
4,5

Slide 11 - Question de remorquage

Welke twee getallen zijn tegengesteld? 
5
-4
-15
15
30
-14

Slide 12 - Question de remorquage

Welk getal hoort bij
de pijl?

Slide 13 - Question ouverte

Welk getal hoort bij
de pijl?

Slide 14 - Question ouverte

Welk getal hoort bij
de pijl?

Slide 15 - Question ouverte

Wat betekent het teken:

>
A
is kleiner dan
B
is groter dan
C
is gelijk aan

Slide 16 - Quiz

Wat betekent het teken:

<
A
is kleiner dan
B
is groter dan
C
is gelijk aan

Slide 17 - Quiz

Wat betekent het teken:

=
A
is kleiner dan
B
is groter dan
C
is gelijk aan

Slide 18 - Quiz

Wat zijn de negatieve getallen?

Typ: getal,getal,getal
(zonder spaties)

Slide 19 - Question ouverte

Wat zijn de positieve getallen?

Typ: getal,getal,getal
(zonder spaties)

Slide 20 - Question ouverte

Wat zijn de tegengestelde getallen?
Typ: getal,getal,getal,getal
(zonder spaties)

Slide 21 - Question ouverte

Vul >,< of = in.
7 .... 8

Slide 22 - Question ouverte

Vul >,< of = in.
-14 ½ .... 0

Slide 23 - Question ouverte

Vul >,< of = in.
-35 .... -36

Slide 24 - Question ouverte

Vul >,< of = in.
7 - 3 ..... 2 + 2

Slide 25 - Question ouverte

Vul >,< of = in.
-39 .... -69

Slide 26 - Question ouverte

Vul >,< of = in.
3,5 ..... -3,5

Slide 27 - Question ouverte


Blijf 3 keer per week oefenen, zodat het in je lange termijngeheugen blijft zitten. 

SUCCES!

Slide 28 - Diapositive