V2 - 2425 Spreek- en schrijftaal VZIG

Nederlands 
Het verschil tussen spreektaal en schrijftaal
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolMBOhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands 
Het verschil tussen spreektaal en schrijftaal

Slide 1 - Diapositive

Programma 
  • Doel van de les
  • Uitleg spreektaal en schrijftaal
  • Verder werken aan je schrijfproducten
  • Terug naar het doel van de les



Slide 2 - Diapositive

Doel van de les
- Je kunt een verschil noemen tussen spreektaal en schrijftaal.

- Je kunt in je schrijfproducten bewust schrijftaal hanteren.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat is spreektaal?
Gesproken teksten

Doel = interactie
Vluchtig
Meestal informeel

Voorbeelden?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat is schrijftaal?
Schrijftaal wordt gebruikt in geschreven teksten.

Doel: informatieoverdracht 
Blijvend
Meestal formeler en ingewikkelder
De zinnen zijn grammaticaal correct opgebouwd

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Schrijftaal of spreektaal?
AANGENAAM
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 9 - Quiz

Schrijftaal of spreektaal?
BIJ VOORBAAT
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 10 - Quiz

Schrijftaal of spreektaal?
COOL
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 11 - Quiz

Schrijftaal of spreektaal?
EVENTUEEL
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 12 - Quiz

Schrijftaal of spreektaal?
GOEIE
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Een grammaticaal correcte zin
Wat is een grammaticaal correcte zin?
Een Nederlandse grammaticale correcte mededelende zin is als volgt opgebouwd:

Onderwerp --- werkwoord --- rest van de zin
Niels werkt bij een zorginstelling in het midden van het land. 


Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Jouw schrijfproducten
  • schrijftaal
  • grammaticaal correcte zinnen


Slide 28 - Diapositive

Ik dacht nog wel, das niet zo handig.

Slide 29 - Question ouverte

Dat lukte niet 1, 2, 3.

Slide 30 - Question ouverte

Me werkbegeleider deed het voor en ging toen wat anders doen wat ik wel jammer vond want ik moest het nu alleen doen en had het wel als samenwerken willen doen.

Slide 31 - Question ouverte

Nou toen ben ik maar meteen aan de slag gegaan.

Slide 32 - Question ouverte

Aan de slag met je schrijfproducten

Slide 33 - Diapositive