Werkwoorden oefenen

Werkwoorden oefenen
Schrijf de hele werkwoordsvorm op.
Zet een komma en spatie tussen verschillende antwoorddelen.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Werkwoorden oefenen
Schrijf de hele werkwoordsvorm op.
Zet een komma en spatie tussen verschillende antwoorddelen.

Slide 1 - Diapositive

Hoe het nu verder gaat en of hij dit jaar nog (verhuizen), (bepalen) zijn raadsman.

Slide 2 - Question ouverte

(Vinden, tt) je zus het vervelend dat we gisteren series (bingen, vt) op haar bank?

Slide 3 - Question ouverte

Wij verwachten dat u zich geen moment (vervelen) in de door ons (uitzoeken) villa.

Slide 4 - Question ouverte

Toen Pierre en Patty (finishen) vroeg ik mij af of zij dat opzettelijk zo slecht (timen).

Slide 5 - Question ouverte

Het (misten) gister zo erg dat ik niet doorhad dat ik mijn fietspartner (missen).

Slide 6 - Question ouverte

De (beantwoorden) e-mails zijn niet op tijd (afleveren).

Slide 7 - Question ouverte

U zou ons salaris in 2022 al eerder (storten), maar vanaf dat moment (storten, vt) u helemaal niets meer.

Slide 8 - Question ouverte

(Vermoeden) je dat je bent aangenomen of denk je dat de baan al aan een ander is (beloven)?

Slide 9 - Question ouverte

Ik (trachten) op tijd te vertrekken, maar mijn ouders (achten) mijn kans om op tijd te arriveren gering.

Slide 10 - Question ouverte

(Updaten, vt) en (formatteren, vt) jouw zusje mijn laptop nou al een keer?

Slide 11 - Question ouverte