2021-11-16 Latijn G2

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Leerdoelen

• ik kan de vormen van de ablativus herkennen, vertalen en benoemen
  
• ik kan T 3, r. 1-10 vertalen
• ik ken al een paar woorden van les 4
  

Weektaak

• herhalen: W t/m les 3
• leren: W les 4 (100%)
• oefenen: stampkaartjes uitgangen
• maken (voor do): T 3, r. 10-21

Drillster: Maxim, Elin, Edith

vanmiddag 9e/10e terugkomen

Begintaak:

• Welke twee functies heeft de ablativus?
  
• Wat is een bwb?
• Wat voor soorten bwb zijn er?
• Hoeveel bwb staan er in de volgende zinnen?

   

De tweeling ligt bij de wolvin. Liefdevol likt de wolvin de jongetjes met haar tong. Opeens begint één kind van de honger te huilen. Meteen geeft de wolvin hem melk.

Log in op de LessonUp-les zonder pincode

We nemen een deel van de woorden van les 4 door.

Romulus et amici de monte Palatino descendunt.
De monte Aventino descendit Remus cum amicis.
Fratres conveniunt. Accedit populus. Omnes tacent.
Romulum et Remum aspiciunt. Fratres quoque
5 tacent. Tandem Romulus dicit: ‘Et mihi et Remo
dei favent: regnum inter nos dividunt.’
Fratres reges sunt. Populum urbem aedificare
iubent, primum in monte Palatino. Populus
mandatum non recusat. Viri saxis murum urbi
10 aedificant.

TB blz. 27

+

schrift

Corrigeer je vertaling (in een andere kleur).

Zo dadelijk krijg je vragen over het Latijn

Regel 1
Noteer het woord dat in de abl. staat + functie van die abl.

Regel 2
Noteer naamval, getal en functie van de naamval van amicis.

Regel 5
Noteer naamval, getal en functie van de naamval van Remo.

Regel 5 t/m 8
Noteer uit deze regels (in het Latijn) een naamwoordelijk deel van het gezegde.

Regel 9
Noteer naamval, getal en functie van de naamval van mandatum.

Regel 9-10: Viri saxis murum urbi aedificant.
a. Welk woord staat in de ablativus? Functie?
b. In welke naamval + getal staat urbi?

retinere

semper

servare

turba

temptare

pars (mv.?)

si

cadere

auxilium

arx (mv.?)

periculum

femin-a
femin-ae
femin-ae
femin-am
femin-a
femin-ae
femin-arum
femin-is
femin-as
femin-is

serv-us

serv-i

serv-o

serv-um

serv-o  

serv-i

serv-orum
serv-is
serv-os    serv-is

rex

reg-is

reg-i

reg-em

reg-e

reg-es

reg-um

reg-ibus

reg-es

reg-ibus

don-um

don-i

don-o

don-um

don-o

don-a

don-orum

don-is

don-a

don-is

nomen

nomin-is

nomin-i

nomen

nomin-e

nomi-a

nomin-um

nomin-ibus

nomin-a

nomin-ibus

Leerdoelen

• ik kan de vormen van de ablativus herkennen, vertalen en benoemen
  
• ik kan T 3, r. 1-10 vertalen
• ik ken al een paar woorden van les 4
  

Weektaak

• herhalen: W t/m les 3
• leren: W les 4 (100%)
• oefenen: stampkaartjes uitgangen
• maken (voor do): T 3, r. 10-21