Chapitre 3 aanwijzend voornaamwoord en voca kleding
1 / 12
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Ik heb mijn huiswerk Frans van deze week gedaan. Woorden en grammatica geleerd
ja
Niet helemaal
Nee
Slide 2 - Sondage
Vul in:
ce, cet, cette of ces
1: ..... robe est bleue
ce, cet, cette of ces
1: ..... robe est bleue
Slide 3 - Question ouverte
Vul in:
ce, cet, cette of ces
2: ..... chaussures sont rouges
ce, cet, cette of ces
2: ..... chaussures sont rouges
Slide 4 - Question ouverte
Vul in:
ce, cet, cette of ces
3: ..... short est noir
ce, cet, cette of ces
3: ..... short est noir
Slide 5 - Question ouverte
Vul in:
ce, cet, cette of ces
4: ..... hôtel est complet
ce, cet, cette of ces
4: ..... hôtel est complet
Slide 6 - Question ouverte
Vul in:
ce, cet, cette of ces
5: ..... sac coute trente euros
ce, cet, cette of ces
5: ..... sac coute trente euros
Slide 7 - Question ouverte
l'exemple
la différence
assez
je veux
het voorbeeld
het verschil
genoeg
il wil
Slide 8 - Question de remorquage
Wat betekent:
Qu'est-ce qu'il aime?
Qu'est-ce qu'il aime?
Slide 9 - Question ouverte
Wat betekent:
Qu'est-ce qu'il aime porter?
Qu'est-ce qu'il aime porter?
Slide 10 - Question ouverte
Ik vind deze manier van huiswerk overhoring prima
Slide 11 - Sondage
Zelf evaluatie
Ik heb het niet goed gemaakt, ik ga deze week goed leren
Ik heb het niet goed gemaakt, ik kan dit gewoon niet.
Ik heb het redelijk gemaakt. Ik weet nu wel wat ik beter moet leren
Dit ging best goed, ik zou nog wel iets beter kunnen leren.
Dti ging helemaal goed. Ik weet wat ik moet leren.
