Blok 3 - Grammatica - Les 4

Grammatica
Blok 3 - les 4

Log in bij de LessonUp.

Na vandaag ken je verschillende vormen van zinnen.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Grammatica
Blok 3 - les 4

Log in bij de LessonUp.

Na vandaag ken je verschillende vormen van zinnen.

Slide 1 - Diapositive

Grammatica
Antwoorden huiswerk: 
Opdracht 7 en 8.

Slide 2 - Diapositive

Vormen van zinnen
1. De bakker kneedt het deeg.
2. Het deeg wordt door de bakker gekneed.


Kijk even naar deze zinnen.

Slide 3 - Diapositive

1. De bakker kneedt het deeg.
2. Het deeg wordt door de bakker gekneed.

Wat valt je op?

Slide 4 - Question ouverte

1. De bakker kneedt het deeg.

WWG?

Slide 5 - Question ouverte

2. Het deeg wordt door de bakker gekneed.

WWG?

Slide 6 - Question ouverte

1. De bakker kneedt het deeg.

OW?

Slide 7 - Question ouverte

2. Het deeg wordt door de bakker gekneed.

OW?

Slide 8 - Question ouverte

1. De bakker kneedt het deeg.

Zit er een lv in?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

1. De bakker kneedt het deeg. 

Ja.

Wie/wat + wwg + ow?

Wat kneedt de bakker? = het deeg.

Het deeg = lv.

Slide 10 - Diapositive

2. Het deeg wordt door de bakker gekneed.

Zit er een lv in?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

2. Het deeg wordt door de bakker gekneed.
LV? Nee.

Wie/wat + wwg + ow?

Wie/wat wordt het deeg gekneed?

Geen antwoord = geen lv.

Slide 12 - Diapositive

Vormen van zinnen 
Zinnen kunnen in twee vormen staan:

Het onderwerp doet iets.
Er wordt iets met het onderwerp gedaan. 

Als er iets met het onderwerp gedaan wordt, dan is er ook geen lv.

Slide 13 - Diapositive

Katie borstelt de hond.
A
Het onderwerp doet iets.
B
Er wordt iets met het onderwerp gedaan.

Slide 14 - Quiz

Mijn verjaardag wordt op een zondag gevierd.
A
Het onderwerp doet iets.
B
Er wordt iets met het onderwerp gedaan.

Slide 15 - Quiz

Hij wordt door de bewaker op zijn gezicht geslagen.
A
Het onderwerp doet iets.
B
Er wordt iets met het onderwerp gedaan.

Slide 16 - Quiz

Vormen van zinnen
Het onderwerp doet iets - wel een lijdend voorwerp.

Er wordt iets met het onderwerp gedaan - geen lijdend voorwerp.

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk
Opdracht 10 en 11.
Bladzijde 142 en 143.

Foto maken als je klaar bent.

Slide 18 - Diapositive