Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
samenvatting beoordelen paard
Slide 1 - Diapositive
plan van vandaag
- Quiz met alle onderdelen
- praktijk beoordelen paard
Slide 2 - Diapositive
Maar eerst gaan we even de kennis testen!
Slide 3 - Diapositive
Bij het beoordelen van de romp spreken we over een rechthoek model of een vierkant model.
Welk rompmodel zie je op deze afbeelding?
A
Vierkant model
B
Rechthoek model
Slide 4 - Quiz
Welke halsrichting zien we bij het paard op de foto?
A
Verticale halsrichting
B
Horizontale halsrichting
Slide 5 - Quiz
Welke hoofd-hals verbinding zie je op de foto hiernaast?
A
Een lichte hoofd- hals verbinding
B
Zware hoofd-hals verbinding
Slide 6 - Quiz
De ligging van de schouder (steil of schuin) is belangrijk voor de beweging van het voorbeen. Waar heeft deze ligging invloed op?
A
De ligging bepaald de kracht in het voorbeen
B
De ligging bepaald de lengte van de pas van het voorbeen
Slide 7 - Quiz
Als we kijken naar het verloop van de rug en lendenen spreken we over een strak verloop of een week verloop van de rug en lendenen. Welk verloop van de rug zie je op deze afbeelding?
A
Strak verloop
B
Week verloop
Slide 8 - Quiz
Waar wordt naar gekeken bij de beoordeling van het kruis?
A
De hellingshoek
B
De hoogte
C
De lengte
Slide 9 - Quiz
Iedere gang heeft zijn eigen tact. Tact bestaat uit ritme en regelmaat. bepaald het ritme?
A
De ondersteuningsfases per pas
B
De lengte van de passen
C
De snelheid en lengte van de pas
Slide 10 - Quiz
Wat bepaald de regelmaat in de tact?
A
De snelheid waarmee hij zijn voeten neerzet
B
De ondersteuningsfases van de pas
C
De lengte van de passen
Slide 11 - Quiz
Wat is een laterale ondersteuning?
A
3 benen tegelijk aan de grond
B
2 benen aan dezelfde zijde aan de grond
C
1 been aan de grond
Slide 12 - Quiz
In welke gang komt er een diagonale ondersteuning voor?
A
stap, draf en galop
B
stap en galop
C
draf en galop
D
stap en draf
Slide 13 - Quiz
Iedere gang heeft zijn eigen takt. De stap is een......
A
1 takt
B
2 takt
C
3 takt
D
4 takt
Slide 14 - Quiz
De galop is een....
A
1 takt
B
2 takt
C
3 takt
D
4 takt
Slide 15 - Quiz
Als je de beenstanden van het paard wilt beoordelen.....
A
stel je het paard open op op een harde ondergrond
B
stel je het paard vierkant op op een harde ondergrond
C
stel je het paard open op op een zachte ondergrond
D
stel je het paard vierkant op op een zachte ondergrond
Slide 16 - Quiz
Benoem 3 aspecten waar de beenstanden invloed op hebben
Slide 17 - Question ouverte
Welke beenstand zie je bij stand B?
Slide 18 - Question ouverte
Welke beenstand zie je bij stand F?
Slide 19 - Question ouverte
Welke beenstand zie je bij stand E?
Slide 20 - Question ouverte
Welke helft van de hoeven wordt sterker belast bij deze beenstand?
A
Binnen helft
B
Buiten helft
C
Maakt geen verschil
Slide 21 - Quiz
Hoe noem je X-benigheid aan de achterbenen?
Slide 22 - Question ouverte
Welke beweging maakt een toontredend paard?
A
Scheppende beweging
B
Maaiende beweging
Slide 23 - Quiz
Hoeveel graden is de hoek van een normale voetas van de voorvoet?
A
35 - 40 graden
B
40 - 45 graden
C
45 -50 graden
D
50 - 55 graden
Slide 24 - Quiz
Beengebreken kun je verdelen in 3 categorieën. Welke zijn dit?
Slide 25 - Question ouverte
Wat is kenmerkend voor een hard beengebrek? (meerdere opties)