Spelling 1 + 2

Spelling 1 + 2
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling 1 + 2

Slide 1 - Diapositive

Spelling 1: hoofdletters
Wanneer gebruik je een hoofdletter?
a. Aan het begin van een zin
Let op: 's Ochtends sta ik vroeg op. 
200 keer ben ik al naar boven geweest. Bij een getal geen hoofdletter!
b. Bij namen van een mens, volk, bedrijf, club, plek op aarde etc.
Andre de Vries, M. van der Vloot. De tussenwoordjes schrijf je zonder hoofdletter
Let op: wel een hoofdletter als de voornaam ontbreekt zoals bij familie De Bruin
c. Bij feestdagen en belangrijke gebeurtenissen (Suikerfeest, Bevrijdingsdag)
Let op: Kerstmis - kerstkrans
Pasen - paasei
Moederdag - moederdagcadeau

Slide 2 - Diapositive

Schrijf met hoofdletters
's winters ga ik schaatsen.

Slide 3 - Question ouverte

Schrijf met hoofdletters:
viert daan de bruin kerstmis bij familie de groot in het zuiden van zuid-holland?

Slide 4 - Question ouverte

Schrijf met hoofdletters:
dat is een spaanse stad.

Slide 5 - Question ouverte

Schrijf met hoofdletters;
dat is in midden-spanje.

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf met hoofdletters:
't hotel is versierd met kerstlampjes.

Slide 7 - Question ouverte

Spelling 2: eindstukken
Er zijn verschillende eindstukken
-ing, -isch, -lijk, -heid, -teit, -tie, -ig, -iaal, -ieel, -ueel en -air

-air is nieuw in groep 8. Denk aan woorden als militair, stagair, documentaire, autoritair, meubilair, ordinair, miljonair, revolutionair, sanitair, populair, antiquair, spectaculair
Pak nu blz. 48 erbij en kijk naar alle woorden daar

Slide 8 - Diapositive

iemand die bij het leger werkt

Slide 9 - Question ouverte

meubels

Slide 10 - Question ouverte

iemand die een miljoen euro of meer bezit

Slide 11 - Question ouverte

iemand die stage loopt

Slide 12 - Question ouverte

inrichting van badkamer

Slide 13 - Question ouverte

sensationeel, spannend

Slide 14 - Question ouverte

iemand de baas over anderen speelt

Slide 15 - Question ouverte

iemand die in waardevolle, oude spullen handelt

Slide 16 - Question ouverte

plat, niet zo netjes

Slide 17 - Question ouverte

opstandig of vernieuwend

Slide 18 - Question ouverte

geliefd en bekend bij veel mensen

Slide 19 - Question ouverte

een film die op feiten is gebaseerd

Slide 20 - Question ouverte

Zelfstandig werken
Maak blz. 16 (C overslaan) + blz. 17 (niks overslaan)
Klaar? Spellingsmol (14*) en werkwoordpaard (21*)
Klaar? TaalBlobs
Klaar? Weektaak
Klaar? Grammaticaklussers (3* halen)
Klaar? Gynzy bundel

Slide 21 - Diapositive