Katapult Target 5 les 19 - metend rekenen: afstand, snelheid, tijd

• Wiskunde
• Lager onderwijs

Hallo kinderen,

vandaag gaan we werken rond afstand, snelheid en tijd.

Deze les vind je terug in je rekenboek p. 24 en 25.

Ook in je rakkertje p. 81 vind je een korte uitleg.

even herhalen:

We gebruiken dit meestal in een tabel.

eerst enkele voorbeelden.

1. we zoeken de afstand

   als de tijd en de snelheid gegeven zijn.

   Een autobus rijdt aan een gemiddelde snelheid van 90km/u.

   Ik wil graag weten hoe ver (=de afstand) de bus gereden heeft na een half uur.

   Maak gebruik van de verhoudingstabel die je ziet in slide 3.

correct opgelost? Prima!

2. we zoeken de tijd
    als de afstand en de snelheid gegeven zijn.

    Een fietser fietst aan een gemiddelde snelheid van 20 km/uur. Hij maakt een     tocht van 50 km. Hoe lang doet hij hier over?

    Wat weten we al?

    -de gemiddelde snelheid nl. 20 km in 1 uur.

    -we weten ook de te zoeken afstand nl. 50 km.

   

    Dit noteren we nu in de verhoudingstabel.

    We moeten wel een tussenstap noteren om van 20 km naar 50 km te gaan. Dit     kan op verschillende manieren.

Probeer maar!

      

We hebben alles genoteerd op de juiste plaats in de tabel en we zochten de oplossing.
 

Hiernaast vind je één van de mogelijkheden.

De oplossing is natuurlijk dat de fietser er 2 uur en 30 minuten over deed.

correct opgelost?

goed zo!

3. we zoeken de snelheid

    als de afstand en de tijd gegeven zijn.

  

    Een vrachtwagen is 4 uur onderweg van Brussel naar Parijs. Dit is een afstand van 320 km. Aan welke gemiddelde snelheid rijdt deze vrachtwagen.

Denk nu goed na. Gemiddelde snelheid wordt altijd uitgedrukt in km/uur.

(= aantal kilometer in 1 uur)

Gebruik je tabel.

Begin met wat je weet.

Trek een streep onder de belangijke info dat je al hebt.

We hebben alles genoteerd op de juiste plaats in de tabel en we zochten de oplossing.
 

Hiernaast vind je één van de mogelijkheden.

De oplossing is dat de vrachtwagen 80 km/u rijdt.

correct opgelost?

Je bent een kei!

Neem nu je rekenboek 5 (blauw boek) p. 25 en 26.

Lees telkens goed de opdracht!

Gebruik je tabel.
Begin met wat je weet.
Trek een streep onder de belangijke info dat je al hebt.

Los een oefening op en verbeter ze onmiddellijk.

Hieronder krijg je de oplossing van de oefeningen.

Denk er aan: je kan het wel!!

Neem een foto van p. 24 in je werkboek
en laad deze op.

Neem een foto van p. 25 in je werkboek
en laad deze op.

tot de volgende les!

juf Hilde