Start je eigen vestiging les 5

Rapportage en interculturele communicatie
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Rapportage en interculturele communicatie

Slide 1 - Diapositive

Waarom rapporteren
Door te rapporteren leg je belangrijke informatie vast, krijg je inzicht in patronen, kun je problemen tijdig signaleren, kun je informatie doorgeven en inzicht krijgen in het gedrag.

Slide 2 - Diapositive

Hoe rapporteren?
Rapporteren is nuttig omdat het aangeeft wat je hebt gedaan en ook of je vervolgacties van je collega’s verwacht. Het is daarom belangrijk om consequent, duidelijk en feitelijk te rapporteren. Waar je verschil maakt in objectieve en subjectieve rapportages 

Slide 3 - Diapositive

Waar moet je op letten als je een rapportage schrijft? Noem drie punten.

Slide 4 - Question ouverte

Let op:
  • Eenduidig (begrijpelijk voor iedereen) 
  • Objectief 
  • Concreet 
  • Zorgvuldig 
  • Hoofd- en bijzaken scheiden 

Slide 5 - Diapositive

Noem twee voordelen van mondeling rapporteren.

Slide 6 - Question ouverte

Mondeling
- Het is rechtstreeks.
- Vragen kunnen direct gesteld worden.
- Er is gelegenheid om toelichting te geven bij vragen.
- Spreken is vaak overtuigender.
- Je ziet hoe de ander reageert op de informatie en kunt dit direct bespreken.

Slide 7 - Diapositive

8. Wat is een nadeel van schriftelijk rapporteren?
A
Er is beïnvloeding van anderen of door anderen.
B
Het is niet efficiënt.
C
Er is geen directe feedback dus je weet niet of informatie goed overkomt.
D
De kern van de rapportage gaat vaak verloren.

Slide 8 - Quiz

Tips bij rapporteren (1)
  1. Schrijf respectvol over de cliënt en zijn/haar naaste(n);
  2. Vermeld wat je hebt afgesproken met de cliënt en/of naaste(n);
  3. Beschrijf alleen feiten en geef niet je eigen mening. 
  4. Wil je toch je mening geven, geef dan duidelijk aan dat het om jouw mening gaat;

Slide 9 - Diapositive

Tips bij rapporteren (2)
5. Heeft een situatie je aangegrepen of ben je nog emotioneel
over een situatie, wacht dan even met rapporteren of spreek
een collega, zodat je wat later objectief kunt rapporteren;
6. Schrijf kort, krachtig en volledig zodat navraag niet nodig is;
7. Trek geen conclusie/stel geen diagnose als je daartoe niet

bevoegd bent;

Slide 10 - Diapositive

Tips bij rapporteren (3)
8. Reageer op eerdere rapportages of op tussentijdse 
wijzigingen;
9. Gebruik geen afkortingen die niet gangbaar zijn in de
Nederlandse taal en vermijd vaktaal. Schrijf zodat iedereen
het kan begrijpen;
10.  Let op taal-, schrijf en typefouten. De automatische
correctie kan onbedoeld voor vreemde zinnen zorgen. 

Slide 11 - Diapositive

Objectief en subjectief 
Het verschil tussen objectief en subjectief is erg belangrijk, maar nog veel belangrijker is om te weten wanneer iemand objectieve of subjectieve argumenten geeft. Het is ook belangrijk om bij jezelf na te gaan of je in sommige situaties wel objectief bent.

Slide 12 - Diapositive

Objectief 
  • op feiten gebaseerd
  • iemand wordt niet beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel
Subjectief 
  • op eigen mening gebaseerd
  • iemand wordt beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel (partijdig, bevooroordeeld)

Slide 13 - Diapositive

Hulpmiddelen bij rapporteren 
  • SOAP methode 
  • Kan helpen om raportage concreet en duidelijk op te schrijven 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

SOAP
Subjectief: Wat de cliënt zegt over zijn eigen belevingen.
Objectief: De directe observatie van de situatie door de medewerker. 
Analyse: Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens die de medewerker heeft verzameld.
Plan: Wat de medewerker vervolgens gaat doen.

Slide 16 - Diapositive

Interculturele Communicatie
Interculturele communicatie

Slide 17 - Diapositive

Cultuur wordt bepaald door
- Culturele afkomst
- Taal/lichaamstaal
-Leeftijd
- Rituelen
- Nationaliteit
- Sekse en Seksuele gaardheid
-Referentiekader/waarden en normen
- Religie
- Taalgebruik, etc

Slide 18 - Diapositive

Interculturele communicatie

interculturele communicatie = de communicatie tussen mensen van een verschillende cultuur.

Wanneer je met iemand uit een andere cultuur communiceert, kunnen er misverstanden ontstaan door cultuurverschillen of door een andere kijk op de wereld. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Wat is cultuur?

Slide 21 - Diapositive

Hoe noem je het feit dat mensen verschillen o.a. afkomst, leeftijd, sekse, nationaliteit, seksuele geaardheid, religie en taalgebruik?
A
Diversiteit
B
Culturele identiteit
C
Interculturele communicatie

Slide 22 - Quiz

culturele
diversiteit

Slide 23 - Carte mentale

Culturele diversiteit
= de verscheidenheid aan culturen binnen een specifieke regio of in de wereld als zijn geheel

Slide 24 - Diapositive

De behoeftenpiramide van Pinto
FIJNMAZIGE CULTUUR             GROFMAZIGE CULTUUR


F-Cultuur                                  G-Cultuur
Eigen waarden normen           Meeste westerse culturen

Slide 25 - Diapositive

Stappenplan interculturele communicatie
Stap 1: Je eigen (cultuurgebonden) normen en waarden leren kennen. Welke regels en codes zijn van invloed op je denken, handelen en communiceren?
  
Stap 2: De (cultuurgebonden) normen, waarden en gedragscodes van de ander leren kennen. Scheid meningen over het gedrag van de ander van de feiten. Onderzoek wat het ‘vreemde’ gedrag van de ander betekent.

Stap 3: Bepaal hoe je in de gegeven situatie met de geconstateerde verschillen in normen en waarden omgaat. Bepaal vervolgens waar je grenzen liggen wat betreft aanpassing aan en acceptatie van de ander. Maak deze grenzen aan de ander duidelijk.

Slide 26 - Diapositive

Welke piramide is hiernaast te zien?
A
Piramide van Maslow
B
Piramide van Pinto

Slide 27 - Quiz

Volgens Pinto bestaat goede interculturele communicatie uit drie stappen

1. Wat zijn je eigen waarden en normen?
2. Wat zijn de waarden en normen van de ander?
3. Hoe kun je dan in een bepaalde situatie met elkaar omgaan?

Slide 28 - Diapositive

Dominante cultuur
Alle waarden, normen en gewoonten die de meerderheid van de bevolking met elkaar deelt.

Slide 29 - Diapositive