Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Leesvaardigheid
Hoofdgedachte, hoofdzaken, bijzaken en kernzinnen.
Nederlands
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
weet je wat de hoofdgedachte, hoofdzaken, bijzaken en kernzinnen zijn.
kun je uitleggen hoe je hoofdzaken en kernzinnen kunt vinden.
kun je het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte in eigen woorden uitleggen.
kun je in teksten de hoofdgedachte, hoofdzaken, bijzaken en kernzinnen vinden
Slide 2 - Diapositive
Wat is volgens jou de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Vidéo
Wat is het onderwerp van een tekst?
Slide 5 - Question ouverte
Het onderwerp
Het onderwerp van een tekst vind je door te letten op:
de titel
de eerste zin of de eerste alinea
een afbeelding bij de tekst
tussenkopjes en vetgedrukte of onderstreepte woorden in de tekst
Slide 6 - Diapositive
Energiedranken zijn rijk aan suiker en cafeïne. Dit verhoogt het risico op onder andere overgewicht, gebitsproblemen, hartproblemen en een verhoogde bloeddruk. Vooral voor kinderen is energiedrank ongezond, wegens het effect van de cafeïne. Daarnaast kan het leiden tot slaap- en angstproblemen.
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Question ouverte
Dus het onderwerp van een tekst is waar de tekst over gaat en de hoofdgedachte van een tekst is wat de schrijver van die tekst de lezer duidelijk probeert te maken.
Slide 9 - Diapositive
Hoe vind je de hoofdgedachte?
Vraag je af wat de schrijver vertelt over het onderwerp
De hoofdgedachte hoeft niet letterlijkin de tekst te staan
Bedenk wat de tekstsoort en het tekstdoel is, de hoofdgedachte heeft daar mee te maken
Slide 10 - Diapositive
Leg in eigen woorden uit wat de hoofdzaken in een tekst zijn?
Slide 11 - Question ouverte
Hoofdzaken
Wat belangrijk is in een tekst.
Hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea.
Tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden.
Slide 12 - Diapositive
Hoofdzaken
Hoe en waar vind je de hoofdzaken?
Vaak in de eerste, de tweede en/of de laatste zinvan een alinea.
Daartussen staan vaak voorbeelden, toelichtingen of een verdere uitleg, dat zijn bijzaken. Denk aan een hamburger...
Stel jezelf de volgende vragen:
Heb ik deze zin nodig om de tekst/de alinea goed te begrijpen?
Wat zegt deze zin over het (deel)onderwerp?
Let op: sommige alinea's bevatten geen hoofdzaken.
Hoofdzaken (structuur)
Hoofdzaken (structuur)
Bijzaken (vulling)
Slide 13 - Diapositive
Kernzinnen
In een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak/hoofdzaken.
Andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen. Vaak een toelichting of voorbeeld(en).
Kernzinnen – de ruggengraat van je tekst
Samen vormen de kernzinnen de ruggengraat van je verhaal.
Slide 14 - Diapositive
Kernzinnen
Een kernzin is vaak de eerste of de laatste zinvan de alinea.
Soms is er geen duidelijke kernzin. Die moet dan zelf gemaakt worden door een zin te maken met het kernwoord/de kernwoorden.
Slide 15 - Diapositive
Stappenplan
Stap 1: bepaal het (deel)onderwerp
Stap 2: bepaal het doel van de alinea
Stap 3: zoek de belangrijkste zin
Stap 4: kijk of er nog meer belangrijke zinnen zijn