Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
Stoffen bestaan dus uit moleculen.
Hieronder staan drie afbeeldingen.
Koppel de juiste afbeelding aan de juiste fase.
Vaste fase
Vloeibare fase
Gasvormige fase
Slide 1 - Question de remorquage
Hoe verandert de temperatuur, als de druk hoger wordt? (Leg uit met het deeltjesmodel)
Slide 2 - Question ouverte
In de bergen kan je moeilijker ademen dan bij zeeniveau. Wat kan je zeggen over de druk in de bergen?
Slide 3 - Question ouverte
Rechts staat een versimpelde barometer. Als de buitendruk stijgt, wat gebeurt er met het doosje?
Slide 4 - Question ouverte
Als het doosje uitzet, wat gebeurt er met de wijzer?
Slide 5 - Question ouverte
Aluminium zet 2x zo veel uit als staal. Als het warmer wordt, wat gebeurt er dan met het bimetaal?
Slide 6 - Question ouverte
Sleep de fase-overgang naar de juiste plek!
rijpen
stollen
verdampen
vervluchtigen
smelten
condenseren
Slide 7 - Question de remorquage
Rekenvragen
Slide 8 - Diapositive
Hoeveel mbar is 1 bar?
Slide 9 - Question ouverte
1 Pa = 100000 bar Hoeveel Pa is 1 bar? (Extra: Hoeveel mbar is dat?)
Slide 10 - Question ouverte
Hoeveel graden Celsius is 532 K?
Slide 11 - Question ouverte
Moeilijk: Bij de fietspomp lees je de druk af. De luchtdruk is 1000 mbar. Wat is de absolute druk?
Slide 12 - Question ouverte
Op een zonnige dag is het 25 graden Celsius, maar dit koelt uiteindelijk af naar 5 graden Celsius. Is er met 15 g/m^3 waterdamp in de lucht kans op mist?