Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Nederlands
Het verschil tussen spreektaal en schrijftaal
Slide 1 - Diapositive
Programma
Doel van de les
Uitleg spreektaal en schrijftaal
Verder werken aan je schrijfproducten
Terug naar het doel van de les
Slide 2 - Diapositive
Doel van de les
- Je kunt een verschil noemen tussen spreektaal en schrijftaal.
- Je kunt in je schrijfproducten bewust schrijftaal hanteren.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat is spreektaal?
Gesproken teksten
Doel = interactie Vluchtig Meestal informeel
Voorbeelden?
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Wat is schrijftaal?
Schrijftaal wordt gebruikt in geschreven teksten.
Doel:informatieoverdracht
Blijvend Meestal formeler en ingewikkelder
De zinnen zijn grammaticaal correct opgebouwd
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Schrijftaal of spreektaal? AANGENAAM
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 9 - Quiz
Schrijftaal of spreektaal? BIJ VOORBAAT
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 10 - Quiz
Schrijftaal of spreektaal? COOL
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 11 - Quiz
Schrijftaal of spreektaal? EVENTUEEL
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 12 - Quiz
Schrijftaal of spreektaal? GOEIE
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Een grammaticaal correcte zin
Wat is een grammaticaal correcte zin?
Een Nederlandse grammaticale correcte mededelende zin is als volgt opgebouwd:
Onderwerp --- werkwoord --- rest van de zin
Niels werkt bij een zorginstelling in het midden van het land.
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Jouw schrijfproducten
schrijftaal
grammaticaal correcte zinnen
Slide 28 - Diapositive
Ik dacht nog wel, das niet zo handig.
Slide 29 - Question ouverte
Dat lukte niet 1, 2, 3.
Slide 30 - Question ouverte
Me werkbegeleider deed het voor en ging toen wat anders doen wat ik wel jammer vond want ik moest het nu alleen doen en had het wel als samenwerken willen doen.