§4.5 Grondstofconflicten (1)

§4.5 Grondstofconflicten (1)
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

§4.5 Grondstofconflicten (1)

Slide 1 - Diapositive

Bij welke minderheidsgroep in de VS wordt de nationale identiteit het minst gevoeld?
A
Aziaten
B
Blanken
C
Indianen
D
Hispanics

Slide 2 - Quiz

Is deze uitspraak goed of fout?
'Een afkeer van verandering is typisch iets van progressieven.'
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quiz

Uitleg (1)
Bij een grondstofconflict zorgt de winning van natuurlijke hulpbronnen voor een gewelddadige strijd. Vaak gaat zo'n conflict over mineralen of ertsen, zoals goud of diamanten. Ook energiebronnen zorgen voor een groot aantal grondstofconflicten. Landen vechten dan om een stuk grond waar olie of gas te vinden is. Daarnaast is het aantal conflicten over zoet water en vruchtbare grond ook toegenomen.
Bij deze grondstofconflicten zijn niet alleen landen betrokken, maar ook etnische groepen.

Slide 4 - Diapositive

Uitleg (2)
Vaak gaan conflicten wel over grondstoffen, al lijkt dat in eerste instantie niet zo.
Zo vielen in 2003 de VS (met bondgenoten) Irak binnen. Men zei dat het gebeurde om de dictator Saddam Hoessein te verdrijven en zijn massavernietigingswapens uit te schakelen. Saddam Hoessein werd gevangen genomen, maar die wapens bleken niet te bestaan. Wel kwamen de Iraakse olievoorraden nu in handen van buitenlandse (Amerikaanse) bedrijven.
Ook in de Zuid-Chinese Zee maken een aantal landen aanspraak op een aantal eilanden. Het lijkt dus om grondgebied te gaan, maar de zee is rijk aan vis en onder de zeebodem zijn grote olie- en gasvelden gevonden. Dus gaat het toch weer om grondstoffen.

Slide 5 - Diapositive

Uitleg (3)
Grondstofconflicten komen steeds vaker voor. Dat heeft 3 oorzaken: globalisering, niet-duurzaam gebruik grondstoffen en bevolkingsgroei.
Door globalisering groeien de economieën van een aantal periferielanden snel. De bevolking wordt rijker en de vraag naar (luxe) goederen neemt toe. Daardoor zijn er meer grondstoffen nodig om die producten te maken. Het bezit van die grondstoffen wordt dus belangrijker, terwijl de voorraden ervan afnemen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Uitleg (4)
Het niet-duurzaam gebruik van grondstoffen zoals water en aardolie zorgt ervoor dat deze goederen steeds schaarser worden. 
Met (de winning van) aardolie is veel geld te verdienen, dus willen veel landen de laatste beetjes aardolie graag hebben. En dus ontstaan er conflicten over.
Ook de vraag naar zoet water neemt toe door onder andere de snelle groei van de steden in de periferielanden. Vooral in gebieden met weinig neerslag kunnen er daardoor conflicten ontstaan over de toegang tot het schaarse zoet water. Bijvoorbeeld doordat een land een stuwdam bouwt in een rivier en daardoor de watertoevoer voor een land dat stroomafwaarts ligt belemmert.

Slide 8 - Diapositive

Uitleg (5)
De bevolkingsgroei zorgt ook voor toenemende kans op grondstofconflicten. Al die mensen hebben namelijk voedsel, kleding en onderdak nodig. En daarvoor zijn grondstoffen nodig. De bevolking groeit voornamelijk in die gebieden waar veel droogte is. Dus ontstaan er conflicten over toegang tot zoet water en vruchtbare grond.
In goed georganiseerde landen, zoals Nederland, profiteert de hele bevolking van de opbrengst van grondstoffen. De regering betaalt met de opbrengsten bijv. gezondheidszorg en onderwijs. In slecht georganiseerde landen is er vaak strijd tussen de regering en opstandige groepen over de controle over de grondstoffen. Met de opbrengsten worden vaak weer wapens gekocht om de strijd voor te zetten. Ook zorgt corruptie ervoor dat niet de hele bevolking profiteert.

Slide 9 - Diapositive

Huiswerk
Voor de volgende keer heb je deze LessonUp helemaal afgerond. Verder maak je de vragen van §4.5 en upload je de uitwerkingen naar Opdrachten.

Slide 10 - Diapositive