Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Les 2: levenskenmerken
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
- Kan je de 9 levenskenmerken benoemen
- Begrijp je wat elk levenskenmerk inhoudt bij verschillende typen levende wezens.
- Kun je bij een levend wezen weergeven welke levenskenmerken aanwezig zijn.
Slide 2 - Diapositive
Inhoud
- Herhaling leven, dood en levenloos
- Verder lezen (9 levenskenmerken)
- Levenskenmerken
- Extra oefenen (filmpje)
Slide 3 - Diapositive
Wat is/betekent biologie?
A
leer van het leven
B
een vak op school
C
leer van de natuur
D
leren over dieren
Slide 4 - Quiz
Levend
Levenloos
Dood
Organisme heeft geen levenskenmerken meer
Organisme vertoond alle levenskenmerken
Iets wat nooit heeft geleefd
Slide 5 - Question de remorquage
Levend, dood of levenloos?
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.
Dood
Dood
Dood
Levend
Levend
Levend
Levend
Levenloos
Levenloos
Levenloos
Slide 6 - Question de remorquage
Een wezen dat de levenskenmerken had, maar niet meer heeft.
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
D
Organisme
Slide 7 - Quiz
Je kent nu de begrippen dood, levenloos en leven. Welke zinnen zijn goed?
A
Deze kraai is levenloos.
B
Een steen is dood.
C
Een appelboom is levend.
D
Een robot is levenloos.
Slide 8 - Quiz
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 9 - Quiz
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 10 - Quiz
Verder lezen
Bekijk de levenskenmerken nog eens via deze link:
https://maken.wikiwijs.nl/140661#!page-5086933
Slide 11 - Diapositive
Hoeveel levenskenmerken zijn er?
A
3
B
5
C
7
D
9
Slide 12 - Quiz
Noem 6 van de 9 levenskenmerken.
Slide 13 - Question ouverte
Levenskenmerken en voorbeelden bij mensen.
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.
een mens kan lopen
adem halen met behulp van longen
een baby wordt een peuter
de mens eet brood
de mens ziet een vogel vliegen
een vrouw kan een baby krijgen
een mens plast
ademhalen
voeden
uitscheiden
waarnemen
bewegen
voortplanten
groeien
Slide 14 - Question de remorquage
Welke twee levenskenmerken worden niet benoemd in slide 14?
Slide 15 - Question ouverte
Welk van de 9 levenskenmerken zie je op het plaatje?
Slide 16 - Question ouverte
Kunnen kamerplanten alle levensverschijnselen vertonen?
A
Ja
B
Nee
C
3 van de 9 levensverschijnselen wel
D
7 van de 9 levensverschijnselen wel
Slide 17 - Quiz
Geef twee voorbeelden waaraan je kunt zien dat een kamerplant levensverschijnselen vertoont.
Slide 18 - Question ouverte
Een auto kan bewegen. Waarom is een auto toch geen levend wezen?
Slide 19 - Question ouverte
Je ziet hier een afbeelding met dieren. Noem twee levenskenmerken die je ziet
Slide 20 - Question ouverte
Noem vier manieren waarop je kunt waarnemen.
Slide 21 - Question ouverte
Welke drie levenskenmerken hebben te maken met het opnemen en afgeven van stoffen?
Slide 22 - Question ouverte
Welke drie levenskenmerken hebben te maken met het krijgen van nakomeling?
Slide 23 - Question ouverte
Schrijf twee dingen op die je hebt geleerd in deze les.
Slide 24 - Question ouverte
Waar heb je nog vragen over of begrijp je nog niet?
Slide 25 - Question ouverte
Extra uitdaging: Een leerling vraagt zich af of planten water kunnen waarnemen. De leerling heeft een proef bedacht om dit te onderzoeken. In de afbeelding zie je de proef. Bij welke uitslag van de proef kunnen planten water waarnemen?