inhoud; les 1 eerlijk inhoud meten en vergelijken; route A

route A les 1
inhoud
eerlijk inhoud meten en vergelijken
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

route A les 1
inhoud
eerlijk inhoud meten en vergelijken

Slide 1 - Diapositive

Voor deze les heb je de volgende materialen nodig:
- verschillende lege verpakkingen
- plastic bekertjes (klein)
- plastic bekertjes (groot)
- lege frisdrank flessen (5x)
- melkpak (1 liter)
- maatbeker (1liter)
- prullen bak
- vaas
- pan

Geef deze les in een van onze keukens!

- opdrachtenboekje

Inhoud: Waar denk je aan?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

doelen
Na deze les weet ik
- wat inhoud is
- hoe ik inhouden kan vergelijken
- hoe ik de inhoud van een fles meet
- dat ik dezelfde maat moet gebruiken
- hoe ik moet meten met een liter

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vooraf
Als je meet hoeveel ergens inzit, meet je de inhoud.
Bijvoorbeeld hoeveel water er in een fles kan.
In de volgende lessen gaan we verschillende inhouden meten en ermee rekenen.


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al?
Meer, minder, gelijk????

Slide 5 - Diapositive

Leg verschillende voorwerpen (dozen, flessen, bakjes, glazen etc) neer om inhoud aan te kunnen wijzen en het begrip betekenisvol te kunnen maken.

Stel de volgende vragen:
- Waar kan het meeste in?
- Waar kan het minste in?
- Waar kan evenveel in?
- Waarin kun je vloeistof in bewaren?
- Met welke maten kun je meten?
- Waar wordt de ml gebruikt?
- waar de dl?
- Waar de liter?
- enz?
vervolg
De sportdag?
Hoeveel flessen limonade?

Slide 6 - Diapositive

nodig: 1 limonade glas / bekertje

Vertel dat er binnenkort een sportdag wordt georganiseerd.
In de pauzes krijgt men een glaasje frisdrank.
Hoeveel flessen moeten en ingekocht worden? Hiervoor is het belangrijk om te weten hoeveel glaasjes er uit een fles gaan.
Je hebt een paar glazen gepakt om dit uit te rekenen. vertel niets over de grootte van de glazen.

Laat 1 glas zien:!
vraag aan de leerlingen: Wijs aan tot hoever het glas gevuld moet worden?
opdracht; groepswerk
Hoeveel bekertjes / glazen gaan er uit 1 fles frisdrank?
timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

nodig: volle flessen frisdrank met water, glazen / bekertjes van verschillende grootte.

Maak groepjes (max. drie leerlingen).
geef ieder groepje een lege fles frisdrank en een glas.
Vraag aan de leerlingen om uit te rekenen hoeveel glaasjes er uit 1 fles kunnen?
Laat ze van te voren schatten.
Laat de rollen (schenken, glas vasthouden, turven) wisselen.
Laat de leerlingen het aantal op een stukje papier / wisbordje schrijven.
Klopt het met de schatting die ze vooraf hebben gemaakt?

nabespreken:
Laat de aantallen noemen?

Hoe komt het dat alle groepjes andere uitkomsten hebben?

Laat daarna de glazen zien

Hoe kunnen we het juiste aantal bepalen?
opdracht; groepswerk
Hoeveel flessen hebben we nu nodig voor de sportdag?
timer
1:00

Slide 8 - Diapositive

nodig;
volle flessen frisdrank met water, glaasjes / bekers van dezelfde grootte

Geef alle leerlingen hetzelfde glaasje / bekertje en een volle fles frisdrank met water.
Eventueel weer in groepjes laten werken.
En laat ze opnieuw meten.

nabespreken:
Komen we nu wel op zelfde antwoord?
Hoe komt dat?

Stel ze vervolgens de vraag:
IN de fles zit 1,5 liter. Hoeveel zit er in een glas / bekertje? Help ze eventueel met het uitrekenen.
Als er 10 bekertjes uit gaan dan kun je ook tevreden zijn met een antwoord als 1/10 de deel.


vervolg
Het melkpak

Slide 9 - Diapositive

Laat de leerlingen een melkpak en een fles van 1 liter zien.

vraag hoeveel er in het pak / fles zit?

Laat vervolgens zien dat er 1 liter het etiket staat.
3400 Liter
4,5 liter
0,5 liter
10.000 liter
70 liter

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

opdracht; meten met de liter





Hoeveel liter past er in:

de vaas?

de prullenbak?

de pan?

Slide 11 - Diapositive

nodig:

Een maatbeker, emmer met water, een prullenbak, een vaas en een pan.

Laat de leerlingen de maatbeker zien.
Wijs op het streepje van de liter.

Laat ze vooraf schatten hoeveel liter water er in de vaas, de prullenbak en kan kunnen?
Laat ze dat opschrijven.

vervolgens ga je samen met de leerlingen meten.
nabespreking:
Hadden ze het juiste geraden?
aan de slag
We weten nu dat we eerlijk moeten meten en dat we kunnen meten met een litermaat.
nu zelf!!!
Maar de opdrachten in je opdrachtenboekje
timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

opdrachtenboekje; laat de opdrachten maken die bij deze les horen.
Wat heb ik geleerd?
meer of minder

Slide 13 - Diapositive

Laat opnieuw het verpakkingsmateriaal zien.

Laat ook een bekertje met water zien.

Laat een leerling een verpakking pakken.
Kan er meer of minder in dan het bekertje water?
volgende lessen
Dank voor het meedoen!

Volgende lessen gaan we:
- meten met de maatbeker
- rekenen met inhoudsmaten

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions