Maandag 14 november paragraaf 2.2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Welkom

Ga rustig zitten.

Je jas is aan de kapstok en je telefoon in de telefoontas.

Vandaag

- de vorige les

- uitleg van de productiefactoren

- betaalde en onbetaalde productie

- samen som 8 maken van paragraaf 2.1

- zelfstandig aan het werk

Lesdoelen

Aan het einde van deze les:

kun je de drie productiefactoren benoemen

kun je aangeven wanneer je welk productiefactor je inzet.

De vorige les

Zoek op:

Wat is schaarste?

Wat is consumeren?

Wat is produceren?

Wat is zelfvoorziening?

Productiefactoren

Arbeid

Natuur

Kapitaal

Deze 3 uit je hoofd leren

Deze heb je nodig om te kunnen produceren.

Arbeid

Het werk dat door mensen gedaan wordt. 

Dus een bakker die het deeg van het brood kneedt.

Kapitaal

De machines, computers, materiaal wat gebruikt wordt om te produceren.

Dus de oven waar de bakker zijn brood in bakt

Natuur

De grondstoffen die uit de natuur gehaald worden om te kunnen produceren.

het graan dat de bakker gebruikt om het deeg voor het brood te maken.

De schilder

Bedenk bij de drie productiefactoren wat een schilder nodig heeft om te produceren.

Arbeid

Natuur

Kapitaal

Som 8

Samen werken aan som 8

Zelfstandig werken

Maken paragraaf 2.2 voor maandag 21 november

Afsluiten van de les

Wat zijn de drie productiefactoren?

En op welke manier worden ze ingezet?