deel 2 van 11.2

Hoe voorkom je een zwangerschap?
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoe voorkom je een zwangerschap?

Slide 1 - Diapositive

Wat is geboorteregeling?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

anticonceptie

periodieke onthouding
coïtus interruptus
condoom
de pil
Nuvaring
prikpil
anticonceptiepleister
implanon
vrouwencondoom
pessarium
spiraaltje
sterilisatie (man/vrouw)


Slide 4 - Diapositive

Wat is geboorteregeling?
A
een man en vrouw proberen niet zwanger te raken.
B
een man en vrouw bepalen of ze een kind willen of niet
C
de baby wordt geboren
D
eisprong

Slide 5 - Quiz

Innesteling

Slide 6 - Diapositive

onbetrouwbare methoden


-periodieke onthouding
- coïtus interuptus

Slide 7 - Diapositive

Vruchtbare periode

Slide 8 - Diapositive

Periodieke onthouding

Geen geslachtsgemeenschap in de vruchtbare periode ronde de ovulatie

Betrouwbaarheid:

  • Niet erg betrouwbaar:

het tijdstip van ovulatie is niet

precies vast te stellen

Slide 9 - Diapositive

Coïtus interruptus

Voor het zingen de kerk uit

De man trekt de penis terug voordat er een zaadlozing in de vaginga komt

Betrouwhaarheid:

  • Erg onbetrouwbaar

In het voorvocht zit ook spermacellen

Trekt de man wel op tijd zijn penis terug??

Slide 10 - Diapositive

Periodieke onthouding is een betrouwbare manier van geboorteregeling.
A
Juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

voorkomen van een bevruchting
door hormonen:

de pil (dagelijks)
anticonceptiepleister (wekelijks)
nuvaring (3 weken)
prikpil (12 weken)
implanon (3 jaar)

Slide 12 - Diapositive

voorkomen van bevruchting
barrièremethode

- condoom (ook tegen soa's)
- vrouwencondoom (ook tegen soa's)
- pessarium (niet tegen soa's)

Slide 13 - Diapositive

CONDOOM

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

vrouwencondoom

Slide 16 - Diapositive

(vrouwen) Condoom

Een rubber hoesje dat om de penis of in de vagina zit

Het condoom voorkomt dat er sperma in de vagina komt

Betrouwbaarheid:

  • Erg betrouwbaar
  • Beschermt ook tegen SOA

Slide 17 - Diapositive

Wat voorkomt een condoom?
A
voorkomt zwangerschap
B
voorkomt een soa
C
voorkomt een zaadlozing
D
A en B zijn goed

Slide 18 - Quiz

De pil, prikpil, hormoonspiraaltje en de nuvaring

Deze bevatten hormonen die ervoor zorgen dat er geen eisprong komt

Betrouwbaarheid

  • Erg betrouwbaar

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

SPIRAALTJE

Slide 21 - Diapositive

Spiraaltje

Een klein voorwerp dat wordt ingebracht in de baarmoeder

Het voorkomt dat een bevrucht eitje zich kan innestelen

Betrouwbaarheid:

  • Erg betrouwbaar


Menstruatie kan ook

minder heftig (pijnlijk) zijn

Slide 22 - Diapositive

Sterilisatie

Man of vrouw wordt onvruchtbaar gemaakt

Alle functies zoals; menstruatie, ovulatie, productie zaadcellen gaat gewoon door

Betrouwbaarheid:

  • Erg betrouwbaar

Slide 23 - Diapositive

sterilisatie man
sterilisatie vrouw

Slide 24 - Diapositive

DE NOODMAATREGELEN

Slide 25 - Diapositive

Morningafterpil
Abortus

Slide 26 - Diapositive

Noodmaatregelen tegen ongewenste zwangerschap

  • Morning-afterpil: binnen 3 dagen na geslachtsgemeenschap innemen. De hormonen voorkomen innesteling

Slide 27 - Diapositive

Noodmaatregelen tegen ongewenste zwangerschap

  • Abortuspil: kan t/m 7e week worden ingenomen. embryo met baarmoederslijmvlies wordt uitgestoten
  • Zuigcurettage: Met een zuigpompje wordt het baarmoederslijmvlies met het embryo weggezogen. Mag t/m de 13e week
  • Late abortus: kan t/m de 23e week

Slide 28 - Diapositive

Waarom is een meisje ongeveer 5 dagen per 4 weken vruchtbaar?
A
Een eicel blijft 5 dagen in leven
B
Een zaadcel blijft 3 dagen in leven en de eicel 2
C
Een ovulatie duurt gemiddeld 5 dagen
D
Een menstruatie duurt gemiddeld 5 dagen

Slide 29 - Quiz

Wat is niet waar?
A
de pil geeft hormonen af
B
je moet de pil dagelijks innemen
C
je krijgt geen eisprong als je de pil slikt
D
de pil is onbetrouwbaar

Slide 30 - Quiz

Een anticonceptiepleister
A
moet je op je eierstokken plakken
B
is onbetrouwbaar
C
moet je elke week vernieuwen
D
geeft geen hormonen af

Slide 31 - Quiz

Huiswerk
Leren 11.2 en maken zie magister

Slide 32 - Diapositive